Permacultuur moestuin: wat het is en hoe je begint
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Steeds meer tuiniers ontdekken de voordelen van een permacultuur moestuin – niet alleen omdat het milieuvriendelijk is, maar ook omdat het uiteindelijk minder werk kost. Maar wat houdt permacultuur precies in? En hoe pak je het aan? Wij helpen je op weg.
Lees verder onder de advertentie
Het woord permacultuur komt van permanent agriculture – letterlijk: duurzame landbouw. Maar je hoeft zeker geen grote akker te hebben om een permacultuur moestuin te maken. In de praktijk betekent het vooral dat je je tuin zo inricht dat alles met elkaar samenwerkt. Denk aan fruitbomen die schaduw geven aan schaduwminnende groenten, kruiden die plagen op afstand houden, en plantenresten die terugkeren naar de bodem als voeding. Er wordt niets verspild en de tuin als geheel kan tegen een stootje.

Een permacultuur tuin oogt vaak losser en natuurlijker dan een klassieke moestuin, maar achter die ogenschijnlijke chaos schuilt een goed doordacht idee dat allerlei voordelen oplevert:

Enthousiast geworden? Dat wil je vast meteen aan de slag! Maar waar begin je? Met deze stappen leg je een stevige basis voor de toekomst:
Elke permacultuur moestuin begint met observeren. Er zijn een aantal dingen waar je goed op moet letten. Denk aan kijken waar hoe de zon beweegt, welke soorten schaduw er zijn, waar water zich verzamelt en welke planten spontaan opkomen. Kijk en luister naar wat de natuur je vertelt. Doe dit zeker een paar weken voordat je begint met het uitwerken van je plannen.

In de permacultuur draait locatie niet alleen om zon of schaduw, maar ook om slim omgaan met energie en de kringloop. Water, compost, oogst, onderhoud: alles moet in balans zijn. Daarom wordt in de permacultuur vaak gewerkt met zones, die allemaal een eigen functie hebben.

In een permacultuur moestuin werk je niet met rijen, maar met lagen, net als in de natuur. Het idee is dat bomen en struiken de bovenlaag vormen. Daaronder groeien groenten en kruiden, en bodembedekkers houden de grond vochtig en levend. En vergeet ook de ‘onzichtbare’ lagen niet: de knollen onder de grond en de verticale ruimte voor klimplanten.

Planten kunnen elkaar op verschillende manieren helpen: door plagen te weren, nuttige insecten aan te trekken, voedingsstoffen te delen of als natuurlijke steun te dienen. Door planten slim te combineren, laat je de natuur het zware werk doen. Zet bijvoorbeeld wortel naast ui om de wortelvlieg te weren, laat bonen klimmen in de maïs of plant afrikaantjes bij tomatenplanten tegen witte vliegen en om nuttige insecten te lokken. Zo werk je samen met de natuur in plaats van ertegen.

Een gezonde bodem is de basis van elke permacultuur moestuin. In plaats van te spitten, zet je wormen en schimmels aan het werk. Dat doe je door het bodemleven te voeden met organisch materiaal (compost, bladaarde, stro, grasmaaisel …). Ook planten zoals smeerwortel zijn erg nuttig. Deze diepe wortelaar haalt mineralen uit de ondergrond en brengt ze via zijn bladeren weer naar het oppervlak. Van de bladeren kun je smeerwortelgier maken, wat weer dient als plantenvoeding.
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.

Bij het kiezen van eetbare planten voor je permacultuur moestuin draait het om meer dan alleen oogst. Het is ook nuttig als ze weinig verzorging vragen, inheems zijn, meerjarig zijn of zichzelf uitzaaien. Zo creëer je een veerkrachtig ecosysteem dat zichzelf grotendeels verzorgt en de biodiversiteit verbetert. Probeer bijvoorbeeld deze eetbare planten:
Een permacultuur tuin kan van klein formaat tot een groot bos. Een paar voorbeelden:
Met een kruidenspiraal creëer je op een klein oppervlak verschillende microklimaten – van zonnig en droog tot schaduwrijk en vochtiger – en kun je veel soorten kruiden kweken.
Heb je echt de ruimte, dan is een voedselbos met een of meer fruit- en notenbomen, bessenstruiken en vaste groenten een geweldig project. Het kan zowel op kleine als op grote schaal. Voedselbos Ketelbroek bij Groesbeek (hieronder) begon bijvoorbeeld in 2009 als kale akker en is inmiddels uitgegroeid tot een voorbeeld van wat er mogelijk is – met ruim 400 soorten planten waarvan een groot deel eetbaar is.
Gemengde moestuinbed, waar groenten, bloemen en kruiden door elkaar groeien en elkaar helpen, is ook voor kleine tuinen erg geschikt. Zo kun je op een klein oppervlak veel verschillende soorten kweken – en als je het slim aanpakt, ziet het er het hele jaar door mooi uit.
Een natuurvijver met inheemse vijverplanten of een paddenpoel lokt onder andere kikkers en egels. Die helpen jou vervolgens van je slakken af. Maar ook vogels en allerlei insecten maken maar graag gebruik van een vijver.