Complete plantengids: bloemkool

Bloemkool heeft de reputatie lastig te kweken te zijn, maar met de juiste omstandigheden en verzorging kun je met succes bloemkolen kweken die niet onderdoen voor wat je in de winkel kunt kopen. Bovendien zijn er veel variëteiten te kweken, waaronder de buitenaards uitziende groene romanesco.

Plant bloemkolen in rijke, zware grond met voldoende vocht. Bereid de grond goed voor en voeg veel organisch materiaal toe, zoals goed verteerde paardenmest of compost. Zet de plant goed vast in de grond om te voorkomen dat de koolvlieg eitjes legt in de grond rond de stengel, en gebruik zo nodig een wortelkraag. Geef tweewekelijks stikstofrijke vloeibare voeding en oogst tussen drie en vijf maanden na het zaaien.

Bloemkoolzaden kun je direct op een zaaibed zaaien, hoewel de resultaten meestal beter zijn als je in zaaibakjes voorzaait en later uitplant. Zaai vanaf februari onder glas of vanaf maart direct. Je kunt ook later zaaien onder glas vanaf oktober en de planten laten overwinteren voor een vroege oogst het volgende jaar. Dit heet ook wel weeuwenteelt.

Wil je direct zaaien, bereid het bed dan goed voor door het volledig vrij te maken van onkruid. Zaai de zaden dun, en zo’n 2 cm diep. Zaailingen dun je uit tot ze een onderlinge afstand van 60 cm hebben.

Om onder glas te zaaien, vul je een bak met meerdere cellen met vochtige, turfvrije potgrond en zaai je de zaden 2 cm diep. Dun de zaailingen uit tot één per cel. Wacht tot alle kans op vorst is geweken voordat je de planten geleidelijk laat wennen aan de buitenomstandigheden (afharden) voordat je ze uitplant. Dit is meestal na half mei, de periode die we IJsheiligen noemen.

Bloemkool doet het het beste op een zonnige plek met rijke, vochtige, alkalische grond, gemengd met veel organisch materiaal zoals goed verteerde paardenmest of tuincompost. Als je denkt dat je grond zuur is, doe dan een pH-test en voeg kalk toe indien nodig. Niet alleen zullen de planten dan beter groeien, maar het zou ook de schimmelziekte knolvoet kunnen voorkomen. De beste maand om bloemkool te planten is mei, juni of juli.

Plant jonge planten uit die je uit zaad hebt gekweekt of plugplanten die je gekocht hebt. Belangrijk is dat de planten zijn opgepot en geacclimatiseerd aan de buitenkweekomstandigheden.

Plant diep en zet zomer- en herfstrassen op 60 cm afstand en winterrassen op 75 cm. Minder afstand van 30-45 cm resulteert in kleine bloemkolen waarvan je een maaltijd voor één persoon kunt maken. Je kunt één bloemkool per plant verwachten.

Zorg ervoor dat de grond vochtig is voordat je gaat planten. Droge grond kan leiden tot een groeiremming, waardoor bloemkolen kunnen doorschieten of misvormde kroppen kunnen krijgen. Duw de grond rond de planten stevig aan en geef grondig water. Plaats indien nodig een kraag om koolvlieg te voorkomen.

Geef elke 10 dagen tot twee weken water. Geef vaker water bij droog weer. Schoffel rond de basis van de planten om concurrentie van onkruid te verminderen. Zodra de planten goed zijn aangeslagen, kun je beginnen met het geven van stikstofrijke voeding om de groei te stimuleren en de vorming van het eetbare deel te bevorderen.

Zodra de kool zichtbaar is, kun je de bladeren over de kool heen leggen. Op die manier blijft de bloemkool mooi wit.

Bescherm planten tegen duiven en de rupsen van kleine en grote witte vlinders, bekend als koolwitjes. Bedek de planten met fijnmazig gaas om te voorkomen dat de vlinders hun eitjes kunnen leggen in jouw kolen. Met bijvoorbeeld oude cd’s kun je vogels afschrikken. Als je eitjes of rupsen op je bloemkoolplanten vindt, zet ze dan over op blaadjes van Oost-Indische kers, die ze ook eten. Zo kunnen ze hun levenscyclus voltooien zonder schade aan te richten aan je bloemkoolplanten.

Knolvoet is een schimmelziekte die de wortels aantast van bloemkolen en andere koolsoorten, zoals spruitjes, kool en koolraap. Wortels raken opgezwollen en vervormd en de algehele groei kan worden belemmerd. Het is moeilijk om het volledig uit de grond te verwijderen, door bijvoorbeeld wisselteelt of gewasrotatie toe te passen, kun je voorkomen dat het een groot probleem wordt.

Bloemkool heeft meestal drie tot vijf maanden nodig om te rijpen, afhankelijk van wanneer je het zaad hebt gezaaid. Houd er rekening mee dat het in het begin lastig kan zijn om te weten wanneer je je bloemkool moet oogsten. Kijk op de zaadverpakking voor de ideale oogstgrootte, dit kan per variëteit verschillen. Je oogst bloemkool als het goed en stevig is – je hebt het oogstmoment gemist zodra de bloemkool is gaan scheuren. Witte variëteiten moet je oogsten voordat de krop geel wordt.

Om bloemkool te oogsten, snijd je de stengel af met een scherp mes of een goede snoeischaar en neem je de hele bloemkool en een paar bladeren eronder mee. Het blad kan op de composthoop, bij de kippen of je kunt het stoven en eten.

Op zoek naar inspiratie over hoe je je bloemkool kunt gebruiken? Bekijk de bloemkoolrecepten van onze collega’s van Foodies magazine.