Zo kweek je zelf de smakelijkste aubergines

Hoewel de aubergine (Solanum melongena) al duizenden jaren bekend is in India en China, waren het de Fransen die hem zijn uiteindelijke naam gaven. Hoe dan ook, deze vrucht vormt de basis van diverse heerlijke gerechten. Zelf aubergine kweken is bovendien niet heel ingewikkeld, mits je de plant genoeg warmte biedt en op tijd begint met zaaien.

Aubergines hebben een lang groeiseizoen nodig, want de vruchten hebben veel tijd nodig om te rijpen. Het beste kun je dus al vroeg beginnen. Aubergines zaaien kan in een verwarmde kweekbak met groeilampen al vanaf januari. Heb je geen verwarmde kweekbak, zaai ze dan binnen voor in maart. Zaai op vochtige potgrond en bedek de zaden lichtjes met vermiculiet of wat scherp zand of gezeefde (turfvrije) potgrond.

Iedere week dit soort handige (moes)tuintips, checklists en inspiratie in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Auberginezaden hebben veel warmte nodig voor een goede ontkieming. Kies een plek waar het stabiel rond de 20 ºC is. Een verwarmde kweekbak is hiervoor het meest geschikt. Zaai ze in een zaaitray in vochtige potgrond. Na 10 à 14 dagen verschijnen de zaailingen. Zet de tray op een warme plek met veel licht en verpot de plantjes in potjes van 7 cm zodra de eerste echte blaadjes verschijnen. Verpot ze nogmaals naar potjes van 12 cm wanneer je de wortels uit de drainagegaten ziet komen.

Zet de aubergineplanten in de kas of serre zodra de nachttemperaturen niet meer lager worden dan 10 C. Wil je ze aubergines buiten kweken (vergeet niet om ze eerst af te harden!), dan kun je de aubergines het beste in potten van 25-30 cm zetten en ze pas vanaf eind mei naar buiten verhuizen. Mocht het onverhoopt toch een keer te koud worden, dan kun je de planten makkelijk verplaatsen naar een warmere plek.

De aubergineplant, soms ook wel eierplant genoemd, houdt van een voedingsrijke, vochtige grond die goed afwatert, volop zon en warmte. Een zonnige vensterbank of kas is perfect voor ze, maar buiten aubergine kweken kan ook als je ze genoeg warmte en zon kunt bieden.

Om te zorgen voor stevige planten, kun je de groeitop verwijderen zodra ze een hoogte van ongeveer 30 cm hebben bereikt. De plant vertakt dan en krijgt lager aan de hoofdstengel nieuwe uitlopers. Een aubergine dieven (zoals bij tomaten) is niet nodig. Heb je al vijf à zes vruchten, verwijder dan ook nieuwe vruchtjes om alle energie naar de eerste vruchten te leiden.

Voed de aubergineplanten wekelijks met een kaliumrijke voeding (zoals tomatenmest) zodra de planten beginnen te bloeien en geef ze steeds voldoende water. Om in de kas de vruchtzetting te bevorderen, kun je zachtjes tegen de bloemen tikken of ze benevelen met een plantenspuit om te helpen bij de bestuiving. Of zet buiten planten in de buurt die veel bestuivende insecten lokken.

Je kunt de aubergines in de kas meestal oogsten vanaf juli en buiten vanaf augustus. Zodra de vruchten niet meer groeien en de schil mooi glanst duw je voorzichtig op de schil. Blijft er een deukje zitten? Dan is je aubergine rijp. Oogst hem meteen, want als hij hard wordt, smaakt hij niet lekker meer.

Je kunt aubergines het beste meteen na het plukken koken, grillen, bakken of roosteren, want je kunt ze niet lang bewaren. Sommige soorten kun je beter eerst snijden en zouten voor het koken om eventuele bitterheid te verwijderen.

Kijk bij onze collega’s van Foodies voor een aantal heerlijke recepten met aubergine.