Vetplanten verzorgen: water geven, standplaats & meer

Vetplanten zijn de ideale kamerplanten, omdat ze zo simpel zijn in hun verzorging. In vele families gaat er wel een legendarisch verhaal rond over die ene cactus die al generaties meegaat of een vetplant die jarenlang in het raamkozijn stond en nooit opgaf. Voor elk huis en elke tuin is er wel een vetplant te vinden en met een paar simpele verzorgingstips geniet je lange tijd van je plant.

Vetplanten zijn planten die water vasthouden in hun stengels of bladeren, zodat ze kunnen overleven in woestijnen en andere droge gebieden. Cactussen vallen ook onder de vetplanten, ook al worden ze vaak als aparte groep behandeld.

De meeste vetplanten zijn woestijnplanten of rotsplanten, maar dat betekent niet dat ze in Nederland niet kunnen overleven. Er zijn wel een paar dingen waar je rekening mee moet houden.

Een vetplant heeft zoveel mogelijk licht nodig. Zet ze dus bij een raam met veel licht of in een serre. Als ze niet voldoende licht krijgen, worden ze slap en uitgerekt. Er zijn een paar uitzonderingen: Schlumbergera (meestal kerstcactus of lidcactus genoemd) en Peperomia-soorten houden van halfschaduw en verschroeien als ze te dicht bij een zonnig raam staan.

Als je op zoek bent naar een kamerplant die makkelijk te verzorgen is, dan is een vetplant een goede keuze. Met deze tips hou je jouw vetplant in topconditie.

Een goede richtlijn is om je vetplanten in de lente en de zomer, wanneer ze groeien, wekelijks water te geven. Maar het belangrijkste is hoe droog de grond aanvoelt. Als de grond droog is, moet je ze water geven.

Giet bij voorkeur geen water in de pot, maar geef vetplanten van onderaf water. Zorg er wel voor dat ze niet permanent in een voetenbadje staan. Vetplanten houden niet van te veel vocht rondom hun wortels. Laat ze bijvoorbeeld water drinken op een schotel, en zet de planten na een half uur tot een uur weer in hun eigen pot.

In de herfst en de winter gaan veel planten in rust. Dan hoef je maar ongeveer eens per maand water te geven. Veel cactussen hebben tussen november en maart helemaal geen water nodig. Ook hier is de kerstcactus een uitzondering: die moet je het hele jaar water geven. Voelt de potgrond niet droog aan? Geef je plant dan geen water.

Behalve het water geven hebben vetplanten en cactussen weinig zorg nodig. Geef in de lente en de zomer cactusmest en verwijder regelmatig dode blaadjes en uitgebloeide bloemen.

Tip! Bij stekelige cactussen kun je hiervoor een pincet gebruiken.

Vetplanten kun je meestal heel makkelijk stekken door ze te delen of een stengel- of bladstek te nemen. Planten die in clusters groeien, zoals veel aloë’s en Haworthia’s, kun je eenvoudig scheuren als je ze verpot.

Welke soorten: Echeveria, Peperomia en veel soorten Crassula.

Zo doe je dat: trek een blad los zonder het te breken en laat het blad een paar dagen drogen. Zet daarna de onderkant van het blad in een pot met potgrond en geef een beetje water.

Welke soorten: planten met afzonderlijke stengels, zoals Kalanchoë, Stapelia en sommige Crassula-soorten.

Zo doe je dat: snij een stuk van minstens 10 cm van de stengel van de vetplant. Laat deze stek een week drogen (of totdat zich littekenweefsel over de snee vormt) en zet hem in potgrond. Geef de stekken alleen water als de grond droog is. Als je tekenen van groei ziet, weet je dat het gelukt is.

Vetplanten vragen niet veel verzorging, maar toch kunnen er een paar problemen spelen. Met een paar tips hou je jouw vetplanten makkelijker gezond.

Net als alle potplanten hebben vetplanten op een bepaald moment de voedingsstoffen in hun potgrond opgebruikt en knappen ze op als je ze verpot. Ook heeft hun wortelstelsel na een tijdje meer ruimte nodig omdat het niet meer in de pot past. Verpotten is meestal niet nodig als je een vetplant net gekocht hebt, maar wel zodra de wortels de pot vullen. Gebruik altijd potten met drainagegaten. Poreuze terracotta potten zijn een goede keus, want dan kan het water goed weglopen. Om dezelfde reden hebben ze potgrond nodig met veel zand of steentjes, bijvoorbeeld speciale cactusgrond.

Een vetplant heeft zelden last van ongedierte of ziektes. Gebeurt het toch, dan is het vaak wolluis. Deze insecten zijn wit en pluizig. Als je ze aantreft, verwijder je ze met een in alcohol gedoopt wattenstaafje. Wacht hier niet te lang mee; je wil niet dat ze zich verspreiden.

Veel vetplanten zijn geschikt als kamerplant. Met een goede standplaats en de juiste verzorging zorgen deze soorten het hele jaar voor kleur in je huis.

Zebra-cactus blijft een populaire kamerplant, en hoe kan het ook anders! Naar zijn opvallende textuur en patronen kun je wel blijven kijken. Lees ook meer over deze plant in ons artikel over mooie vetplanten.

Zoek je een vetplant met mooie bloemen? Dan is deze cactus een goede kandidaat. De vrolijke Rebutia bloeit namelijk prachtig. Verschillende variëteiten hebben zo hun eigen uiterlijk en kleuren bloemen, zoals Rebutia fiebrigii hierboven met zijn zachtroze bloemen. Als bonus kan deze cactus ook nog eens vrij goed op een schaduwrijke plek staan.

Je zou het op het eerste gezicht misschien niet verwachten, maar deze kamerplant slaat ook vocht op in zijn bladeren en valt daarmee onder de ‘succulenten’. Deze plant met zijn typerende, pannenkoekronde bladeren maakt vaak ook nog eens meer jonge, nieuwe plantjes aan. Daarmee is je pannenkoekplant gemakkelijk te stekken en te delen met andere tuiniers.

Vetplanten zijn een geweldige toevoeging aan je tuin. Of je nu een groendak wilt bekleden, je pottentuin uitbreidt of een zanderige grindtuin tot leven brengt: dit zijn 3 van de mooiste vetplanten voor buiten, waaronder enkele winterharde soorten.

Een van dé topplanten voor je tuin of een groendak is Sedum, ook wel vetkruid genoemd. Met een inheemse variant, zoals tripmadam (Sedum reflexum), ondersteun je ook nog eens extra je plaatselijke biodiversiteit. Daarbij is Sedum ook nog eens winterhard.

Spectaculair, dat zijn Aeoniums zeker! Je vindt ze in het groen, maar ook in donkere kleuren zoals deze donkerrood-paarse Aeonium arboreum. Combineer deze vetplant met lagere soorten voor een gelaagde beplanting van je tuinpotten. Deze plant kan milde winters verdragen (tot zo’n 5°C is doorgaans geen probleem), maar hij houdt niet vorst of te natte grond.

Deze soort staat met plezier het hele jaar buiten, ook in de winter. Je vindt de mooie rozetten in verschillende kleuren en je kunt verschillende variëteiten goed combineren, zoals op de foto hierboven. Lees meer over huislook in ons artikel over mooie vetplanten.

De meeste cactussen en vetplanten knappen op van een zomervakantie in de buitenlucht, maar zet ze niet meteen in de zon, want dan verschroeien ze. Zet ze eerst een paar weken in de schaduw tot ze gewend zijn aan de hogere lichtniveaus. Pas op voor (naakt-)slakken, die zijn dol op vetplanten.

Elke vetplant bloeit, maar niet altijd even spectaculair. Hun aantrekkingskracht ligt doorgaans in hun aantrekkelijke blad en strakke vormen. Dat gezegd hebbende, Euphorbia milii (christusdoorn), aloë’s, kalanchoë’s (zie foto) en echeveria’s krijgen wel opvallende bloemen. De zeestervormige bloemen van stapelia’s zijn prachtig, maar deze aasbloemen verspreiden ook een onaangename geur.

Tip! Je kunt de bloei van vetplanten stimuleren door te zorgen voor voldoende licht en in de zomer lichte tomatenmest te geven.