De 10 beste bomen voor tuindieren
Bomen zijn cruciaal om allerlei soorten dieren naar je tuin te lokken én ze te helpen. In het voorjaar gonzen de bloemen van de bijen en zweefvliegen, en aan het eind van de zomer trekken wolken esdoornluizen foeragerende vogels aan.
De voordelen van bomen in je tuin
Bomen voorzien allerlei ongewervelden van voedsel, zoals luizen, kever sen rupsen. En daarmee vormen ze het jachtterrein van roofwespen, spinnen en andere insecten. En die trekken op hun beurt weer vogels als mezen, boomklevers en spechten aan.
Bomen zorgen in de tuin ook voor waardevolle schaduw en hun herfstbladeren verrijken de grond, wat weer goed is voor vochtminnende duizendpoten, miljoenpoten, weekdieren en regenwormen. En mocht jij daar niet dol op zijn, de plaatselijke kikkers, egels en zanglijsters zijn dat wel. Groenblijvende bomen, zoals hulst en naaldbomen, bieden uitstekende nestelplekken voor vogels.
Voordat je een boom kiest
Bij het kiezen van een boom voor je tuin zijn een paar elementen van belang. De boom moet goed zijn voor de natuur en decoratief voor in je tuin – en genoeg ruimte hebben. Waarschijnlijk wil je bloesem in het voorjaar, schaduw in de zomer en vruchten en kleuren in de herfst. Inheemse soorten zijn meestal beter, omdat onze inheemse dieren zich daaraan hebben aangepast.
1. Lijsterbes (Sorbus aucuparia)
Inheemse soorten hebben rode bessen, maar veel verwante soorten hebben roze of witte bessen. Vogels lijken de voorkeur te geven aan de rode of roze bessen. Spreeuwen en vinken smullen ook van de vruchten en zaden (en als ze je niet te snel af zijn, kun je lijsterbesgelei maken). Een goede nestelboom met veel kleine vertakkingen voor vogels als putters.
Hoogte x breedte 10 m x 5m
Lees verder na de advertentie
2. Hazelaar (Corylus avellana)
Een snelgroeiende kleine boom of grote struik die gevlekte schaduw geeft. Hazelnoten trekken bosmuizen, eekhoorns en boomklevers aan. Een heg van hazelaars vormt een uitstekende nestelplek voor vogels als heggenmussen. Veel insecten eten van de hazelaar. Hun brede bladeren vormen een rustplek voor bonte zandoogjes, kevers en zweefvliegen, en creëren in het najaar een laag rijk bladafval.
Hoogte x breedte 8 m x 5 m
3. Grove den (Pinus sylvestris)
Alleen geschikt voor grote tuinen. Volwassen bomen hebben een open, brede kruin en roodachtige schors. Ze trekken vogels aan die een voorkeur voor naaldhout hebben, zoals zwarte mezen en goudhaantjes. Grote bomen met rijpe dennenappels kunnen kruisbekken lokken. Sperwers nestelen in volwassen bomen en bosuilen rusten overdag tussen het groen. Goed voor insecten.
Hoogte x breedte 20 m x 8 m
4. Boswilg (Salix caprea)
Een grote struik of kleine boom. Begin voorjaar zijn de donzige wilgenkatjes onweerstaanbaar voor hommelkoninginnen, solitaire bijen en vlinders als de gehakkelde aurelia, kleine vos en dagpauwoog. Op de takken zitten vaak tjiftjaffen te zingen. De bladeren zijn voedsel voor nachtvlinders, zoals de pauwoogpijlstaart en de populierenpijlstaart.
Hoogte x breedte 10 m x 5 m
5. Hulst (Ilex aquifolium)
Alleen de vrouwelijke bomen dragen bessen, die worden gegeten door allerlei tuinvogels. Hulst levert uitstekende rust- en nestelplekken voor vogels, en biedt vooral ‘s winters beschutting aan insecten en spinnen, die weer goudhaantjes en vuurgoudhaantjes aantrekken.
Hoogte x breedte 8 m x 5m
6. Wilde appel (Malus sylvestris/domestica)
Gecultiveerde of ‘wilde’ appels trekken vogels en ook zoogdieren aan, bijvoorbeeld dassen, vossen en knaagdieren. In het najaar worden rottende valappels gulzig bezocht door vlinders als de atalanta en gehakkeldea urelia. De bloesem trekt honingbijen, hommels en solitaire bijen aan, zoals metselbijen (val het geslacht Osmia).
Hoogte x breedte 10 m x 6 m
7. Meidoorn (Crataegus monogyna)
Dit is een kleine boom en uitstekende haagplant. De bloesem voedt insecten, vooral zweefvliegen, bijen en boktorren. De bladeren zijn belangrijk voor tot wel tachtig nachtvlindersoorten. De perenprachtkever graaft gangen in de schors van oude bomen. De bessen worden gegeten door vele vogels, waaronder lijsters en pestvogels die ‘s winters hier neerstrijken.
Hoogte x breedte 8 m x 6m
8. Zilverberk (Betula pendula)
Sierlijk en slank met een fraaie, zilverkleurige bast. IN maart en april fladderen oranje berkenspinners rond de ontluikende knoppen en voeden hun rupsen zich met het jonge loof. Gewone kielwantsen en berkenkielwantsen leggen eitjes op de bladeren en eten van de katjes. Sijzen, kleine barmsijzen en putters eten ook van de winterkatjes.
Hoogte x breedte 20 m x 8 m
9. Zomereik (Quercus robur)
Groot, maar een must als je de ruimte hebt. Een zomereik ondersteunt rond de vierhonderd diersoorten en is dus zeer kostbaar voor tuindieren. Eikels worden versrpreid door Vlaamse gaaien en eekhoorns Eikenpages voeden zich met het loof en boomsprinkhanen leven in de kruid. Geweldig voor kevers en andere insecten, waaronder galwespen die galappels, knikkergallen en lensgallen produceren.
Hoogte x breedte 30 m x 15 m
10. Esdoorn (Acer pseudoplatanus)
Groot en bladerrijk, heeft ruimte nodig. Vaak verguisd, maar fantastisch voor hommels en andere bestuivende insecten in het voorjaar. Esdoornluizen in het voor- en najaar trekken stand- en trekvogels aan, waaronder zangvogels en goudhaantjes. Meeldauw op bladeren wordt gegeten door meeldauwlieveheersbeestjes.
Hoogte x breedte 30 m x 15 m