Complete plantengids: erwten

Waarom zou je erwten uit een potje of uit de diepvries eten als je ze ook kakelvers en heerlijk zoet en zacht kunt oogsten uit je eigen tuin? De planten zijn erg makkelijk te kweken, nemen weinig ruimte in en zien er mooi uit.

Je kunt erwten zaaien op verschillende momenten. Al in februari kun je ze voorzaaien in modules in een koude kas. Ze kunnen namelijk best wat kou hebben. Je kunt ook wachten en je erwten zaaien in de volle grond. Dat kan tussen maart en begin juli. Wil je écht vroeg oogsten, vanaf mei, zaai dan in het najaar. Bescherm de zaden en zaailingen dan wel tegen muizen, hongerige duiven en al te koud weer.

Vanaf februari kun je erwten voorzaaien in de koude kas. Aangezien ze bij koele temperaturen beter ontkiemen dan bij warmte, kun je ze beter niet in huis voorzaaien. Geen probleem natuurlijk, want zo houd je binnen meer plek over voor andere planten.

Laat de zaden een nachtje weken om de zaadhuid zachter te maken. Daarna zaai je in een zaaitray per vakje één erwt op ongeveer 3 cm diepte. Zet de tray een half uur in een bak water om de grond vochtig te maken, laat uitlekken en zet de tray in de koude kas.

Iedere week interessante, handige en inspirerende plantenartikelen in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Kies een zonnige, goed drainerende plek. Meng een ruime hoeveelheid compost of champost door de grond om de grond te verbeteren. Maak een zaaigeultje van ongeveer 20 cm breed en 3 cm diep. Zaai de erwten in twee parallelle rijen met steeds circa 10 cm tussenruimte. Bedek de zaden met grond, geef water en label de rij. In een à twee weken verschijnen de zaailingen.

Tot slot kun je erwten ook zaaien in de kas in het najaar om te voorkomen dat ze worden opgegeten door vogels en muizen. Doe dat op dezelfde manier als in de vollegrond.

Heb je de erwtenzaden voorgezaaid, dan kun je ze uitplanten zodra je er ruimte voor hebt en de kans kleiner is dat muizen of duiven er met de zaden vandoor gaan. Sommige laagblijvende soorten hoef je in principe niet te steunen met stokken. Klimmende soorten (rijsdoperwten) laat je het beste tegen gaas klimmen.

Geef erwtenplanten geen stikstofrijke mest. Ze behoren namelijk tot de plantensoorten die stikstof uit de lucht kunnen halen en in de grond omzetten in stikstof voor de wortels. Ze zijn qua stikstof dus zelfvoorzienend. Wel kun je ze vanaf de bloei wekelijks wat kaliumrijke vloeibare voeding geven om de vorming van peulen te ondersteunen.

Vanaf wanneer kun je doperwten oogsten en hoe ga je het beste te werk?

Erwten oogsten kan ongeveer drie maanden na het zaaien. Sugarsnaps oogst je wanneer ze de eerste tekenen vertonen dat er bollingen in de peulen ontstaan. Andere soorten zijn klaar zodra de peulen gezwollen zijn door de dikke inhoud.

Begin met het plukken van de peulen vanaf de onderkant van de plant naar boven. De onderste peulen zijn namelijk de meest rijpe. Gebruik twee handen bij het oogsten om te voorkomen dat je de plant beschadigt.

De smaak is het beste als je ze meteen na het oogsten eet. Maar in de groentelade van je koelkast blijven ze wel een week goed. Heb je een erg grote oogst, dan kun je doperwten en peultjes invriezen.

Heb je een grote erwtenoogst en zoek je kookinspiratie? Kijk dan bij onze collega’s van Foodies Magazine. Zijn hebben heel veel heerlijke recepten met doperwten.

Er zijn heel wat erwtensoorten: doperwten, grauwe, groene en gele erwten, sugarsnaps (suikererwten, foto), rozijnerwten. Van de meeste soorten eet je de inhoud van de peulen, dus zonder de schil. Maar peultjes en sugarsnaps kun je in hun geheel eten. 

Spliterwten zijn groene en gedroogde landbouwerwten. Van de droge erwten wordt de zaadhuid verwijderd. Doordat er geen velletje meer is om de inhoud bijeen te houden, valt de erwt in twee helften uit elkaar. Handig als je erwtensoep wilt maken, want zonder velletje vallen de spliterwten tijdens het koken makkelijk uit elkaar.

Je kunt kiezen uit rondzadige of gekreuktzadige erwtensoorten. De rondzadige soorten zijn redelijk groot, vrij melig (want zetmeelrijk) en niet zo zoet. Om te drogen zijn ze prima, evenals voor in de erwtensoep. Gekreuktzadige erwtensoorten zijn dankzij hun zoete, zachte smaak heerlijk om vers te eten.