Aardappelen smaken nóg lekkerder als je ze zelf geoogst hebt. Maar vaak stoppen tuiniers hun pootgoed in de grond en laten de knollen vervolgens aan hun lot over – met bijbehorend teleurstellend resultaat. Dat is zonde! Want met een beetje extra liefde en aandacht wordt aardappelen kweken in je eigen tuin een doorslaand succes.
Lees verder na de advertentie
Tip: Begin half januari alvast met het bestellen van pootgoed, want op is op!
Aardappelen telen kan ook in kleine tuinen
Je hebt voor het telen van aardappelen geen grote tuin nodig. Een hoekje in de tuin of een vierkante meter moestuin zijn al voldoende. Je oogst dan misschien geen enorme hoeveelheden, maar de smaak is er zeker niet minder om!
Wekelijks moestuintips in je mail
Iedere week dit soort kweektips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Basisregels voor een heerlijke oogst piepers
Kies om te beginnen een zonnige, beschutte plek. Aardappelen houden van een lichtzure bodem, dus vermijd plekken die onlangs gevoed zijn met kalk. Is je grond erg alkalisch? Teel je aardappelen dan in verhoogde bedden of bakken. En, heel belangrijk, verbouw aardappelen niet elk jaar op dezelfde plek. Zo voorkom je de gevreesde aardappelziekte (Phytophthora infestans).
Aardappelen kweken in de volle grond in 6 stappen
Met dit stappenplan krijg je dit jaar je lekkerste aardappeloogst ooit!
1. Bereid de grond voor
Bereid de grond ruim op tijd voor, liefst al in de herfst, zodat de aarde kan rusten. Spit diep, verwijder onkruid en grote stenen, en voeg veel organisch materiaal (zoals compost) toe. Voeg voor het poten van de aardappelen meststoffen toe.
2. Je aardappelen voorkiemen
Als je je aardappel pootgoed voorkiemt, krijg je een vroegere oogst. Zet de knollen op een koele, goed verlichte plek tot de scheuten ongeveer 2,5 cm lang zijn.
3. Buiten poten kan tot april
Als het niet te koud is, kun je vanaf februari aardappelen buiten poten, maar je hebt tot begin april de tijd. Plant 15 cm diep. Vroege soorten zet je 30 cm uit elkaar, met 45 cm tussen de rijen. Bij latere soorten laat je 40 cm tussen de planten en 75 cm tussen de rijen.
4. De planten aanaarden
Aard regelmatig aan wanneer de planten groeien. Dat doe je door de grond rondom de stengels omhoog te harken. Zo krijg je een groter gewas en bescherm je de planten tegen vorst. Ook voorkom je blootstelling aan licht, dat de knollen groen (en giftig) maakt.
5. Geef de aardappelen genoeg water
Geef tijdens droge perioden grondig water, liefst met regenwater uit de regenton. Bewater de aarde en houd het blad droog om het risico op ziektes te verminderen.
6. Eindelijk! Je verse piepers oogsten
Oogst vroege soorten aardappelen wanneer de bloemen openen en latere soorten wanneer ze groot genoeg zijn. Haal de aardappels op een droge dag omhoog en verspreid ze een paar uur over de grond om de schil af te harden. Sla ze daarna op of eet ze vers.