Dit moet je doen om egels in je tuin te krijgen

Wil jij egels een handje helpen? Ze kunnen je hulp goed gebruiken.

De egel heeft het niet makkelijk. Door intensieve landbouw verdwijnt steeds meer van zijn natuurlijke leefgebied en auto’s maken veel slachtoffers onder de egels. En dan vindt hij door het gebruik van gif ook nog eens steeds minder rupsen, kevers en slakken om te eten. Met de volgende eenvoudige aanpassingen doe je de egels in je tuin dan ook een groot plezier.

De egel moet natuurlijk wel je tuin in kunnen komen. Maak dus een opening van 12 x 12 cm in een poort of graaf een tunnel onder een schutting. Heb je een grote tuin, maak dan meerdere toegangswegen.

Slakkenkorrels, ook ecokorrels, zijn vergif. Honden, katten en ook egels kunnen er dood aan gaan. Bovendien eten egels slakken en krijgen ze zo het gif binnen. Er zijn ook natuurlijke manieren om van slakken af te komen. Meer egels naar je tuin lokken bijvoorbeeld!

Een heg als tuinafscheiding is ideaal voor de egel. Hij kom zo niet alleen makkelijk je tuin in, maar in de gevallen bladeren eronder kan hij ook voedsel vinden, zijn winterslaap houden en zijn jongen grootbrengen. Planten als meidoorn en hazelaar trekken motten aan waardoor er meer rupsen in je tuin komen: lekker eten voor de egel.

Dierenopvangen zitten vol met egels met ernstige verwondingen veroorzaakt door grastrimmers en robotgrasmaaiers. Een egel per ongeluk verwonden of zelfs doden is makkelijk te voorkomen: kijk voor je begint goed of er een egel in het lange gras ligt. Vind je er eentje, zet hem dan gewoon (met handschoenen aan!) op een veilige plek. En laat robotmaaiers niet ’s nachts maaien!

Een diepe vijver met steile randen is een regelrechte val voor egels. Ze kunnen zwemmen, maar raken snel uitgeput als ze niet op de kant kunnen klimmen. Zorg dus dat egels makkelijk je vijver in en uit kunnen. Stapel bijvoorbeeld stenen aan een kant van de vijver.

Inheemse struiken zoals kamperfoelie (Lonicera), hondsroos (Rosa canina), meidoorn (Crataegus) en sleedoorn (Prunus spinosa) trekken veel verschillende motten aan. Uit de eitjes die de motten op de blaadjes leggen komen rupsen die naar de grond kruipen om zich te verpoppen. Daar vormen ze een voedzaam maaltje voor de egels.

Egels hebben een veilige, droge plek nodig om te overwinteren en hun jongen groot te brengen. Maak er zelf eentje of koop hem kant-en-klaar. Zet het huis op een beschutte plek neer, bijvoorbeeld onder een heg.

Een berg bladeren, takken of houtblokken in een rustig hoekje van de tuin vormt voor egels een warme, droge en beschermde plek om te overwinteren en te nestelen. En net als de egels zoeken ook insecten, duizendpoten en slakken hun toevlucht op deze plekken. Het voedsel komt dus letterlijk naar de schuilplaats van de egels toe.

Zeker voor en na de winterslaap kan de egel wel wat extra voedsel gebruiken. Katten- of hondenvoer met vlees zijn goed voedsel, evenals gekookt ei. Maar geef ze vooral geen brood en melk. Daar krijgen de beestjes diarree van, wat leidt tot uitdroging en mogelijk de dood.

Stook je wel eens wat takken en ander snoeiafval op, realiseer je dat de hoop door egels kan worden aangezien voor een mooi winterverblijf. Controleer dus eerst of geen egel ligt te slapen. Of nog beter: maak geen vuur! Op veel plaatsen is het verbranden van snoeiafval sowieso verboden, en gezond is het ook niet.