Nieuwe tuin? Zo maak je een beplantingsplan in 6 stappen

Ben je verhuisd en heb je een nieuwe tuin om je over te ontfermen? Of heb je zin om je eigen tuin op de schop te gooien? Het beste moment om dat te doen, is in het najaar of het voorjaar. Maar het beste moment om een beplantingsplan te maken is juist als je nog kunt zien wat er in de tuin staat!

Planten geven structuur, textuur, beweging, geluid en kleur en helpen sfeer te creëren. In dit artikel vind je een simpel stappenplan voor het maken van een beplantingsplan. 

Met de juiste stappen kun je tot een mooi beplantingsplan komen. Kijk niet alleen naar wat je wilt, maar ook naar wat er al staat!

Meet je tuin of border op, zodat je de ruimte op papier op schaal kunt tekenen. Markeer bestaande planten die je wilt houden. Hoewel het fijn klinkt om met een schone lei te beginnen, wil je niet álles eruit gooien. Huidige beplanting kan heel waardevol zijn. Zo kan het jaren duren voordat heesters en bomen hun uiteindelijke vorm krijgen. Het behouden van elementen is ook een van de tuinideeën voor een klein budget.

Leg overtrekpapier over de schets die je van je tuin hebt gemaakt. Richt je in eerste instantie niet zozeer op specifieke planten als wel op eenvoudige vormen en raak niet verstrikt in details.

Denk bij het opbouwen van je lagen in groepen planten, niet in een of twee exemplaren. In de natuur groeien planten in clusters, met iets verderop een paar afzonderlijke planten. Imiteer dat om je tuin vloeiend en ritmisch te maken. 

Als je tevreden bent over de globale vorm van de beplanting, ga je aan de hand van de volgende stappen werken aan de details.

Begin met het plaatsen van bomen (of werk met de bomen die al in je tuin staan) in je beplantingsplan. Bedenk hoe hun vorm het licht beïnvloedt en neem het landschap en de gebouwen rond je tuin mee in je plannen.

Plaats de heesters. Deze vormen een tegenwicht tegen de bomen en verbinden die hoogste laag met de rest van de tuin. Voeg bij voorkeur verschillende vormen toe.

Zet er vaste planten bij. Denk in groepen en zorg voor ritme en herhaling. Je kunt bij je keuze ook letten op en combinatie van reguliere tuinplanten en inheemse planten. Zo geef je ook ruimte aan de natuur in de tuin en verhoog je de biodiversiteit.

Voeg eenjarigen, bloembollen en stengelknollen toe op plaatsen waar ze in het oog zullen springen. Haast je niet bij het maken van een beplantingsplan. Probeer verschillende versies en leg nieuw overtrekpapier over je tekening tot je tevreden bent met het resultaat. 

Kijk als je de plantnamen in de vormen schrijft nog eens naar de details en naar het contrast tussen gebladerte, vormen en texturen. Is het resultaat naar je zin, dan leg je een nieuw stuk overtrekpapier over de laatste versie en maak je met een definitief plan.