Dit zijn winterstekken en zo maak je ze

Het nemen van winterstekken, ook wel bekend als houtstekken of twijgstekken, is een van onze favoriete manieren van planten vermeerderen. Zo breid je snel je voorraad struiken uit, of maak je zelfs gratis een compleet nieuwe heg.

Winterstekken zijn stekken die je neemt van uitgerijpte takken van planten die in rust zijn. Het hout is stevig en niet erg buigzaam. Je gebruikt deze techniek vooral voor bladverliezende struiken, maar het werkt ook met veel groenblijvende heesters.

Je neemt de winterstekken (of houtstekken) eind herfst, in de winter of in het vroege voorjaar, voordat het nieuwe blad verschijnt. Wacht tot al het blad gevallen is en neem geen stekken tijdens een vorstperiode of bij regen. Dat vergroot namelijk de kans op slecht genezende wonden en schimmels.

Iedere week dit handige tuintips, plantadvies en inspiratie in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Als voorbeeld nemen we houtstekken van kornoelje (Cornus), maar er zijn veel meer houtige planten die je op deze manier kan stekken. Denk aan de roos, forsythia, vlinderstruik (Buddleja davidii) en sneeuwbal (Viburnum).

Lees ook: Winterstekken nemen? Probeer het met deze struiken en bomen

Stap 1: Zoek eerst gezonde, sterke takken die afgelopen jaar zijn aangegroeid. De ideale dikte voor de stek is ongeveer de omvang van een potlood. Knip hem af boven een oog (ofwel een knop). Vanaf dat punt groeien straks weer nieuwe takken aan de ouderplant.

Stap 2: Snijd de tak in stukken van ongeveer 20 cm lang. Snijd de bovenkant schuin af, net boven het bovenste oog. De onderkant snijd je recht af, net onder het onderste oog. Zo weet je welk deel van de stek boven of onder is.

Stap 3: Graaf een sleuf in de grond die ongeveer even hoog is als het blad van de spade. Als de grond droog is, giet er dan eerst wat water overheen. Als de grond arm is, meng dan een ruime hoeveelheid organisch materiaal, zoals compost, door de grond voor je begint.

Stap 4: Duw de winterstekken in de sleuf. Zorg dat ongeveer driekwart van de stek onder de grond komt te staan. Duw dan de grond rondom de stekken aan en laat de aarde niet uitdrogen. Geef in het voorjaar en de zomer dus extra water als het droog is.

In het voorjaar zullen de stekken snel gaan groeien. In het najaar of het volgende voorjaar zijn ze klaar om uit de grond te halen en te verplaatsen naar hun definitieve plek in de tuin.