Take a walk on the wild side met de klassieke korenbloem

Korenbloem. De naam roept meteen beelden op van een zeer specifieke blauwtint. De wilde, blauwe korenbloem, Centaurea cyanus, is een van de bekendste bloemen die al eeuwenlang onze akkers opsiert, naast de gele ganzenbloem en felrode klaprozen. Samen laten zij de velden schitteren!

De klassieker onder de korenbloemen is de eenjarige Centaurea cyanus. Maar er zijn ook vele vaste soorten korenbloemen verkrijgbaar – zoals Centaurea montana en Centaurea hypoleuca – die bovendien ook in andere kleuren komen dan het bekende blauw, zoals roze en wit.

Zaai de zaden van de eenjarige Centaurea cyanus van maart tot en met mei rechtstreeks op hun uiteindelijke standplaats en dun zaailingen uit volgens de informatie op het zakje. Dun ook spontaan uitgezaaide plantjes uit om de zaailingen die overblijven genoeg ruimte te geven.

Korenbloemen willen niets liever dan een plekje in de volle zon. De Centaurea cyanus doet het, net als veel andere wilde veldbloemen, het beste op grond die niet al te voedselrijk is. Kleigrond is dus geen aanrader. Zowel vaste als eenjarige soorten zijn winterhard, al kunnen natte winters voor korenbloemen die in het najaar zijn gezaaid roet in het eten gooien.

De blauwe Centaureacyanus is een belangrijke plant voor bijen en andere bestuivers, omdat zijn bloemen veel stuifmeel en nectar produceren. Daarnaast trekt hij in het najaar ook vogels aan, die snoepen van de zaden. Een topplant dus als je meer dieren naar je tuin wilt lokken.

De eenjarige korenbloemen bloeien van mei tot en met juli. Je kunt de bloemen plukken voor in een mooi boeket met (veld)bloemen. Je kunt de bloemen echter ook laten staan, zodat ze zaden gaan produceren. In het najaar zaait de bloem zichzelf uit – of de zaden worden door de vogels opgegeten.