Wel of geen boompaal plaatsen? Dit moet je weten
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Nu de tijd is aangebroken om nieuwe bomen te planten, is het ook belangrijk dat je nieuwe aanplant niet bij de eerste de beste storm wordt ontworteld. Daarom is een boompaal plaatsen zo belangrijk. Maar hoe doe je dat het beste? En wanneer is het wel of juist niet nodig?
Lees verder onder de advertentie
De oude wijsheid was dat je alle nieuw aangeplante bomen altijd met een sterke, lange boompaal moet steunen, tot net onder de kroon. Net geplante bomen hebben namelijk nog geen gevestigd wortelstelsel om ze in de grond te verankeren en een steunpaal voorkomt dan windschade.
Maar jonge boompjes die wiegen in de wind worden daardoor juist gestimuleerd om te groeien – en om dus meer wortels te ontwikkelen. Door slechts een korte boompaal te gebruiken, geef je een jonge boom meer bewegingsvrijheid en zal zijn stam dikker worden dan wanneer je een lange steunpaal gebruikt.
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.

Als een jonge boom te stil wordt gehouden door een stevige boompaal en een te strakke spanband, is dat niet goed voor zijn ontwikkeling. En als je de boom te hoog vastbindt, bijvoorbeeld net onder de kroon, wordt de stam boven de spanband dikker, maar niet daaronder. Goed steunen betekent dus dat je de boom genoeg moet steunen zodat zijn wortelkluit in de grond verankerd blijft, maar de stam wel nog in de wind kan bewegen en in omvang kan groeien.
Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Als je je aan deze tips houdt, weet je zeker dat je nieuwe boom stevig staat en goed door kan groeien.
Bomen van minder dan 1,5 meter hoog hebben geen steunpaal nodig.
Eén boompaal is voldoende. Twee palen gebruikt men soms bij de aanplant van grotere, rijpere bomen, maar voor de gemiddelde tuin is dit niet nodig.
De boompaal moet ongeveer een derde van de totale hoogte van je boom lang zijn.
Zet de boompaal recht in de grond voor je de boom plant. Boompalen schuin plaatsen is aan te raden op zeer winderige plekken. Ligt je tuin beschut, dan is dit echter niet nodig en zul je er waarschijnlijk alleen maar over struikelen.

Om de boompaal te bevestigen aan de boom heb je maar één boomband nodig. Maak die vast vlakbij de bovenkant van de boompaal.
Gebruik een brede, flexibele band – bijvoorbeeld een speciale boomband, maar ook een binnenband van een fiets of zelfs een oude panty werken prima.
Laat een ruimte van 2 à 4 cm open tussen de stam en de boompaal, zodat de boom niet langs het paaltje kan schuren.

De boompaal in de grond slaan doe je aan de kant van de boom waar de overheersende wind vandaan komt. Voor Nederland en Vlaanderen is dat het zuidwesten.
Een boompaal hoef je niet zo diep mogelijk te slaan, als hij maar stevig in de grond staat – anders geeft hij niet genoeg steun.
Controleer de boomband regelmatig om te zien of hij de groei van de boomstam niet hindert.
Na twee jaar zou het wortelstelsel van de boom stevig genoeg moeten zijn. Controleer dit door de boomband los te maken en de boom voorzichtig een duwtje te geven. Zie je grond rondom de stam niet meebewegen, dan is de boompaal niet meer nodig. Maar graaf hem niet uit! Zaag hem gewoon af tot aan de grond of laat hem staan.