25 veelvoorkomende tuinvogels (met foto’s)
Wat is een tuin zonder het vrolijke getjilp en levendigheid van tuinvogels? Als je in de tuin bezig bent zul je je er niet omheen kunnen. In Nederland en België zijn dat meer vogelsoorten dan je denkt! Wij laten je 25 vogels in de tuin zien en vertellen hoe je deze kunt herkennen. We laten je ook een aantal ‘wauw’-vogels zien die je mogelijk in je tuin kunt treffen!
Veelvoorkomende vogels in de tuin
Het reilen en zeilen van vogels in de tuin zorgt voor leven in de tuin. Als je veel vogels ziet, is het een teken dat er genoeg voedsel en leefruimte in jouw tuin te vinden is. Zie je er niet zo veel? Dan kun je met deze tien stappen een waar vogelparadijs maken!
Top 25 tuinvogels in Nederland en België
Bekijk en leer deze 25 tuinvogels kennen en herkennen. Vaak zijn het kleine vogels in de tuin, maar ook grotere vogels kunnen op bezoek komen!
1. Huismus (Passer domesticus)
De huismus is toch wel de meest iconische tuinvogel die je tegen kunt komen, meestal in hele families! Het vrolijke getjilp is onmiskenbaar. Ze eten graag zaden en granen in de herfst en winter, maar in het voorjaar zijn ze vooral op zoek naar kleine beestjes, zoals insecten en andere ongewervelde dieren. Vooral de jongen hebben deze nodig! Het is (nog steeds) de meest veelvoorkomende tuinvogel, maar neemt iets af.
Feitje: De huismus is een typische ‘cultuurvolger’. De huismus komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten en is met mensen verhuisd toen er werd begonnen met het verbouwen van granen.
2. Koolmees (Parus major)
Lees verder na de advertentie
Koolmezen worden tijdens de tuinvogeltelling van de Vogelbescherming vaak in de top 3 gezien. Onmiskenbaar om te zien met zijn gele buik en zwarte ‘stropdas’. Zijn zwarte kop wordt gekenmerkt met een grote witte vlek.
Koolmezen zijn kleine vogels in de tuin en zijn ook goed op geluid te herkennen. Als je een ‘fietspompje’ hoort, dan weet je vrijwel zeker dat het om een koolmees gaat! Toch kent hij ook heel veel variatie en liedjes. De koolmees is dol op rupsen en andere insecten, maar komt ook af op zaden!
Tip: een voederschaal of silo met zaden, pinda’s en zonnebloempitten zijn een magneet voor allerlei vogels, waaronder de koolmees. Vogels voeren in de winter (en zomer) geeft je de kans ze goed te observeren!
3. Pimpelmees (Cyanistes caeruleus)
Als het herkennen van kleine vogeltjes lastig is voor een vogel, dan is het de pimpelmees! Deze kun je gemakkelijk verwarren met de koolmees. Als je weet waar je op moet letten, dan haal je ze makkelijk uit elkaar. Hoewel ze allebei gelig zijn, heeft de pimpelmees een duidelijke blauwe ‘pet’ op. Vaak vind je zowel de pimpelmees als de koolmees in de tuin. Probeer ze eens te vergelijken!
Tip: zorg voor goede nestgelegenheid voor vogels in de tuin. Elke vogelsoort heeft een voorkeur voor een bepaald huisje. Zie je veel pimpel- of koolmezen in de tuin, zorg dan voor een specifiek huisje hiervoor. Dit staat meestal aangegeven in de winkel. Je kunt ook zelf nestmateriaal voor vogels maken!
Wekelijks tuintips in je mail
Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
4. Merel (Turdus merula)
Deze natuurlijke wekker kan werkelijk fantastisch zingen! Hij zoekt in het vroege ochtendgloren (en in de schemer) een hoge zangpost in een boom of op een dak. Zijn zang is onmiskenbaar en melodieus. Het herkennen is makkelijk: het mannetje is volledig zwart met een geeloranje snavel. Het vrouwtje is bruin, heeft lichte vlekjes op de buik en heeft een bruine snavel.
Tip: Jonge merels verlaten het nest vrij vroeg en leven dan een aantal weken op de grond. Ze kunnen dan nog niet (goed) vliegen. Tijdens deze periode, en eigenlijk het gehele broedseizoen, is het verstandig om katten binnen te houden.
5. Kauw (Coloeus monedula)
Kauwen zijn de kleinste in de familie van kraaiachtigen. Het zijn echte opportunisten, wat betekent dat ze vrijwel alles eten wat ze tegenkomen. Granen, insecten, fruit, vogeleieren en ook soms kleine zoogdieren zoals muizen.
Ze zijn lang niet zo groot als een kraai en hebben een zilvergrijze nek. Het ‘kauw kauw’ geluid maakt ze ook makkelijk te onderscheiden van andere kraaiensoorten. Ze leven vaak in groepen en zijn zeer sociale dieren!
Tip: Kauwen (en andere kraaiachtigen) kunnen vrij brutaal zijn en kleine vogels van de voedertafel wegjagen. Gebruik een voedersilo of beschermkooi zodat de kleine bruine vogeltjes ook de kans krijgen om te eten.
6. Vink (Fringilla coelebs)
De vink is onmiskenbaar in de tuin. Zowel de man als vrouw hebben witte strepen op de vleugels en de man is prachtig oranje gekleurd, met een blauwegrijze kop. Op de rug zijn beide vogels bruin. Met name het geluid kan je niet meer ‘onthoren’ zodra je hem herkent: de vinkenslag.
Tip: Als je vinken in de tuin wilt lokken is het belangrijk dat je bomen en struiken hebt staan en dat er genoeg insecten te vinden zijn. In de winter eten deze kleine tuinvogels ook zaden.
7. Houtduif (Columba palumbus)
De meest veelvoorkomende én grootste duif in Nederland. Ze zien er misschien wat sloom uit als ze lopen, maar als je ze goed bekijkt zijn ze prachtig om te zien! Ze zijn gek op insecten en plantaardig materiaal.
In het najaar zul je ze vaak bessen zien eten. Houtduiven broeden het hele jaar door, zelfs in de winter, maar zijn verschrikkelijk slechte nestbouwers. Vaak bestaat een nest niet meer dan uit een hoopje slordig neergelegde takken.
Feitje: Duiven kunnen als enige soort vogels ‘melk’ maken. Ze produceren kropmelk vanuit speciale klieren. De jonge duiven drinken hiervan, zowel bij de man als de vrouw. Het is niet daadwerkelijk melk, maar een vloeistof die gemaakt wordt van huidcellen. Zo kunnen ze in de winter ook kleintjes groot krijgen!
8. Ekster (Pica pica)
Iedereen kent de ekster wel, een slimme vogel die ook bekend staat om glimmende dingen te stelen. Ze lijken op afstand enkel zwart en wit, maar als je goed kijkt zie je dat er een blauwe gloed over de zwarte veren ligt. Ook zie je groentinten in de staart. Net als de kauw kunnen dit soms wat opdringerige vogels zijn in de tuin. Het zijn echte opportunisten en eten wat ze tegenkomen.
Tip: broeden zullen ze niet snel doen in een tuin, mits je erg hoge bomen hebt staan. Kijk eens een keer omhoog om te zien of je een nestje ziet zitten. Het nest is goed herkenbaar, het heeft namelijk ook een dak en heeft zo de vorm van een ‘bol’.
9. Roodborst (Erithacus rubecula)
De roodborst is een graag geziene vogel, met zijn prachtig oranjerode borst is hij onmiskenbaar. Ze zien er misschien lief uit, maar ze zijn extreem territoriaal en zullen andere roodborsten genadeloos aanvallen. Een roodborst voor het raam of spiegel, zal zijn eigen spiegelbeeld als vijand zien en het raam te lijf gaan.
Roodborsten zijn kleine tuinvogels die op de grond naar hun eten zoeken. Je ziet ze rondhoppen onder voedersilo’s, op zoek naar gevallen zaden, maar ook wormen uit de grond trekken.
Tip: Ben je bezig met de bodem in de tuin? Kijk eens over je schouder. Grote kans dat er vlakbij een roodborstje zit die je nauwlettend in de gaten houdt. Goed gewoelde grond is een buffet voor onze vechtersbaas.
10. Turkse tortel (Streptopelia decaocto)
Deze ‘liefdesduifjes’ zie je vaak met zijn tweeën in de tuin. In het begin van de twintigste eeuw zijn deze lief ogende duiven verspreid over Europa vanuit Klein-Azië. Omdat ze tot wel 5 legsels per jaar hebben en de jongen zich ver van hun ouders opnieuw vestigen, is dit snel gegaan! Omdat deze op eigen kracht hier is gekomen, is het een inheemse vogel en is het een beschermde diersoort.
Ze hebben een grijsroze kleur en rond de nek een halve zwarte ring. Net zoals bij andere duiven zijn ze beroerde bouwers en verliezen ze regelmatig eieren die uit het nest rollen.
Tip: zorg voor bessen in de tuin, zodat ze in de herfst ook goed te eten hebben. Denk bijvoorbeeld aan de lijsterbes (Sorbus aucuparia) of eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna).
11. Spreeuw (Sturnus vulgaris)
In de herfst vormen ze enorme ‘wolken’ van duizenden spreeuwen die lijken te dansen door de lucht. Een fantastisch schouwspel! Ook de spreeuw is in de tuin te zien buiten de vogeltrek.
Als je ze aandachtig bekijkt zijn ze schitterend om te zien: zwart, wit, groene en blauwe regenboogachtige kleuren, die vooral in de winter steeds helderder worden. In de zomer bezoeken ze je voedertafel en zijn ze op zoek naar ongewervelde dieren.
Tip: Ze zingen heel divers en kunnen heel goed andere vogels nadoen, laat je dus niet voor de gek houden!
12. Heggenmus (Prunella modularis)
Dit bruine vogeltje lijkt op een mus, maar is dat niet! De naam is dus wat misleidend, ze vormen een eigen familie: de heggenmussen. Het is een vrij onopvallende vogel die zich graag schuil houdt in struikgewas, het liefst rond de grond waar ze op zoek zijn naar ongewervelden zoals insecten en spinnen. In de winter eten ze ook beperkt zaden.
Tip: De heggenmus is misschien wel de eerste vogel die zingt in het voorjaar, soms al in januari!
13. Zwarte kraai (Corvus corone)
Een van de grootste kraaiachtigen van Nederland, die ook de tuin regelmatig bezoekt. Hij is behoorlijk slim en weet altijd eten te vinden. Kunnen brutaal zijn tegenover andere vogels. Hij is wel prachtig om te zien!
Tip: Oude kraaiennesten worden gebruikt door bijvoorbeeld torenvalken, ransuilen en boomvalken. Deze maken zelf geen nesten en zijn dus afhankelijk van afdankertjes van anderen.
14. Gaai (Garrulus glandarius)
Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen bij deze fraaie vogel, maar ook deze vogel is een neefje van de zwarte kraai! Prachtige oranjeroze kleur en felblauwe veren aan het begin van zijn vleugels. Het zijn echte lawaaimakers!
Tip: Als je een vogel hoort die hele rare geluiden maakt en je niet kunt thuisbrengen, dan kan het zomaar een gaai zijn!
15. Stadsduif (Columba livia)
In de steden ontkom je er niet aan: de stadsduif. Het is geen verrassing dat ze juist in de stad wonen en ze daarbuiten veel minder voorkomen. De stadsduif is een gedomesticeerde variant van de rotsduif (Columba livia). De rotsduif komt in de ‘wilde natuur’ voor in bergen en langs kliffen, vandaar zijn grote liefde voor de stad met zijn hoge stenen gebouwen.
Feitje: Stadsduiven komen voort uit ontsnapte voorouders en zijn verwilderd. Rotsduiven werden gebruikt als postduif, wedstrijdduif en als sierduif.
16. Halsbandparkiet (Psittacula krameri)
Van alle tuinvogels is deze het makkelijkst te herkennen! De halsbandparkiet is eigenlijk alleen in de grote steden in de randstad te zien. Oorspronkelijk komt de vogel uit Centraal-Afrika en India, maar is hier verwilderd, waarschijnlijk door ontsnapte vogels. De winters zijn milder in de steden dan daarbuiten, wat waarschijnlijk de reden is dat ze de winters daar kunnen overleven.
Tip: Check soms je vogelhuisjes (voor grotere vogels), in de stad is er een kans dat deze tropische vogels hierin een nestje bouwen.
17. Grote bonte specht (Dendrocopos major)
Deze specht zou je misschien alleen in het bos verwachten, maar niets is minder waar. In groene tuinen is de kans best groot dat je hem eens tegenkomt! Ze tikken schors van bomen en struiken om daaronder insecten en andere ongewervelden te vinden. Ze eten ook noten en plaatsen bijvoorbeeld een hazelnoot tussen de schors en tikken de noot dan open met hun snavel.
Tip: Mannetjes en vrouwtjes kun je onderscheiden door de rode veren. Het vrouwtje heeft een rode stuit. Het mannetje heeft een rode stuit én een rode nek.
18. Staartmees (Aegithalos caudatus)
Dit moet wel een van de meest schattige tuinvogels zijn die je kunt herkennen in de tuin. Deze bolletjes met veren komen vaak in groepjes in de tuin. De naam zegt het al, ze hebben een (lange) staart en zijn daaraan ook goed te herkennen!
Tip: Staartmezen zijn echte zadenspecialisten. Wanneer je zaden aanbiedt in de tuin en je zorgt voor dichte struiken zoals eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), hulst (Ilex aquifolium), loofbomen en liefst een wat ruiger grasland, dan is de kans groot dat ze met de familie op bezoek komen!
19. Wilde eend (Anas platyrhynchos)
Een beetje een vreemde eend in de bijt voor de tuin zou je denken, toch staat hij elk jaar in de top 25 van de Nationale Tuinvogeltelling! Ze zijn prachtig om te zien, voelen zich thuis in een tuin met water en dichte begroeiing. Met een beetje geluk zullen ze zelfs een nestje bouwen in de tuin, zodat je kleine pulletjes door je tuin hebt hobbelen!
Tip: Wilde eenden (en andere vogels) worden vaak gevoerd met brood. Dit is leuk, maar is niet gezond voor vogels. In ons brood zit te veel zout, wat vogels niet goed kunnen hebben. Eenden hoef je in principe niet bij te voeren. Wil je toch bijvoeren? Geef dan een granenmengsel.
20. Groenling (Chloris chloris)
Een prachtige vinkensoort die als een groen pareltje in je tuin straalt. Je herkent hem als een groene vogel, met duidelijke gele streep op de vleugels. Mocht je twijfelen, dan is het geluid dat ze maken goed te herkennen. Het klinkt als een soort “Dsjruuuh”. Bekijk ook eens de site van de vogelbescherming voor vogelgeluiden!
Tip: De groenling blijkt gevoelig te zijn voor de parasiet ‘Trichomonas gallinae’, ook wel ‘het geel’ genoemd. Deze kleine tuinvogels kunnen hieraan overlijden. Ze kunnen dit oplopen via voedersilo’s en tafels. Om verspreiding te voorkomen, is het belangrijk dat je deze regelmatig schoonmaakt
21. Winterkoning (Troglodytes troglodytes)
Een van de kleinste bruine vogeltjes in de tuin. Herkenbaar aan zijn kleine, rechtopstaande staart. Je kunt ze jaarrond vinden in de tuin en is daarmee dus een standvogel: een vogel die altijd op dezelfde plek blijft en niet wegtrekt in de winter.
Tip: Mocht je hem niet zien, dan kan je hem wel horen. De winterkoning kan tot wel 90 decibel geluid maken en is daarmee een van de luidste tuinvogels van Nederland en België!
22. Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)
Afhankelijk van waar je woont, wordt deze vogel ook veel in tuinen gezien. Het is een echte meeuw dus is graag in de buurt van open water. Ze zijn niet alleen in het landelijk gebied te vinden, maar zoeken ook graag hun kostje bij elkaar in steden.
Feitje: In de zomer heeft de kokmeeuw een chocoladebruine kop. In de winter heeft hij dit niet en lijkt het net of hij een koptelefoon op heeft!
23. Putter (Carduelis carduelis)
Dit is een van de meest bontgekleurde vogels die je kunt tegenkomen in je tuin! Met hun knalrode kop en gele strepen op de vogel, is het haast een tropische verschijning. Ze zijn dol op zaden en zijn daar ook gespecialiseerd in!
Tip: Laat zaaddragende planten staan gedurende de winter, zodat de putter hier van kan eten! Ze zijn gek op zonnebloemzaden en zaden van de purperhoed (Echinacea purpurea) en verschillende distelsoorten.
24. Boomklever (Sitta europaea)
In de winterperiode is de kans het grootst dat je deze tuinvogels kunt spotten. Ze bezoeken dan graag de voedertafel! Ze doen hun naam eer aan en kleven vrijwel uitsluitend aan bomen, waar ze op zoek zijn naar allerlei insecten.
Tip: De boomklever wordt nog weleens verward met de boomkruiper (Certhia brachydactyla). De boomkruiper is bruin en kruipt altijd van onderaan de boom naar boven. De boomklever kruipt zowel naar boven als naar beneden.
25. Ringmus (Passer montanus)
We beginnen en eindigen de lijst met een mus! De ringmus wel te verstaan. Vroeger was deze kleine vogel veelvoorkomend, maar neemt de laatste jaren zeer sterk af. Als je ze ziet, vliegen ze vaak samen met de huismus! Duidelijk te herkennen aan de witte ‘ring’ rond hun nek en de zwarte wangvlek.
Tip: Wil je de ringmus helpen? Denk dan eens aan een inheemse heg en houdt de tuin wat ‘rommelig’. Dit is naast de ringmus voor veel andere vogels en andere dieren een grote aanwinst!
Zeldzame tuinvogels
Soms heb je geluk in de tuin! Het zou zomaar eens kunnen dat zeldzame of meer opvallende tuinvogels jouw tuin aandoen. Het herkennen van deze vogels is dan niet altijd even makkelijk! We laten je een aantal soorten zien die je met geluk eens mag herkennen in jouw tuin.
Pestvogel (Bombycilla garrulus)
Je hebt zogenaamde ‘pestvogeljaren’, waarin ze in grote getallen de Lage Landen bezoeken. Ze eten voornamelijk bessen, van bijvoorbeeld meidoorn en hulst.
Sperwer (Accipiter nisus)
Heb je meer vogels in je tuin weten te trekken? Dan kan het zomaar zijn dat je in de ochtend een sperwer zijn ontbijtje ziet eten. Ze belagen vogels vanaf een grote hogen en ‘tikken’ ze tegen de grond. Spectaculair om te zien.
Ransuil (Asio otus)
Meerdere soorten uilen kunnen in je tuin voorkomen met een beetje geluk. De kans is toch wel het grootst dat je een ransuil treft. In de winter kunnen ook in de bebouwde kom ‘roestplaatsen’ voorkomen, waar je soms wel 10 uilen bij elkaar kunt zien zitten rusten overdag!