De dagen worden korter en de tuin gaat in winterrust. Dit is een uitgelezen mogelijkheid om op een gemakkelijke stoel neer te ploffen en in een fijn tuinboek te grasduinen. De redactie geeft je alvast 11 tips voor boeken over tuinieren.
Lees verder na de advertentie
Headerfoto: Liesbeth Disbergen
Helga’s tips voor boeken over tuinieren
1. Flora Batava 1800-1934 – De wilde planten van Nederland
Helga: “Een van mijn nu al favoriete boeken is pas dit jaar uitgekomen. En dat terwijl de inhoud al eeuwenoud is. Ik heb het over de Flora Batava. Hoe zit dat? De Flora Batava was oorspronkelijk een boek dat een geïllustreerd overzicht gaf van alle in ons land voorkomende wilde planten. Het boek werd uiteindelijk in 28 delen uitgebracht, in de periode tussen 1800 en 1934. De Flora beslaat dus een tijdspanne van maar liefst 134 jaar. In de loop der tijd werkten er vele tientallen plantenkenners, kunstenaars en inkleurders aan mee, en het werd uitgeven door vier verschillende uitgevers.
Het begon allemaal met twee natuurliefhebbers: Jan Christiaan Sepp (1739-1811) en Jan Kops (1765-1849). Zij kwamen op het idee om alle wilde planten van Nederland in kaart te brengen en in 1800 verscheen het eerste deel van de Flora Batava. Maar ze hadden vast niet verwacht dat het uiteindelijk om zó veel soorten zou gaan dat het laatste deel pas in 1934 uitkwam. Niet dat er geen planten meer waren om te beschrijven, maar de laatste redacteur trok de stekker eruit. Hij besefte dat de wilde planten van Nederland steeds aan verandering onderhevig zijn en dat het werk nooit helemaal ‘af’ zou zijn.
De Flora Batava in het heden
Maar wat uiteindelijk voor me ligt, is het lijvige standaardwerk van bijna vijf kilo, gevuld met alle 2240 prachtige botanische illustraties die in de Flora Batava hebben gestaan. Het grootste deel daarvan zijn verkleinde weergaven van de platen, maar honderd afbeeldingen zijn op volledige grootte afgedrukt. Maar stuk voor stuk zijn ze een lust voor het oog.
Daarnaast hebben 65 plantenliefhebbers, waaronder ‘onze’ Rogier van Vugt, nieuwe verhalen bij de grote platen geschreven. Daarmee worden verleden en heden in dit boek weer met elkaar verbonden. In het voorwoord van het boek wordt al even ‘natuuramnesie’ aangestipt – het fenomeen waarbij elke nieuwe generatie genoegen neemt met ‘de natuur’ zoals ze die kennen, omdat ze niet weten hoe anders (en vaak rijker) de natuur was toen hun ouders of grootouders jong waren. De Flora Batava is wat dat betreft een belangrijke geheugensteun voor ons collectieve geheugen.”
Tip! Wil je de originele Flora Batava bekijken? Dat kan online, op de website van de Koninklijke Bibiliotheek.
2. No Dig – Charles Dowding
Helga: “We hebben het er in dit magazine ook wel vaker over: de no-dig-methode, ofwel tuinieren zonder spitten. De aartsvader van deze methode is Charles Dowding, die al sinds begin jaren 1980 pleitbezorger hiervan is. Sinds ik een moestuin op zware rivierklei bestier, klinkt ‘niet spitten’ me als muziek in de oren. Dowding legt in zijn boek uit dat als je de grond niet verstoort, alle bodemleven – zoals microben, insecten, wormen en allerlei schimmels – hun enorm belangrijke werk beter kunnen uitvoeren. En momenteel staat niet spitten extra in de belangstelling, omdat daardoor meer CO2 in de grond blijft zitten, wat beter is voor het klimaat.
Dowding begon met zijn methode van ‘niet spitten maar mulchen met compost’ nadat zijn poging om te mulchen met hooi was mislukt. De slakken konden in het hooi namelijk schuilen en aten vervolgens zijn zaailingen op … Tot zijn eigen verbazing zorgde mulchen met compost voor veel minder onkruid en hoefde hij steeds minder te wieden (lees: de grond verstoren).
Ik kan nog niet bepaald zeggen dat mijn moestuin onkruid- of slakkenvrij is, maar de grond is na één jaar al aardig verbeterd. En na het lezen van dit boek ben ik ervan overtuigd dat ik de ingeslagen weg slechts moet volhouden om straks maximaal veel oogst uit mijn tuintje te kunnen halen.”
Jos’ tips voor boeken over tuinieren
3. Canon van de Nederlandse natuur – Dick de Vos
Jos: “Sinds 2006 kent Nederland een lijst van vijftig thema’s aan de hand waarvan onze geschiedenis wordt verteld: de Canon van Nederland. Daarvoor was er al een Canon van de Nederlandse letterkunde. In navolging daarvan is er nu ook een lijst van vijftig thema’s die kenmerkend zijn voor de Nederlandse natuur: De Canon van de Nederlandse natuur. In dit boek komen bekende soorten als de wolf, paling, vliegenzwam en paardenbloem aan bod, maar ook minder bekende soorten als dodemansduim (koraal) en nieuw ontdekte soorten als de Vondelparksluipwesp. Elke karakteristieke planten- of dierensoort wordt omschreven in tekst en beeld.
De tekst beperkt zich niet tot een droge opsomming van feiten rond die specifieke soort, maar er wordt ook een link gelegd tussen de soort en een actueel thema. Zo komt lichtvervuiling aan bod in het lemma over de brugspin en wordt de meervleermuis genoemd als slachtoffer van de energietransitie. Juist deze extra informatie, naast de feitelijke omschrijving van de soort, maakt van deze canon een interessant en leerzaam boek.”
4. De gulheid van het land – John Seymour
Jos: “‘Onze koe hadden we nodig om te voorkomen dat we erop uit moesten voor de melk. Toen ze er eenmaal was, hadden we varkens nodig om te voorkomen dat we melk verspilden. Vervolgens moesten we nog meer grond omspitten en voer gaan kweken voor zowel de koe als de varkens. En terwijl het ene na het andere lapje grond op de schop ging, schoven ook onze “grenzen” op.’ Dit is in een notendop hoe auteur John Seymour en zijn vrouw Sally steeds zelfvoorzienender werden. Het was niet iets waarvoor ze bewust hadden gekozen aan het eind van de jaren 50, het was gewoon ontstaan.
In De gulheid van het land vertelt Seymour (1914-2004) op een persoonlijke en praktische manier hoe hij en zijn gezin een boerderij in Suffolk betrokken en een leven gaan leiden dat volledig los stond van de moderne wereld. Anno 2023 heeft het boek nog niets van zijn zeggingskracht verloren.”
Wekelijks inspiratie uit de tuin in je mail
Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Linda’s tips voor boeken over tuinieren
5. Pluktuin, de mooiste bloemen in kistjes en potten – Jennita Jansen
Linda: “Het leukste om te doen in de tuin, vind ik het kweken van plukbloemen. Of nog specifieker: het plukken van mijn zelfgekweekte bloemen. En daarvoor moet je ze eerst kweken. Al jaren keek ik een tikkeltje jaloers naar ruime tuinen vol kleur. Dat was bij mij niet mogelijk, dacht ik. Maar door Jennita Jansen (Plukatelier) ontdekte ik dat je niet veel ruimte nodig hebt om je huis vol bloemen te zetten. Haar boek Pluktuin, de mooiste bloemen in kistjes en potten gaf me het duwtje in de goede richting om tóch in mijn kleine tuintje aan de slag te gaan. Al snel was ik zo enthousiast dat het hele terras vol stond met fruitkistjes. Het duurde niet lang tot ik er ook een aantal het gazonnetje op smokkelde.
Inmiddels zit mijn eerste seizoen op een volkstuinencomplex erop. Want hoewel ik heel enthousiast werd van de fruitkistjes vol bloemen, was ook snel duidelijk dat ik meer wilde. Zonder dat duwtje, dat me liet inzien dat je soms een beetje creatief moet omgaan met je ruimte, had ik nooit die stap gezet.”
6. Flower happiness, 365 dagen bij jou thuis – Annemarije Mellema
Linda: “Een ander boek dat ik graag doorblader voor inspiratie, is Flower happiness, 365 dagen bij jou thuis van Annemarije Mellema (Florabel Flowers). Behalve algemene zaaitips, to do’s per maand en advies per bloem, laat ze ook zien hoe ze bloemstukken maakt. Dat is voor mij een volgende stap: nu ik al die mooie bloemen heb, wil ik er meer mee doen dan ze simpelweg op een vaasje zetten. En daar kan ik wel wat hulp bij gebruiken.”
Annes tips voor boeken over tuinieren: ode aan een enfant terrible
Anne: “De grootste kunstenaars waren of zijn controversieel. Ze werden in eerste instantie niet begrepen, maar later bejubeld. Zo is dat soms ook met tuingrootheden. Christopher Lloyd bijvoorbeeld was wars van regels en deed alles op zijn eigen manier. De Engelsman, die een riant landgoed erfde en hier de – inmiddels – beroemde en befaamde tuinen van Great Dixter creëerde, schopte het liefst tegen heilige huisjes aan, met een gemengde ontvangst als gevolg. En dat is nu precies waarom ik zo blij en opgelucht was hem te ontdekken als beginnende tuinier, (inmiddels lang, lang geleden …).
Waar ik aanliep tegen de vele tuinregeltjes die deze toch verder zo magische wereld rijk bleek te zijn, beschreef de heer Lloyd hoe hij precies hetgeen deed wat hij goed achtte. Ik lapte ook het liefst alle tuinregels aan mijn laars maar kreeg daar vaak reacties op, ondanks de goede resultaten. Bij wuivende bossen dahlia’s die in kistjes groeien en pompoenen die het balkon bedekten of niet, was de opmerking vaak ‘maar dat kan toch niet?’.
Tuinadvies vol praktische tips en humor
Een van de meest bevrijdende adviezen van Christopher Lloyd las ik in Dear Friend and Gardener, een geweldig boek vol briefwisselingen tussen hem en een zo mogelijk nog grotere tuinheld van mij, Beth Chatto. ‘Het juiste moment om te snoeien is wanneer je je voor de desbetreffende plant bevindt met een snoeischaar in de hand’. Heerlijk. Daar kan ik iets mee. Het staat voor mij voor je gevoel volgen. En wanneer je gevoel hebt voor planten, is het heel erg goed dat te doen. Ik heb alles gelezen wat hij ooit schreef, en al zou ik zijn adviezen niet snel letterlijk nemen – hij vond nogal eens dat het eindresultaat belangrijker was dan de natuur – zijn het vooral zijn humor en het algehele advies dat ik uit zijn briljante boeken over tuinieren haal die mij helpen een betere tuinier te zijn. De titels die ik deze herfst en winter herlees zijn:
7. Dear Friend and Gardener – Christopher Lloyd en Beth Chatto
Anne: “Dit is misschien wel mijn lievelingsboek. Twee echte tuinvrienden (en grootheden) delen persoonlijke brieven die doorspekt zijn van tuintips. Beide begenadigd schrijvers geven je een prachtig inkijkje in hun leefwereld en overwegingen in de tuin.”
8. The Well-Chosen Garden – Christopher Lloyd
Anne: “Dit boek is ideaal voor mensen met een beperkte ruimte buiten. Je wordt gestimuleerd niet te snel genoegen te nemen met een plant maar zeer selectief te zijn. Biedt een plant je genoeg om de waardevolle ruimte die je hemt gunt in te mogen nemen in jouw tuin? Lloyd heeft uiteraard ideeën over welke keuzes je zou kunnen maken.”
9. The Adventurous Gardener – Christopher Lloyd
Anne: “Dit is voor mij Christopher Lloyd ten voeten uit. Hij spoort zijn lezers aan om avontuurlijk te zijn en brengt dit bij iedere tuinklus naar voren. Een heerlijk eigenwijs, grappig en leerzaam boek dat je leert zelf keuzes te maken en niet te sterk te leunen op andermans advies.”
Tip! Anne: “Mijn persoonlijke tip: lees deze boeken over tuinieren in het Engels. In zijn eigen taal komt zijn humor en geweldige schrijftalent het beste naar voren. Niet jouw ding? De meeste titels zijn wel vertaald!”
Iona’s tips voor boeken over tuinieren
10. Het bijenbalkon – Caspar Janssen
Iona: “Bestuivers hebben onze hulp nodig, maar wat kun je doen met een kleine tuin? Die vraag stelde Caspar Janssen zichzelf en hij ging de uitdaging aan: zonder voorkennis van tuinieren maakte hij van zijn Amsterdamse balkon een paradijs voor insecten en vogels. In dit vlotte boek documenteert Janssen zijn proces, inclusief succesplanten, leermomenten en tuingasten. Vragen en zorgen over biodiversiteit in Nederland passeren de revue.
Toch leest het boek vooral als een hoopvol, praktisch en enthousiasmerend verslag vol verwondering. Het verhaal van deze balkontuin maakt je bewust van kleine overwinningen, of het nu een zeldzame bij is die langskomt of een inheemse bloem die bloeit tegen alle verwachtingen in. Janssen weet de balans te vinden tussen verschillende perspectieven en komt altijd terug bij zijn ene balkon. Als moedeloosheid en twijfel toeslaan en jouw tuin voelt als een druppel op een gloeiende plaat, dan spreekt dit boek je wellicht wat moed in. Zoals Janssen stelt, ‘Zouden er een miljoen balkons zijn in Nederland? Stel, die werden allemaal ingezet voor de bestuivers en andere insecten, dat moet toch verschil maken.'”
11. Theetuin – Modeste Herwig
Iona: “Deze tip is voor theeliefhebbers! Je kunt namelijk prima thee uit eigen tuin zetten. Kruidenthee (ook wel tisane genoemd) kan zo simpel zijn als een bos munt in een glas overgieten met heet water en zo uitgebreid als het samenstellen van kruiden, die elk hun eigen rol spelen in de geur, smaak en kleur van je thee. Het boek Theetuin van Modeste Herwig is een handige gids voor liefhebbers van kruidenthee die graag met planten uit eigen tuin aan de slag gaan.
Herwig vertelt welke planten je kunt gebruiken, de effecten die ze hebben en hoe je soorten combineert tot een lekkere kop thee. Zo kun je de diepe, ietwat bittere smaak van theebladeren nabootsen met bramen- of frambozenblad en kun je heerlijke melanges maken met brandnetel en andere inheemse planten die vaak als onkruid worden bestempeld. Met afbeeldingen zodat je de planten gemakkelijk herkent en advies over hoe je verschillende soorten kweekt, oogst en bewaart, begeleidt dit boek je van plant tot thee. Of je nu in vollegrond of potten kweekt en wat voor soort tuin je ook hebt: met een paar planten kun jij al kruidenthee uit eigen tuin zetten.”
Doe naast deze boeken over tuinieren ook inspiratie op met
- In de tuin van Meriam van Broekhoven: een Japanse tuin voor lokale (tuin)bewoners
- In de tuin van Ingrid van Rhoon: van chaos naar harmonie
- In de tuin van Ivo Korte en Anke Goedhart: van plan tot prachttuin
- In de tuin van Lindia: van grasveld tot permacultuur-cottagetuin
- In de tuin van Lindia: van grasveld tot permacultuur-cottagetuin