Dit voer je wel aan vogels (en dit zeker niét)

In de wintermaanden, zeker wanneer het het koud is, hebben vogels voldoende voedsel nodig om warm te blijven. Tijdens koude nachten kunnen ze veel van hun lichaamsgewicht verliezen, dat ze dan zo gauw mogelijk moeten zien aan te vullen. Dit is wat je ze veilig kunt voeren en wat je beter achterwege kunt laten.

Het belangrijkst is om te zorgen dat er van nature voldoende voedsel in de tuin te vinden is. Afhankelijk van het seizoen en vogelsoort eten ze onder andere bessen, zaden en noten, bladluizen en allerlei andere insecten, bodemdieren, spinnen en (kleine) slakken. Roofvogels hebben het soms ook gemunt op andere vogels en andere soorten eten ook amfibieën.

Om dit natuurlijke voedsel te verkrijgen is het belangrijk een groene, biodiverse tuin aan te leggen. Denk bijvoorbeeld aan inheemse bomen, inheemse planten, struiken, (mini-)vijver met inheemse waterplanten, maar ook niet-invasieve tuinplanten die volop zaden geven in de herfst. Denk aan zonnebloemen, purperhoed, zonnehoed en inheems klimplanten zoals klimop en kamperfoelie.

Naast natuurlijk voedsel, kan het vogels helpen om bijgevoerd te worden. Geef voedsel in kleine beetjes, zodat de zaden niet gaan schimmelen en andere dieren, zoals muizen, niet bijgevoerd worden.

In de herfst- en wintermaanden kun je voor het voeren vooral denken aan:

In het voorjaar hebben vogels vooral behoefte aan kalk- en eiwitrijk voedsel in de vorm van insecten. In de zomer vinden ze meestal genoeg in de groene tuin, maar je kunt bijvoeren.

* Veel vogelvoeders bevatten resten van pesticiden en andere gifstoffen. Deze zijn zeer schadelijk voor vogels. Het is daarom aan te raden enkel biologische voeders aan te schaffen.

Vogels zijn niet altijd kieskeurig in wat ze eten. Dat betekent niet dat alles gegeven kan worden, want sommig voer is ongezond. Zorg dat je dit voer niet geeft:

Het kan gebeuren dat voedsel gaat schimmelen als het te lang blijft liggen, ook op afgedekte voederplaatsen en silo’s. Het is dus belangrijk deze regelmatig goed schoon te maken.

Dit doe je het beste met kokend water en om de zoveel tijd met duurzame zeep goed te schrobben. Kijk goed of je aanslag ziet op de bakjes of in de silo: dit is vaak een goede indicator voor het schoonmaken ervan.

Als je geen toegankelijk water hebt, zoals een natuurlijke vijver, dan kan het vogels helpen om een vogelbadje te helpen, zeker op hete dagen! Vogelbadjes kun je zelf maken. Ze zullen er van drinken en uitgebreid in badderen! Vul het badje het liefst dagelijks met vers (kraan)water, zo wordt de kans op vogelziektes kleiner. Geef nooit iets anders dan water.

Tip! Door in een ondiep vogelbadje of schotel ook wat kiezels te leggen, geef je ook de mogelijkheid aan bijensoorten en andere insecten om hun dorst te lessen.