In de winter hebben je planten binnen te maken met wisselende temperaturen (ja, door die loeiende verwarming) en weinig licht. Je wil natuurlijk wel dat ze dit seizoen overleven. Wij verklappen in elk geval één ding dat je nooit moet doen.
Lees verder onder de advertentie
Hét misverstand over planten in de winter
Over kamerplanten bestaat een hardnekkig misverstand, vooral in de winter. Zien we slap hangende bladeren, dan denken we al gauw dat de plant dorst heeft en pakken we de gieter erbij. Terwijl het probleem ook kan zijn dat de wortels van de plant juist te nat staan in plaats van te droog!
Wekelijks tuintips in je mail
Dit moet je zeker niet doen bij planten in de winter
Laten we dus maar meteen vertellen wat je niet moet doen in de winter: te veel water geven aan je planten. Te veel water geven kan wortelrot veroorzaken en dat is lastig te verhelpen. Bovendien krijg je sneller last van irritante rouwvliegjes en schimmels.
In de winter hebben kamerplanten in het algemeen minder water nodig. Het lichtniveau en de temperatuur dalen, dus je planten zijn minder actief en hebben dus minder vocht en voeding nodig. Ze groeien dan ook nauwelijks, en dat is heel normaal. Sommige planten zoals vetplanten en vleesetende planten, houden zelfs een echte winterrust. Die willen zeker niet te veel water.
Tip!
Over snoeien, je pluktuin, de 100 beste planten en meer! Vol praktische tips en stap-voor-stap uitleg voor jouw tuin.
Zo geef je je planten water in de winter
Wil je voorkomen dat je de mist in gaat met planten water geven in het winterseizoen? Lees allereerst een paar basisregels voor kamerplanten water geven. De onderstaande 5 tips kunnen ervoor zorgen dat je planten de winter wel zullen overleven:
1. Geef minder water
Minder water geven moet je echt even goed inprenten in de winter. De meeste mensen zijn het namelijk gewend om hun groene vrienden op vaste dagen in de week water geven. Tijd om je schema om te gooien. Ga bijvoorbeeld van eenmaal per week naar een keer per twee weken en halveer de hoeveelheid water.
2. Controleer de potgrond
Steek je vinger of een stokje een paar centimeter diep in de potgrond van je plant, om vast te stellen de potgrond nog nat is. Een droog oppervlakte zegt weinig, want daaronder kan de potgrond nog steeds vochtig genoeg zijn. Als de potgrond rond de wortels droog is, is het tijd om water te geven. Is hij helemaal doorweekt? Lees dan onze tips in het artikel Plant te veel water gegeven? Zo red je hem.
3. Van onderen
Giet water niet vanuit een gieter op de potgrond van je plant, maar geef water via de onderkant. Laat de plant 30 minuten in een met water gevulde gootsteen of emmer staan, zodat de grond zich kan volzuigen. Laat goed uitlekken en zet hem weer op zijn plek. Zo is de kans klein dat de plant te veel water krijgt.
4. Planten sproeien
Kamerplanten die van een hoge luchtvochtigheid houden, zoals varens, bananenplant, calathea of monstera, kunnen in de winter last hebben van een droge lucht door de verwarming. In een erg droge ruimte, kun je deze planten tweemaal per week sproeien met een plantenspuit. Met een hygrometer kun je de luchtvochtigheid controleren. Tussen de 40 en 60 procent is ideaal. Let op: vetplanten en cactussen, maar ook begonia’s en andere planten met fijne haartjes, worden niet blij van een sproeibeurt.
5. Leer je planten kennen
Je krijgt veel aanwijzingen over de behoeften van je plant door hem simpelweg te bekijken en te leren kennen. Zo hebben de graslelie (Chlorophytum comosum), vrouwentong (Sanseveria) en ZZ-plant (Zamioculcas zamiifolia) allemaal dikke wortelstokken, terwijl vetplanten zoals crassula’s en echeveria’s dikke bladeren hebben met vochthoudend weefsel. Dit soort planten kunnen wekenlang zonder water, zeker in de winter. Bekijk bijvoorbeeld ons lijstje makkelijke kamerplanten, zodat je niet zo snel tegen problemen aanloopt!