Bloemen zaaien: onmisbare zaaitips voor beginners

Als je net begint met tuinieren, lijkt bloemen zaaien zo simpel: stop wat zaadjes in de grond en afwachten maar! Maar voor een kleurrijke en levendige zomertuin is er meer nodig. Met deze zaaitips voor beginners groeien zoveel mogelijk zaden ook daadwerkelijk uit tot volwassen bloemen.

Wanneer je bloemen zaait, is afhankelijk van welke bloemen je wil zaaien. Je vindt advies op de zadenverpakking. Sommige bloemen zaai je direct in de vollegrond, maar andere zaden kun je beter voorzaaien. Dat betekent dat je ze eerst binnen zaait, zodat je de planten buiten kunt zetten zodra het grootste risico op vorst voorbij is. In deze handige zaaigids lees je welke type bloemen en groenten je wanneer kunt zaaien.

Iedere week dit soort zaaitips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Om bloemen te zaaien kun je eigenlijk alles gebruiken waarin een laagje zaaigrond past en waaruit overtollig water weg kan lopen. Maar herbruikbare zaaibakken of zaaitrays met losse vakjes zijn het makkelijkst. Begin je helemaal vanaf nul met zaaien, schaf dan stevige zaaitrays aan die je steeds weer kunt hergebruiken. Dat is op termijn goedkoper én beter voor het milieu.

Zaaigrond moet genoeg voedingsstoffen bevatten om de zaden te laten ontkiemen en uitgroeien tot sterke zaailingen. Maar van te veel voeding worden de plantjes lui en wortelen ze maar oppervlakkig. Ook moet de grond genoeg water vasthouden, maar wel genoeg afwateren. Zaaigrond uit de winkel voldoet aan al deze eisen, maar je kan ook zelf zaaigrond samenstellen. Gebruik daarvoor:

Vul je zaaitrays of zaaibakken tot aan de rand met de zaaigrond en duw het aan met een houten plankje of met de vlakke hand. Je kunt de bak ook tegen een vlak oppervlak tikken om de grond in te laten klinken. Duw de grond niet te stevig aan! Dan duw je alle lucht uit de grond, terwijl de zaden alle beschikbare lucht en licht goed kunnen gebruiken.

Hoe je zaait, hangt deels af van de grootte van de zaden.

Bedek je zaden vervolgens met een dun laagje zand om ze op hun plek te houden en om te voorkomen dat de grond snel uitdroogt.

Zaden hebben vocht nodig om ‘wakker’ te worden. Je moet ze dus water geven. Maar met een plantenspuit is de kans groot dat je de zaden wegblaast. Je zet de zaaibak dus het beste een paar minuten in een laagje water. Het water wordt dan via de gaatjes onderin de zaaitray door de grond omhoog gezogen. Zie je dat het oppervlak nat wordt? Haal de bak dan uit het water en laat hem uitlekken.

Zet de zaaibak wanneer hij is uitgelekt op een warme, lichte plek. Warmte van onderen van een elektrische propagator (verwarmde zaaibak) is handig, maar geen must. Ook een kas is niet nodig. Een lichte vensterbank (eventueel met een verwarmingsradiator eronder) is genoeg.

Zaden hebben een verschillende kiemtijd. Je vindt de kiemtijd van je zaden vaak op het zadenzakje. Afhankelijk van de warmte en de hoeveelheid licht kunnen je zaden sneller of langzamer kiemen. Heb je het gevoel dat je zaden helemaal niet kiemen? Lees dan deze 7 redenen waarom je zaden niet kiemen.

De eerste twee blaadjes die boven de grond verschijnen zijn de zogeheten kiemblaadjes. De bladeren die daarna verschijnen, zijn de eerste echte blaadjes. Wanneer je zaailingen die felbegeerde eerste echte blaadjes hebben, is het tijd om ze te verspenen. Dat houdt in dat je de plantjes in een grotere zaaibak of elk in hun eigen potje zet.

Haal de plantjes voorzichtig uit de grond en houd ze vast aan hun blaadjes (niet aan de steel) terwijl je ze in de nieuwe potjes zet.

Na het verspenen laat je de plantjes nog steeds beschut staan, tot het risico op vorst geweken is. Dat is normaal gesproken rond IJsheiligen, half mei. De planten zijn dan groot en sterk genoeg om op eigen benen te staan. Hard ze geleidelijk af. Dat betekent dat je ze ongeveer een tot twee weken lang overdag buiten zet, en ’s avonds weer naar binnen haalt. Daarna kun je ze naar je borders verplanten.