Moestuin bemesten: hoe, wanneer en met welke voeding?
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Eerst groeiden je groenten als kool, en opeens lijken ze stil te vallen. Grote kans dat de bodem simpelweg uitgeput is. Groenten verbruiken namelijk veel voedingsstoffen uit de grond – en die moet je af en toe aanvullen. Door regelmatig je moestuin te bemesten geef je je planten weer nieuwe energie. Maar let op: te veel mest doet meer kwaad dan goed. Zo vind je de juiste balans.
Lees verder onder de advertentie

Mest is voeding voor je planten. Het bevat voedingsstoffen die je vast wel kent van de letters “NPK”. Die letters staan voor stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Deze drie stoffen zijn nodig voor een gezonde groei, bloei en vruchtvorming.
Daarnaast hebben planten vrij veel calcium, magnesium en zwavel nodig. Dat worden ook wel de macronutriënten genoemd. En dan zijn er nog de sporenelementen, waar planten maar weinig van nodig hebben, bijvoorbeeld ijzer, mangaan en zink.

Planten kunnen niet zonder voeding. In de bodem van je moestuin zitten wel voedingsstoffen, maar niet altijd in de juiste hoeveelheden voor de groenten die jij wilt kweken. Je moet dus zelf iets doen om de juiste dosis voeding in de grond te krijgen – je moestuin bemesten dus.
Een goed bemeste bodem zorgt voor sterke gewassen met stevige wortels, een grotere oogst en groenten met meer smaak. Planten die geen honger lijden, kunnen bovendien beter ziekten en plagen afweren. Maar bemest met beleid: de ene groente heeft namelijk meer mest nodig dan de andere.
Wanneer je je moestuin moet bemesten, hangt af van het moment in het seizoen en het soort mest dat je gebruikt.
Als je in het tuincentrum voor het schap staat, word je overdonderd door de enorme keuze aan soorten mest. Maar grofweg kun je ze verdelen in een paar groepen:

Organische meststoffen zijn allemaal gemaakt van natuurlijke materialen. Denk aan compost, zelfgemaakte brandnetelgier, stalmest of zeewiervoeding, maar ook bloed-, vis- en beendermeel. Deze stoffen voeden niet alleen je planten, maar ook het bodemleven, waardoor de grond op lange termijn vruchtbaarder wordt.
Veel organische mest is in verschillende vormen te krijgen, bijvoorbeeld als korrels, vloeibaar in een fles, in zakken of in big bags.

Kunstmest werkt snel en kan handig zijn bij planten die veel voeding nodig hebben. Toch heeft het ook nadelen: het voed wel je planten, maar niet het bodemleven. Je grond wordt er armer en minder luchtig door. En alles wat je planten niet opnemen, spoelt weg naar het grondwater, wat slecht is voor het milieu. Wil je op de lange termijn een gezonde, levende bodem, dan is je moestuin organisch bemesten beter.

Eigenlijk is compost geen mest, omdat het je planten niet rechtstreeks voedt. Maar het voedt wél het bodemleven, zoals bacteriën, schimmels en wormen. En die maken op hun beurt weer de voedingsstoffen vrij waar planten van profiteren. Een jaarlijkse laag (zelfgemaakte) compost is daarom misschien wel de beste basis voor elke moestuin.
In een gezonde moestuin werken mest en compost samen. Compost zorgt voor een luchtige, levendige bodem, en mest levert de extra voedingsstoffen die groenten nodig hebben om goed te groeien.
Niet alle groenten in je moestuin hebben evenveel mest nodig. Sla en peulvruchten (zoals bonen) hoef je bijvoorbeeld maar weinig te bemesten, terwijl kolen en pompoenen hongerige gewassen zijn.
Bovendien hebben niet alle gewassen evenveel van dezelfde soort meststoffen nodig. Vruchtgewassen (zoals tomaten en courgettes) vragen bijvoorbeeld meer kalium, terwijl bladgewassen liever meer stikstof hebben. Controleer dus altijd waar jouw planten precies behoefte aan hebben – zo krijgen ze nooit te veel of te weinig.
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.

Zo pak je het bemesten van je moestuin door het seizoen heen perfect aan:
Voordat je begint met bemesten, is het handig om te weten wat je grond nodig heeft. Met een eenvoudige bodemtester die de hoeveelheid NPK kan meten, zie je wat de verhouding tussen stikstof, fosfor en kalium in je bodem is.
Afhankelijk van het type mest werk je op een andere manier. Vaste mest (zoals korrels of stalmest) kun je licht door de bovenlaag van de grond harken, zodat de voedingsstoffen bij de wortels komen. Vloeibare mest, zoals tomatenvoeding of smeerwortelgier, giet je gelijkmatig over de grond rondom de planten. Geef niet te veel in één keer, zodat de planten niet verbranden en het bodemleven gezond blijft.

Na het bemesten van de moestuin is het slim om de bodem te beschermen. Een mulchlaag van compost helpt om voedingsstoffen en vocht in de grond vast te houden en het bodemleven te stimuleren. Extra voordeel: mulchen helpt tegen onkruid.
Tijdens de groeiperiode hebben veel groenten extra voeding nodig. Dat geldt extra voor snel groeiende groenten en vruchtgewassen zoals tomaten en courgettes. Vloeibare mest (zoals tomatenmest) of smeerwortelgier werkt snel en wordt gemakkelijk door de wortels opgenomen. Geef regelmatig (eens per week of tweewekelijks) kleine hoeveelheden. Zo blijven je groenten gezond groeien en krijg je een grotere oogst.
Zet je groenten niet elk jaar op dezelfde plek. Doe je dat wel, dan raken bepaalde voedingsstoffen in de bodem sneller uitgeput en neemt de kans op ziektes toe. Met wisselteelt kun je dat voorkomen. Peulvruchten laten bijvoorbeeld stikstof achter in de grond. Kolen houden juist van stikstof, dus die kun je het beste het jaar daarop op die plek planten. Zo houd je de bodem in balans, blijft je moestuin gezond en blijf jij veel oogsten.
Ga aan de slag met het kweken van je eigen eten en verwerk je verse oogst in 1 van de meer dan 50 recepten, ook van bekende Nederlandse en Vlaamse chefs! En misschien wel het leukste: door met onze praktische tips aan de slag te gaan ervaar je het plezier en de trots van iets op tafel zetten dat je zelf hebt gekweekt.