Zo houd je planten in potten gelukkig: 5 tips voor het bemesten van potplanten

Planten in potten en bakken zijn prachtig voor je tuin, maar ze kunnen wel wat hulp gebruiken om gezond en mooi te blijven. Met deze 5 tips over potplanten bemesten houd jij je planten gelukkig.

Planten in potten of bakken zijn als dieren in huis of een verblijf: ze zijn op ons aangewezen voor eten, omdat ze zelf niet op zoek kunnen gaan naar voedsel in de buitenwereld. De meeste soorten potgrond bevatten genoeg voedingsstoffen om de plant op weg te helpen in het begin, maar na enige tijd zijn die voedingsstoffen opgebruikt en heeft je plant meer nodig. Begin daarom vanaf zes weken na het planten of verpotten met het bemesten van potplanten.

Hoeveel en wat voor voeding planten nodig hebben, hangt af van de plantensoort, hun standplaats, grootte en hoe snel ze groeien. Soms geven mensen hun planten te weinig voeding, anderen weer te veel. Als je niet zeker weet wat voor voeding je plant nodig heeft, is het verstandig om wat onderzoek te doen naar de omstandigheden waar jouw plant van houdt.

Daarbij heeft niet elke plant in een pot of bak regelmatig voeding nodig. Zo gedijen cactussen, vetplanten en winterharde eenjarigen over het algemeen goed in voedingsarme grond.

Meer lezen: Dit zijn de 8 grootste fouten bij het bemesten van je planten

Iedere week dit soort praktische tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Houd voor potplanten bemesten de instructies op de verpakking van je plantenvoeding aan. Als vuistregel kun je ervan uitgaan dat je in de lente begint met bemesten, bijvoorbeeld een keer per twee weken. Geef je planten elke week voeding wanneer ze flink aan het groeien zijn bij warmer weer.

Hoewel elke plant zijn eigen vereisten heeft, zijn er een paar adviezen die je algemeen kunt toepassen bij potplanten bemesten, zoals deze vijf tips.

Met vaste plantenvoeding is het gemakkelijk om te veel voeding te geven. Een mogelijk gevolg hiervan is dat de voeding de plantenwortels verbrandt wanneer je deze toevoegt aan de oppervlakte. Gebruik daarom in plaats van vaste voeding vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Die wordt door het water verdund en is direct op te nemen door de wortels. Meng de geadviseerde hoeveelheid bijvoorbeeld door de potgrond bij het verpotten van planten.

Groeiende planten met veel blad hebben voeding nodig met een hoog stikstofgehalte, omdat deze stof nieuwe groei stimuleert. Bloeiende planten hebben juist voeding met meer kalium nodig, zoals tomatenvoeding (verdund tot halve of een kwart sterkte), omdat kalium het aanmaken van knoppen stimuleert.

Tijdens het groeiseizoen kun je potplanten bemesten beter in kleine, regelmatige hoeveelheden aanpakken dan grote, onregelmatige doseringen. Als je een grote hoeveelheid voeding in één keer geeft, is het mogelijk dat de sterke concentratie aan zouten vocht uit de plant trekt. Dit proces heet omgekeerde osmose. Op deze manier doet bemesten meer kwaad dan goed, dus geef je planten ook zeker niet te veel voeding. Stop ten slotte aan het eind van de zomer met het bemesten van je planten.

Verdun bij potplanten bemesten je plantenvoeding volgens de aanwijzingen op de verpakking. Geef je plant vervolgens zoveel van het mengsel als je normaal ook zou aanhouden bij het watergeven. Het is verleidelijk om je plant meer te geven, maar het is beter om de gewoonlijke hoeveelheid water aan te houden.

Potplanten bemesten is bevorderlijk voor gezonde planten om meer blad of knoppen aan te maken. Planten die verwelken omdat ze last hebben van wortelschade of droogte hebben daarentegen geen baat bij extra voeding. Geef ze daarom pas voeding als ze weer gezond zijn.