Vijver aanleggen in je tuin: zo pak je het aan (met foto’s)
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Een vijver aanleggen in je tuin is makkelijker dan je denkt – en een magneet voor leven. Kikkers, libellen, vogels en zelfs egels komen eropaf. Je hebt geen pomp of dure spullen nodig, alleen wat spierkracht om een kuil te graven. Water en de juiste planten doen de rest. In dit artikel lees je stap voor stap hoe je je tuin een ‘natuur-upgrade’ geeft met een natuurlijke vijver – en waarom je daar beter geen vissen in loslaat.
Lees verder onder de advertentie

Begin met de juiste instelling: een natuurlijke vijver is geen zwembad of waterornament, maar een levend ecosysteem. De beste vijvers zijn afgestemd op hun plek in de tuin, bieden zowel diepte als ondiepe oevers en zijn deels beplant met inheemse soorten. Geef je vijver de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. Pompen of filters zijn meestal niet nodig, want biodiversiteit floreert juist bij rust en balans.
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.
Wil je een natuurlijke vijver aanleggen, dan heb je grofweg twee opties:
Zonlicht is onmisbaar. Kies een plek die minstens vier uur per dag zon krijgt. Te veel schaduw belemmert de groei van waterplanten, maar vermijd ook plekken precies onder bomen. Vallend blad zorgt voor een sliblaag die de balans in je vijver verstoort.
Is jouw tuin erg schaduwrijk? Lees dan hoe je een vijver in de schaduw gezond houdt.

Of je nu vijverfolie kiest of een voorgevormde vijverbak, de werkwijze voor het aanleggen van je vijver is ongeveer hetzelfde.
Wil je een vijver aanleggen die natuurlijk oogt? Vermijd dan strakke, geometrische vormen. Rondingen zijn niet alleen mooier, maar ook nuttiger. Zorg voor een aflopende oever aan minstens één kant: dat maakt het water toegankelijk voor drinkende dieren en jonge kikkers die eruit willen. Ook voor dieren die per ongeluk in het water belanden is dit van levensbelang.
De juiste diepte is ook belangrijk om te voorkomen dat de vijver in de zomer te heet wordt. En in de winter schuilen allerlei beestjes op de bodem, mits de vijver diep genoeg is. Een diepte van minstens 60 cm is wenselijk.

Zet de vorm eerst uit met een stuk touw of een tuinslang. Graaf vervolgens de vijver in meerdere niveaus uit: ondiepe zones (10-30 cm) voor moerasplanten, diepere gedeelten voor zuurstofplanten.

Het is erg belangrijk dat je voorkomt dat je vijver lek raakt, dus bescherm je vijverfolie zo goed mogelijk. Verwijder tijdens het graven stenen, wortels en andere scherpe objecten. Breng daarna een 3 cm dikke laag vochtig bouwzand aan.

Breng over de laag zand eerst een beschermdoek aan. Deze laag beschermt je vijver na het aanleggen onder andere tegen plantenwortels. Houd hem op zijn plek met enkele bakstenen en leg hier overheen de vijverfolie (schoenen uit als je erop moet lopen!). Maak vouwen zo goed mogelijk vlak, zodat er geen folielagen over elkaar kunnen schuren. Laat de folie vervolgens royaal over de oevers vallen – die werk je later netjes af.

Ligt je vijverfolie helemaal goed? Dan kun je de vijver gaan vullen met water! Gebruik het gewicht van het water om de vijverfolie perfect te vormen. Dit doe je het makkelijkst door op blote voeten (om de folie te beschermen) in de vijver te gaan staan.

Bedek de randen van de folie na het aanleggen van de vijver met natuursteen en grind (bij voorkeur afgeronde kiezels). Ben je helemaal klaar hiermee, dan kun je eindelijk overtollig doek en folie wegknippen.

Plant moerasplanten zoals dotterbloem, watermunt en moerasspirea langs de rand. Dat zorgt voor een natuurlijke overgang van water naar land en maakt je vijver aantrekkelijk voor vogels, insecten en amfibieën. Waterplanten laat je voorzichtig in hun mandjes naar de bodem zakken. Het water zal vervolgens tijdelijk troebel ogen en na een week misschien groen worden (van de voedingsstoffen die vrijkomen). Maar dat zal uiteindelijk bijtrekken zodra er een gezonde balans ontstaat.
Vermijd exotische waterplanten: die kunnen gaan woekeren. Kies bij voorkeur inheemse vijverplanten die passen bij de dieren die in jouw omgeving van nature voorkomen.
Vissen horen niet thuis in een natuurvriendelijke vijver. Ze woelen de bodem om, maken het water troebel en eten de eitjes en larven van kikkers, salamanders en insecten. Bovendien produceren ze veel afval, waardoor het water sneller uit balans raakt en je eerder last krijgt van kroos en algen. Wil je écht natuur aantrekken, houd je vijver dan visvrij. Dat is beter voor de planten én voor het leven eromheen.
Bij het aanleggen van een natuurvriendelijke vijver is een pomp of filter meestal overbodig. Zolang je voldoende zuurstofplanten hebt, de vijver deels in de schaduw ligt en je geen vissen houdt, blijft het water vanzelf in balans. Pompen verstoren bovendien vaak de rust die veel dieren nodig hebben.
Wat wél een goed idee is, is een moerasfilter. Dat is een ondiepe zone met grind en moerasplanten (zoals gele lis of kalmoes), waar vijverwater langzaam doorheen stroomt. Zo zuiver je het water op natuurlijke wijze, voorkom je algen en vergroot je tegelijk de biodiversiteit rond je vijver.

Begrijpelijk! Stromend water klinkt rustgevend en ziet er aantrekkelijk uit – ook voor allerlei dieren. Je hebt voor zoiets dan wél een pomp nodig, maar kies er een die regelbaar is en niet te krachtig. Houd het bij een subtiel kabbelend bosbeekje en voorkom een tuincentrumwaterval. Beperk de stroming tot een klein stukje van de vijver en laat de pomp alleen overdag draaien. Zo blijft het ’s nachts rustig voor soorten die in het donker actief zijn (bijvoorbeeld vleermuizen) – en bespaar je energie.
De beste momenten om voor het aanleggen van een vijver zijn het voorjaar (maart-mei) en het vroege najaar (september-oktober). De bodem is dan makkelijk te bewerken en planten krijgen de tijd om goed te wortelen. Vermijd de winter (bevroren grond) en zomer (te droog en heet). Gebruik die maanden liever om je nieuwe vijverplannen uit te werken.
Een natuurvijver kun je zo duur maken als je zelf wilt, maar het hoeft zeker niet duur te zijn:
De grootste investering is tijd en aandacht voor het ecosysteem. Maar de beloning – een tuin vol leven – is onbetaalbaar.