Dit zijn de 10 grootste stekfouten (en zo voorkom je ze)

Stekken is niet alleen een spotgoedkope manier om je tuin sneller te vullen met meer plantjes, maar het is ook superleuk om te doen! Tenminste, als je de meest gemaakte fouten bij het stekken weet te voorkomen.

Stekken is een vaardigheid die elke tuinier in zijn arsenaal zou moeten hebben. Het is echt niet ingewikkeld en heel veel planten laten zich makkelijk op deze manier vermeerderen. Als je deze fouten bij het stekken weet te voorkomen, kan het eigenlijk niet meer misgaan!

Een van de meest gemaakte fouten bij het stekken, is om het stekmateriaal te laten uitdrogen. Planten verdampen altijd water via hun bladeren, en stekken (die geen wortels hebben om water op te nemen) drogen extra snel uit. Zorg ervoor dat wanneer je stekken neemt, je altijd een plastic zakje met een beetje water erin bij de hand hebt om de stekken tijdelijk in te doen. Tijdens het stekken verminder je vochtverlies door de onderste bladeren van elke stek te verwijderen. Zijn de bovenste bladeren groot, knip ze dan doormidden.

Verder voorkom je uitdroging door de stekken op een vochtige plek te zetten, door een doorzichtig plastic zakje over de potjes te doen of de stekken in een kweekbak met deksel te zetten.

Maak je stekjes van vetplanten, dan kan het soms juist wél goed zijn om de snijwond wat te laten drogen.

Iedere week dit soort plantentips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Net elke stekmethode is geschikt voor elke plant. Van sommige planten kun je bijvoorbeeld stekken nemen van de wortels, terwijl je van andere soorten beter de zachte stengels kunt gebruiken, of de bladeren (bladstekken, foto), of de houtige delen (houtstekken of winterstekken). Welke methode het meest geschikt is om planten te vermeerderen, verschilt per soort, dus zoek dat altijd eerst uit voor je aan de slag gaat.

Meer weten? In onze complete plantengidsen vind je voor steeds meer soorten alle kweekinfo die je nodig hebt.

Om je stek ook maar enige kans van slagen te geven, moet je zorgen dat je het materiaal op de juiste plek afknipt. Stengelstekken knip je net onder een bladknoop af. Dat is het punt waaruit de bladeren uit de stengel groeien. Hoe lang je stek moet zijn, hangt een beetje af van welke plant je stekt, maar alle stengelstekken moeten minstens een bladknoop hebben om te kunnen wortelen. Rond de bladknoop zit namelijk het meeste weefsel van waaruit nieuwe wortels kunnen ontstaan.

Krijgen je stekken te weinig licht (wat met name binnen een probleem is), dan zullen ze niet goed groeien. Ze worden dan dun en langgerekt, en vatbaarder voor schimmelziekten. Kies binnen een lichte plek, zoals een vensterbank, en controleer je plantjes dagelijks. Heb je in huis te weinig goed verlichte vensterbanken? Een kweekbak met speciale led-groeilampen kan dan tijdelijk uitkomst bieden.

Het is lastig om één potgrondsoort te vinden die voor alle manieren van stekken perfect zijn. Daarom is het slim om zelf stekgrond te maken. Universele (liefst turfvrije) potgrond vermengd met wat perliet is voor de meeste zachte stekken geschikt. Maar halfrijpe stekken of houtstekken doen er langer over om te wortelen. Zij hebben baat bij een mix met wat extra scherp zand.

Jonge planten, of het nu gaat om zaailingen of stekken, zijn gevoeliger voor schade door lage temperaturen en plagen dan grotere planten. Laat je stekken dus net als zaailingen eerst afharden voor je ze definitief uitplant. Zo kunnen ze langzaam wennen aan het buitenleven. Een koude bak is hiervoor ideaal. Controleer wel regelmatig op tekenen van plagen, zoals aangevreten bladeren of slijmsporen van slakken, en bescherm je plantjes hiertegen.

Is het nog te vroeg om de stekken uit te planten, maar steken de wortels al onderuit de potjes? Verplant ze dan naar een grotere pot.

Zodra je stek genoeg gezonde wortels heeft ontwikkeld, moet je niet te lang wachten om ze te verpotten. Zeker als de stekken in water hebben geworteld, moet je ze snel verplanten. Deze wortels zijn namelijk anders van structuur dan de wortels die in gewone grond groeien. Te laat verplanten geeft de wortels dan een te grote schok. Verplant je stekken op water dus zodra de wortels circa drie centimeter lang zijn. Andere stekken verplant je als ze goed doorworteld zijn. Dan is de kans op succes het grootst.

Zorg ervoor dat je in het juiste seizoen stekt. Dat is voor een deel afhankelijk van de stekmethode. Wil je stekken nemen van jonge stengels, dan zul je bijvoorbeeld in het voorjaar en de zomer moeten stekken, wanneer de plant groeit en dus veel groeihormonen (auxine) heeft. Houtige stekken neem je in de herfst en winter. Wortelstekken (foto) neem je meestal voordat de winterrust begint.

Toch betekent dit alles niet dat een plant die je op een ander moment stekt niet zou kunnen wortelen! Alleen vergroot je je kansen op steksucces wel enorm als je het optimale moment kiest.

Neem alleen stekken van een plant die gezond is. Als de ouderplant geen tekenen van ziekten vertoont en goed groeit, zal de kans groter zijn dat de stekken hiervan wortelen. Heeft je plant bruine bladeren, laat hij zijn blad vallen of groeit hij niet? Dan zal stekken waarschijnlijk lastig worden.

Pak niet lukraak een schaar of mes voor het maken van je stekken, maar maak hem eerst goed schoon. Zo voorkom je dat ziektes zich kunnen verspreiden. Ook is het belangrijk dat je gereedschap scherp is. Zo voorkom je dat je de plant en het stekmateriaal onnodig beschadigt, waardoor ze minder goed groeien of kwetsbaarder worden voor ziekten. Maak van het schoonmaken en verscherpen van je gereedschappen een gewoonte!