Wisselteelt, wat is het en hoe werkt het? (met schema’s)
Iedereen die zijn eigen groenten kweekt, heeft er wel eens van gehoord: wisselteelt. Maar wat is het eigenlijk? Waarom is het belangrijk? En kan het ook als je moestuin slechts uit een paar potten, bakken of verhoogde bedden bestaat?
Wat is wisselteelt?
Wisselteelt, ook wel teeltrotatie, gewasrotatie of vruchtwisseling genoemd, houdt in dat je elk jaar andere soorten eenjarige groenten kweekt op hetzelfde stukje grond. Waar je dus het ene jaar bijvoorbeeld aardappelen kweekt, zet je het volgende jaar bonen. En het jaar daarna weer wat anders.
Waarom wisselteelt belangrijk is
De reden dat je elk jaar de groenten wisselt van plek, is dat je zo problemen met ziekten en plagen voor bent. Een bekend voorbeeld is bruinrot bij aardappelen: deze ziekte voorkom je door na het oogsten meerdere jaren geen piepers op dezelfde plek te kweken.
Maar er is nóg een belangrijke reden om wisselteelt toe te passen. De groenten die je het ene jaar kweekt, maken de grond beter geschikt voor het gewas dat je het jaar daarna op die plek plant. Peulgewassen (zoals bonen en erwten) voeden de grond bijvoorbeeld met extra stikstof. En daarvan profiteren de koolgewassen die je het jaar erna hier plant. Op deze manier vergroot je de kans op een geslaagde oogst.
Zo werkt gewasrotatie
Nu weet je dus wat gewasrotatie is en waarom het belangrijk is. Maar hoe werkt het in de praktijk? Stel, je hebt zes vakken in je moestuin. Onze groenten delen we vervolgens op in 6 groepen, namelijk aardappelen (1), peulgewassen (2), koolgewassen (3), bladgewassen (4), vruchtgewassen (5) en wortelgewassen (6).
Lees verder na de advertentie
Als je nu in het eerste vak aardappelen kweekt, zet je daar volgend jaar je peulgewassen. En op de plek waar eerst de peulgewassen stonden, zet je vervolgens de koolgewassen. Zo schuiven alle groenten een vak op. Tegen de tijd dat de wortelen weer in het vak van de aardappelen komen, zijn er weer genoeg jaren verstreken om de kans op nare schimmels te minimaliseren.
Wekelijks tuintips in je mail
Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Wisselteelt: kies je schema
Voor goede wisselteelt of gewasrotatie is het niet voldoende om willekeurige soorten groenten na elkaar te planten. Het is belangrijk dat je een specifieke volgorde aanhoudt. Daarvoor bestaan zogeheten wisselteeltschema’s. Meervoud dus, want er bestaan meerdere schema’s hiervoor.
In ons eerdere voorbeeld gebruikten we een van de populairste schema’s die bestaat uit 6 groepen. Maar wat nou als je niet zo veel moestuinbakken of -vakken hebt? Voor wisselteelt heb je minimaal 3 groepen nodig, dus gelukkig kun je ook in een kleine moestuin profiteren van de voordelen van gewasrotatie.
Wisselteeltschema voor een grote moestuin
Heb je voldoende ruimte, dan is dit schema een uitstekend begin:
- Aardappelen
- Peulgewassen
tuinbonen, erwten, sperziebonen, snijbonen … - Koolgewassen
broccoli, bloemkool, boerenkool, koolrabi, radijsjes … - Bladgewassen
andijvie, bleekselderij, prei, sla … - Vruchtgewassen
aubergines, courgettes, tomaten, paprika’s … - Wortelgewassen
wortelen, bieten, pastinaak, schorseneren, uien, knoflook …
In het vak waar eerst de aardappelen stonden, staan het jaar erna de peulvruchten, daarna knolgewassen. Zo volg je het schema totdat uiteindelijk de aardappelen weer in dat vak komen te staan na de wortelgewassen. Dan begint de volgorde opnieuw.
Wisselteeltschema voor een kleine moestuin
Heb je minder ruimte tot je beschikking, dan is het geen probleem om sommige soorten groenten te samen te voegen tot één groep.
- Nachtschadegewassen
aardappelen, tomaten - Peulgewassen
bonen, erwten … - Kool- en knolgewassen
bieten, radijsjes, broccoli, bloemkool … - Wortel- en bladgewassen
wortelen, pastinaak, uien, knoflook, sla …
De volgorde van de stappen is hetzelfde als bij het wisselteeltschema met zes groepen, alleen houd je bredere categorieën aan. Je volgt nachtschadegewassen op met peulgewassen, dan kool- en knolgewassen, en uiteindelijk wortel- en bladgewassen. Daarna begin je weer met nachtschadegewassen.
Wisselteeltschema voor een moestuin in potten in bakken
Voor de kleinste moestuintjes kun je nog een andere indeling gebruiken:
- Groenten die veel stikstof gebruiken
aardappelen, tomaten, kool, bladgroenten, courgettes, komkommers, prei … - Groenten die weinig stikstof gebruiken
wortelgewassen, bieten, uien - Groenten die stikstof teruggeven aan de bodem
peulvruchten (erwten, bonen)
De volgorde werkt hetzelfde als bij de vorige twee wisselteeltschema’s, waarbij je groenten die veel stikstof gebruiken opvolgt met groenten die weinig stikstof gebruiken en vervolgens met groenten die stikstof teruggeven aan de bodem. Dan begin je weer van vooraf aan.