Nat, natter, natst. Veel regen is een godsgeschenk voor naakt- en huisjesslakken. Hun lichaam bestaat voor wel 80% uit water en slakken komen alleen tevoorschijn als het vochtig genoeg is. Als het lange tijd vochtig is, kunnen slakken meer eten en zullen ze sneller eitjes leggen, wat soms wel honderden tegelijk kunnen zijn!
Lees verder na de advertentie
Een slakkeninvasie is dus het gevolg van een lange, natte periode met voor slakken aangename temperaturen (niet te koud en niet te heet). Maar let op: niet álle slakken zijn slecht voor je tuin!
Good slak, Bad slak?
Zijn naaktslakken goed of slecht voor de tuin? Dat hangt ervan af. Naaktslakken zijn in de tuin juist nuttig: ze houden ‘onkruid’ in toom, maar kunnen onder de juiste omstandigheden een plaag vormen en eten dan al onze geliefde tuinplanten op.
Ga er dus niet direct vanuit dat alle naaktslakken rigoureus verwijderd moeten worden uit de tuin: alle naaktslakken dragen bij aan de compostering van (dood) organisch materiaal en voeden daarmee dus jouw bodem en planten!
Deze 4 naaktslakken wil je zeker wél in je tuin hebben
Sommige slakken zijn eigenlijk alleen maar voordelig voor je tuin, omdat ze andere slakken eten of alleen rottend, plantaardig materiaal. Het kan natuurlijk zijn dat ze soms aan een vers blaadje knabbelen, maar dat is niet waar ze het eerste op af gaan. Laat deze soorten dus lekker hun gang gaan!
1. Tijgerslak (Limax maximus)
Dit is een van de grootste naaktslakken in Nederland, maar laat je daardoor niet afschrikken! Dit is een van je vrienden in de strijd tegen andere (naakt)slakken in de tuin. De tijgerslak eet misschien af en toe een vers blaadje, maar eet vooral andere slakken en dode planten.
Wekelijks tuintips in je mail
Iedere week biodiversiteitstips en praktisch tuinadvies in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
2. Lichte aardslak (Limacus flavus)
Deze naaktslak valt op tussen de ‘standaard’-naaktslakken door dat hij vrij licht is. Ook deze is nuttig, want hij leeft van dood plantenmateriaal en schimmels. Uiteindelijk worden jouw planten zo goed bemest! Deze slak komt oorspronkelijk uit Centraal-Europa, waar hij nu zeldzaam is.
3. Groene aardslak (Limacus maculatus)
De groene aardslak is zeer zeldzaam, maar kan zo toch maar in jouw tuin zitten! Net zoals de lichte aardslak eet deze dode planten en schimmels. Je kunt hem onderscheiden van de lichte aardslak door een veel duidelijker vlekkenpatroon. Net zoals de lichte aardslak, is deze niet inheems.
4. Bos-aardslak (Lehmannia marginata)
Woon je in of dichtbij het bos? Dan heb je kans dat je deze naaktslak in je tuin hebt. Lekker laten zitten, want hij is vooral dol op algen, schimmels en korstmossen!
Deze 4 naaktslakken wil je niet teveel in je tuin hebben
Alle slakken hebben een aandeel in de voedselkringloop van jouw tuin. In natte jaren en met te weinig natuurlijke vijanden kunnen ze zich razendsnel verspreiden en zo een plaag vormen. Voor een invasie van deze slakken moet je dus waakzaam zijn als ze in de buurt van jouw geliefde plantjes komen.
1. Spaanse wegslak (Arion maximus)
De naam geeft al iets weg: deze slak komt hier oorspronkelijk niet vandaan (maar is wel al hier sinds 1989). Het is een grote, roodachtige slak en is dol op verse bladeren. De grote exemplaren worden niet veel gegeten door dieren, de kleinere wel. Roofdieren lokken, zoals egels, heeft hier dus zeker zin! De grootste slakken kun je handmatig verwijderen.
2. Rode wegslak (Arion rufus)
Het inheemse neefje van de Spaanse wegslak. Ook deze kan in grote getallen een slachtpartij onder jouw planten veroorzaken. Als er veel kalk in de grond zit, zoals in Zuid-Limburg, kan deze slak feloranje eruitzien (stiekem best wel mooi).
3. Zwarte wegslak (Arion hortensis)
Weer een slak uit de ‘wegslak’-familie. Lust graag blaadjes, bloemen maar ook paddenstoelen in de tuin. Hij valt op door zijn grijszwarte kleur en de oranje onderkant (de voet).
4. Gevlekte akkerslak (Deroceras reticulatum)
Deze lichte naaktslak is dol op verse planten. In grote aantallen dus niet zo goed nieuws voor de moestuin en andere sappige plantjes.
Hap, slak, weg! Hoe voorkom je een slakkenplaag.
Voorkomen is beter dan genezen. We vertellen je wat je kunt doen om een slakkenplaag te voorkomen.
1. Zorg voor een diervriendelijke tuin
De beste bestrijding van slakken is het bereiken van biologisch evenwicht in de tuin. Veel slakken worden gegeten door andere dieren, zoals egels, kikkers, vogels en padden. Dit is een van de meest effectieve manieren om slakken te bestrijden in de tuin.
Wat je kunt doen om je tuin diervriendelijk te maken:
- Leg een vijver aan en nodig kikkers, salamanders en padden uit.
- Trek egels aan in je tuin, slakken zijn er dol op!
- Lijsters eten graag slakken: maak je tuin vogelvriendelijk.
2. Ga voor een groene tuin
Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar meer groen betekent meer voedsel en dus spreiding van de slakken. Zo krijgen planten de kans goed uit te groeien voordat ze als snack verorberd worden.
Bovendien zorgt groen voor meer natuurlijke vijanden zoals insecten die het gemunt hebben op slakken als gastheer voor hun larven.
3. Kies andere beplanting en een grote diversiteit aan planten
Sommige planten zijn slakken gewoonweg dol op, zoals hosta’s en koolsoorten. Er zijn ook een hoop planten die ze niet zo lekker vinden. Deze tuinplanten lusten slakken nauwelijks.
Naast tuinplanten zijn ook sommige inheemse planten niet lekker voor deze veelvraten, maar staan wel fantastisch in de tuin! Daarnaast trekken inheemse planten meer dieren naar je tuin en dus ook meer vijanden van de gevreesde slijmballen.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)
- Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides)
- Gele monnikskap (Aconitum vulparia)
- Wilde akelei (Aquilegia vulgaris)
- Duizendblad (Achillea millefolium)
- Longkruid (Pulmonaria officinalis)
- Klimop (Hedera helix)
- Beemdooievaarsbek (Geranium pratense)
- Inheemse varensoorten