Vingerhoedskruid zaaien: zo doe je dat in 4 stappen

Je vindt ze in allerlei kleuren, zowel in het wild als in tuinen: vingerhoedskruid. Bestuivers zoals bijen en hommels zijn er gek op en het zijn ideale bloemen om meer hoogte toe te voegen aan je border of bloemenveld. Vingerhoedskruid zaaien is bovendien makkelijk en leuk! Met dit stappenplan heb je voor je het weet een prachtige collectie Digitalis purpurea in jouw tuin staan.

Vingerhoedskruid zaaien doe je het beste in juni of juli. Vervolgens dun je opgekomen kiemplanten uit als ze te dicht op elkaar staan. Als je voorzichtig te werk gaat, kun je de uitgedunde zaailingen ook verspenen zodra hun eerste echte blaadjes verschijnen. Zodra de wortels van de groeiende plantjes uit de onderkant van de pot steken, is het tijd om te verpotten. In september of oktober kun je de zaailingen uitplanten, dan bloeit je vingerhoedskruid in mei en/of juni het jaar daarop.

Meer lezen: Dit zijn de allermooiste soorten vingerhoedskruid

Iedere week dit soort praktische plantentips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.

Wil je vingerhoedskruid zaaien in potten of ze voorzaaien in een zaaibak? Volg dan dit eenvoudige stappenplan:

Als eerste vul je een pot of zaaibak tot twee derde met (turfvrije) potgrond. Zaai- en stekgrond is een goede optie, omdat deze aarde genoeg voedingsstoffen biedt voor zaailingen. Vervolgens zeef je de rest van de grond die je wilt gebruiken boven de pot of zaaibak. Waarom? Zo verwijder je brokken in de aarde die in de weg kunnen zitten bij het ontkiemen en geef je de zaadjes een betere kans om uit te komen.

Nu je de pot hebt aangevuld met een laag fijnere aarde, druk je de grond licht aan met een stamper of de onderkant van een lege pot. Geef de aarde dan flink water, totdat de grond doordrenkt is.

Het zaad van Digitalis purpurea is erg fijn en je hebt maar weinig nodig om een overvloed aan planten te kweken. Doe daarom een kleine hoeveelheid in je handpalm, pak het zaad dan tussen duim en wijsvingers en strooi het op de zaaigrond – een beetje zoals je een snuf kruiden of zout over het eten sprenkelt. Zaai niet te dicht op elkaar.

Het zaad van vingerhoedskruid heeft licht nodig om te ontkiemen, vandaar dat je zaadjes bovenop de aarde strooit in plaats van ze dieper in de grond te zaaien.

Als laatste bedek je de zaadjes met glas of een plastic zak. Op die manier houdt de grond beter vocht vast en is de kans kleiner dat je zaailingen straks in te droge grond staan.

Merk je op een later moment dat de grond begint uit te drogen? Zet de pot dan in een laagje water, zodat de grond weer via de onderkant vochtig wordt zonder dat de zaadjes wegspoelen. Je kunt ook af en toe het glas of de plastic zak eraf halen om het geheel te laten luchten. Zo verklein je de kans op schimmelvorming.

Na het zaaien is het wachten geblazen. Zorg dat de grond vochtig blijft en haal het glas of de plastic zak weg wanneer de zaadjes ontkiemen. Wanneer de zaailingen groot genoeg zijn, kun je ze uitdunnen of verspenen. Als je vingerhoedskruid volgend jaar uitgebloeid is, zaaien de planten zichzelf uit. Je kunt natuurlijk ook het zaad oogsten en zelf zaaien waar en zoveel als je wilt. Zo heb je altijd vingerhoedskruid in je tuin staan!

Vingerhoedskruid zaaien hoef je niet per se in een pot te doen. Je kunt Digitalispurpurea namelijk ook rechtstreeks in de vollegrond zaaien. Zorg dat de grond vochtig is voordat je gaat zaaien. Als je na het zaaien water geeft, loop je namelijk het risico dat de zaadjes wegspoelen.

Kies bij het zaaien het liefst voor een plaats met gevlekte schaduw, bijvoorbeeld onder bomen die wel wat zon doorlaten, maar ook schaduw bieden. Op die manier bescherm je de zaailingen tegen de zon als ze nog kwetsbaar zijn.