De moestuin in mei: dit kun je allemaal doen

In de moestuin in mei is het een drukte van belang: zaaien, verspenen, afharden, uitplanten, oogsten … In mei gebeurt het allemaal! Maar ook al worden de dagen warmer, pas zeker de eerste helft van de maand nog op met koude nachten.

Een van de belangrijkste moestuinklussen in mei is het afharden van je binnen opgekweekte plantjes. Die moeten even de tijd krijgen om te wennen aan het leven in de buitenlucht. Voorkom dat ze van schrik een tijdje stoppen met groeien door ze overdag buiten te zetten en ’s nachts naar binnen te halen of beschut in de (koude) kas te zetten. Na ongeveer een week kun je de planten definitief buiten laten staan.

Dit kun je nog meer allemaal doen in de moestuin in mei:

Aardappelen die je vorige maand hebt geplant, moeten deze maand aangeaard worden. Wanneer het loof ongeveer 20 cm hoog is, hoog je de aarde rondom de planten wat op. Dat doe je door een richeltje te creëren van circa 15 cm hoog dat het loof bijna helemaal bedekt. Dit proces voorkomt dat de knollen groen uitslaan (en dus oneetbaar worden) en beschermt het blad tegen late kou.

De kans dat er na IJsheiligen (de periode tussen 11 en 14 mei) nog nachtvorst komt, is ontzettend klein. Maar buiten de kou kan ook neerslag en wind je planten parten spelen. Of – zoals de laatste jaren steeds meer voorkomt – droogte! Geef pas geplante groenten en kruiden dan ook voldoende water wanneer het erg droog is.

Stokbonen (klimmende bonen), zoals sperziebonen en snijbonen, hebben steunen nodig om tegenaan te klimmen. Je kunt kant-en-klare rekken kopen, maar een wigwam van bamboestokken of hazelaartakken is ook zo gemaakt. Bind wat stokken aan de bovenzijde aan elkaar met touw, zet de onderkant in de grond en je bent klaar.

Wieden, wieden en nog eens wieden! Om te voorkomen dat ongewenste plantjes om voedsel en water gaan concurreren met je groenten, moet je ze genadeloos verwijderen zodra ze opkomen. Als je nu om de paar dagen wat onkruid uittrekt, krijgt het nooit de overhand en heb je er de rest van de zomer minder last van.

Getsie, zwarte bonenluis in je bonen! Iedere moestuinier herkent dit probleem wel. Wat kan helpen, is de groeipunten van de planten nijpen. Dat vinden de luizen namelijk het smakelijkste deel van de plant. Lok ook voldoende natuurlijke bestrijders naar je tuin, zoals koolmeesjes en lieveheersbeestjes. Zij helpen je graag van je luizen af.

Mei is een maand van heel veel zomergewassen zaaien, maar ook de eerste oogst staat op je te wachten.

Begin in mei met het zaaien van komkommers, courgettes en pompoenen. De grote, platte zaden duw je op hun kant in wat vochtige zaaigrond in een potje. Zo blijft er geen water op de zaden liggen en zullen ze minder snel wegrotten. Zet de potjes op een warm plekje en de zaailingen zullen binnen een week boven de grond verschijnen. Plant ze uit zodra de planten hun eerste echte bladeren hebben.

Zaai begin mei ook bonen en suikermais voor in potjes en plant ze uit zodra de plantjes groot genoeg zijn. In de vollegrond kun je nieuwe porties sla, radijs, spinazie en bieten zaaien. Als je steeds kleine beetjes zaait, kun je veel langer blijven oogsten en hoef je niets weg te gooien.

Heb je vorige maand groenten zoals bieten en wortelen gezaaid, dun de zaailingen dan nu uit. Zo krijg je planten voldoende ruimte om te groeien. Bedek wortelen na het uitdunnen met vliesdoek, want de geur die bij het uitdunnen vrijkomt trekt de wortelvlieg aan.

Je kunt in de maand mei de vruchten plukken van je eerdere arbeid. Gewassen die deze maand klaar zouden moeten zijn om te oogsten zijn onder andere sla, lente-uien, broccoli, kool, spinazie, rabarber, bieten, radijs en erwten. Vergeet ook de asperges niet! Steek de stengels ongeveer 5 cm onder de grond af.