Deze winterharde kruiden blijven het hele jaar groen

Niet alleen smaken de bladeren van groenblijvende winterharde kruiden heerlijk in de keuken of in een geurige kruidenthee. Ze vormen bovendien mooie sierplanten, zodat je ook in de winter altijd groen om je heen hebt.

Veel kruiden worden gekweekt als eenjarige smaakmakers, zoals basilicum, koriander en dille. Maar er zijn ook een aantal kruiden soorten die je het hele jaar door kunt kweken. De meeste van deze kruiden komen oorspronkelijk uit het gebied rond de Middellandse Zee. Ze hebben dus allemaal een voorkeur voor veel zon en een goed drainerende grond.

Iedere week plantentips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Kruiden planten in je tuin? Deze groenblijvende kruiden mogen niet ontbreken:

Salvia rosmarinus ofwel rozemarijn is een onmisbaar kruid voor elke kruidentuin. Het is bijvoorbeeld de perfecte smaakmaker voor aardappels uit de oven en je kunt de aromatische takjes het hele jaar oogsten. Bovendien is het aantrekkelijke groenblijvende struik die bloeit met kleine, blauwe bloemetjes. Dit mediterrane kruid staat het liefst in goed afwaterende grond in de volle zon en doet het ook prima in potten. Je kunt kiezen uit verschillende soorten, waaronder de laagblijvende Rosmarinus prostratus.

Een andere evergreen in de kruidentuin is salie (Salvia officinalis). Traditioneel werd salie als medicinaal kruid gekweekt . Saliethee helpt bij de spijsvertering en heeft antiseptische eigenschappen. Maar ook in de keuken is het een heerlijke smaakmaker. De bladeren hebben een mooie textuur en de plant staat goed als laagblijvend struikje in een mediterraan beplantingsschema. Salie blijft groen in de winter, maar ziet er rond het voorjaar vaak wat verfomfaaid uit. Pluk het blad dus regelmatig.

Er zijn meerdere cultivars van Thymus vulgaris, maar ze hebben allemaal kleine, ronde en groenblijvende blaadjes die vol zitten met smaak en geur. Kruipende tijm (Thymus serpyllum of Thymus praecox) staat mooi tussen tegels of langs paden. En als je op de plantjes stapt, verspreiden ze hun geur. Veel soorten zijn winterhard, maar sommige niet en die overleven alleen als je ze binnen laat overwinteren. Gelukkig doen alle soorten het goed in potten, wat verplaatsen makkelijk maakt.

Je haat het of je vindt het heerlijk: lavendel (Lavandula) heeft een kermerkende geur, en ook de zilvergrijze blaadjes zijn erg herkenbaar. Oliën uit de stengels en bloemen worden traditioneel gebruikt in zeep, maar de bloemen kun je ook eten. Lavendel houdt van goed drainerende grond en heel veel zon. Hij groeit zowel in potten als in borders prima – bijvoorbeeld als laagblijvende haag of langs paden. Lavendel staat ook goed in een wat informelere tuin.

Laurierblaadjes zijn een belangrijk ingrediënt in vele soepen, stoofschotels en sauzen, al worden de oliën uit de bladeren van de echte laurier (Laurus nobilis) traditioneel ook ingezet tegen blauwe plekken en reumatische klachten. In tegenstelling tot veel andere kruiden groeit laurier als boom. Hij is niet helemaal winterhard (hij kan tot ongeveer -5 °C hebben), al zal een milde winter hem niet deren. Zet hem in een grote pot en haal hem binnen als het echt koud wordt. Let op: verwar de echte laurier niet met de laurierkers (Prunus laurocerasus).

Peterselie is een tweejarig kruid. Om hem doorlopend groen te houden, kun je hem het beste in het najaar beschut zetten. In het tweede jaar produceert de plant bloemen en zaait hij zich uit. Maar wil je zeker zijn van continu nieuwe plantjes, zaai dan elk jaar wat nieuwe peterselie. Dit kruid wordt vaak alleen als garnering gebruikt, maar dat is zonde, want het blad is zeer smakelijk – zowel in salades en marinades als in stoofpotten sauzen. Zeker de platte peterselie behoudt veel smaak bij het meekoken.