Dit zijn de voordelen van een druppelsysteem in de tuin

Op warme, droge dagen hunkeren de meeste planten in je tuin wel naar een slok water. Met een druppelslang hoef je niet meer te slepen met gieters, hoe fijn is dat? Een ervaren kweker deelt nog veel meer voordelen van een druppelsysteem én geeft je handige tips om water te besparen.

In De Tuinen van Weldadigheid in Veenhuizen (Drenthe) kweekt Lambert Sijens bijzondere, biologische, eetbare gewassen. Op het boerenerf wordt al jaren niet meer gesproeid. Lambert is namelijk groot fan van de druppelslang. Wij vroegen hem als ervaringsdeskundige naar de belangrijkste voordelen in de tuin.

“Druppelen is veel beter dan sproeien: efficiënter, gerichter en minder gesleep.” Hij schat dat je ruim 50 procent efficiënter water kan geven met een druppelsysteem, en verklapt daarmee meteen de belangrijkste meerwaarde. “Bovendien blijven de paden droog!”

Veel tuiniers moeten een drempel over om een druppelsysteem aan te schaffen. Het is best een investering en tja, de meeste tuiniers vinden zo’n slang tussen de planten geen mooi gezicht. Lambert snapt dat: “Het is natuurlijk wat lastiger schoffelen met zo’n slang in je tuin.” Om de juiste keuze te kunnen maken, zou je jezelf twee vragen kunnen stellen:

“Of een druppelslang wat voor jouw tuin is, hangt af van de oppervlakte, de grondsoort (hoe snel droogt het uit?) en welke planten er in je tuin staan: groente, fruit of sierplanten?”, zegt Lambert. “Uiteraard speelt de waterbehoefte en droogtetolerantie van jouw tuinplanten ook een rol.”

“Bij notenbomen en kleinfruit is een vast druppelsysteem zeker te overwegen. Die leg je één keer aan en dan gaat hij zeker tien jaar mee. Als je alleen een paar moestuinbakken hebt, is een waterdruppelaar leuke spielerei, maar kun je ook prima af met een paar gieters. Je zou ook kunnen kiezen voor planten die goed tegen droogte kunnen.”

Voor een druppelsysteem voor planten heb je slechts een pomp nodig en een slang. Volg deze 4 tips op van kweker Lambert Sijens, bij de aanschaf:

“Kies niet voor een eenmalig systeem, maar ga voor slangen met een grote levensduur, met een niet te grote afstand (20 of 30 cm) tussen de gaatjes. Hoe kleiner de afstand, hoe beter het water wordt verdeeld.”

“Bij elk gaatje zit een soort doolhofje om de waterdruk in de hele slang te verdelen. Afhankelijk van de pompcapaciteit is er een grens aan de lengte van de druppelslang die je kunt aankoppelen. Grofweg: een pomp van 5 m³ per uur kan honderd meter druppelslang aan.”

Lambert raadt een watersysteem aan dat is aangesloten op het oppervlaktewater. Is dat niet mogelijk, kies dan voor grondwater en anders pas leidingwater. “In grondwater kan veel ijzer zitten. Dat kan gaan roesten en verstopt de gaatjes op den duur. En in leidingwater zit veel kalk, met hetzelfde verstoppende effect.”

“Je kunt fantastische, volledig autonome systemen bouwen met pompjes, zonnepanelen en timers. Om de prijs hoef je het meestal niet eens te laten en het is erg leuk om een werkend watersysteem te maken, maar het is voor een gemiddelde tuinier uiteraard niet noodzakelijk om een watersysteem te hebben dat zich kan meten met een moderne volautomatische teeltkas”, vertelt de expert.

Misschien vraag je je af of het moeilijk is om een druppelslang aan te leggen in je tuin. Lambert: “Bij lange banen gaat het relatief snel, maar wij hebben bijvoorbeeld een kruidentuin met allerlei kleinere vakjes … dan is het een hele puzzel met allerlei hoekstukjes, T-stukjes, et cetera.” Raadpleeg de handleiding van je druppelaar, want elke systeem is weer net even anders.

Ten slotte nog een paar tips van deze expert, zodat je op een slimme manier water kunt besparen in de tuin.

“Sommige planten kunnen zo goed tegen droogte dat je ze (in Nederland) nooit water hoeft te geven.” Zie: Planten die goed tegen droogte kunnen.

“Met name groenteplanten stoppen in droge perioden met groeien. Die varen wel bij een goed druppelsysteem, zodat je jezelf verzekerd van goed groeiende gewassen.”

“Kijk naar de plant: heeft hij slappe bladeren? Door droogte kan de plant niet meer genoeg water opnemen om de blaadjes van voldoende water te voorzien. Meestal trekt dit bij in de nacht. Dit is hét moment om te beginnen met water geven.”

“Als het een paar dagen flink regent, dan hoef je de druppelslang niet neer te leggen. Is er minimaal een week droogte op komst? Dan wel.”

“Nieuwe zaaisels of net uitgeplante plantjes kun je prima met een gieter water geven.”

“Neem een regenton met een flinke inhoud. Honderd liter is in een droge week zo op. En houten regentonnen (wijnvaten) zijn heel mooi, maar gaan lekken als ze leeg hebben gestaan.”