
Bloembollen behoren tot de makkelijkste planten, omdat ze met minimale verzorging vaak wekenlang de mooiste kleuren opleveren in je potten en borders. Maar al die benamingen … Word je ook geen wijs uit termen als rizomen, knollen en wortelstokken, dan maken wij je wegwijs in bollenland.
Lees verder onder de advertentie
Wat is een bloembol eigenlijk?
Een bol is feitelijk een ondergrondse voedselopslag. Daaruit ontstaan scheuten wanneer de bol uit zijn rust ontwaakt. De term ‘bol’ verwijst niet alleen naar ‘echte bloembollen’, zoals narcissen, maar ook naar stengelknollen, wortelstokken en wortelknollen.
De beste tijd om bloembollen te planten
Tip!

Over snoeien, je pluktuin, de 100 beste planten en meer! Vol praktische tips en stap-voor-stap uitleg voor jouw tuin.

Er zijn twee hoofdseizoenen om bollen te poten.
Bollen worden vrijwel allemaal op dezelfde manier geplant: op een diepte van twee tot drie keer hun grootte, in goed afwaterende of zanderige grond.
De verschillende soorten bloembollen
Narcissen, tulpen, hyacinten, lelies, gladiolen en canna’s groeien allemaal uit bollen. Maar niet elke bloembol ziet er hetzelfde uit. Dit zijn de verschillen.
Ontvang wekelijks tuintips in de mail
Echte bloembollen

Een echte bloembol, zoals een ui, bestaat uit allemaal lagen, genaamd rokken of schubben. Dat zijn bladeren in embryonale toestand. Zij slaan voedsel op voor de plant en beschermen tegelijkertijd de stengel en bloem midden in de bol. Ze hebben vaak een papierachtige schil die de bol beschermt.
- Voorbeelden van echte bollen: Narcis, tulp, allium, knoflook, lelie, amaryllis, sneeuwklokje
- Zo plant je echte bollen: Echte bollen plant je over het algemeen op twee of drie keer hun diepte. Let erop dat de bolschijf, waaraan de wortels komen, onder zit. Het puntje van de bol wijst naar boven. Zo kan de stengel naar het licht groeien.
- Bloembollen vermeerderen: Veel soorten produceren broedbolletjes, ofwel kleine bollen. Haal deze los, verwijder het velletje en herplant ze.
Stengelknollen

Een stengelknol is een verdikte stengel waarin voedsel zit opgeslagen. Hij heeft een bolschijf, schil en groeipunt. Hij ziet er ongeveer hetzelfde uit als een gewone bloembol, tot je hem doorsnijdt. Dan zie je dat hij niet uit laagjes bestaat, maar uit één stuk.
- Voorbeelden van stengelknollen: Crocosmia (montbretia), krokus, freesia, Ranunculus, blauw druifje, anemoon, herfstkrokus, gladiool, Oxalis triangularis, banaan, aardappel.
- Zo plant je stengelknollen: Kleine stengelknollen kun je op ongeveer 5 cm diepte planten.
- Stengelknollen vermeerderen: Je kunt de knollen in het voorjaar uit de grond halen en de losse knolletjes herplanten. Dan ontwikkelen ze zich tot nieuwe planten.
Wortelstokken

Wortelstokken, ook rizomen genoemd, zijn gezwollen ondergrondse stengels die voedsel opslaan. Ze groeien meestal horizontaal vlak onder de grond.
- Voorbeelden van wortelstokken: Gember, Canna (bloemriet), Alstroemeria, pioenroos, veel iris-soorten waaronder de baardiris, munt, rabarber
- Zo plant je wortelstokken: Poot de wortelstok horizontaal op ongeveer 10 cm diepte.
- Wortelstokken vermeerderen: Er zitten meerdere knoppen aan de wortelstok en je kunt ze delen als ze te vol worden.
Wortelknollen

Wortelknollen zijn gezwollen stengels of wortels waarin voedsel wordt opgeslagen. De stengels ontstaan uit de knoppen of ‘ogen’.
- Voorbeelden van wortelknollen: Dahlia, cyclaam, knolbegonia, Zantedeschia (aronskelk) en Anemone blanda
- Zo plant je wortelknollen: Plant de wortelknollen ongeveer 2 cm onder de grond en geef water.
- Wortelknollen vermeerderen: Je maakt meer planten van één wortelknol door hem in stukken te delen. Elk stuk waaraan minstens één oog zit, ontwikkelt zich tot een volwassen plant.
Zo zien bloembollen er van binnen uit

- Het blad gebruikt zonlicht om energie om te zetten en op te slaan in de bol voor de bloei van volgend jaar.
- Deze vlezige schubben slaan de energie van de bol op.
- Uit de bolschijf groeien de wortels. Zorg dus dat je deze kant naar onder houdt tijdens het planten.
- De wortels nemen vocht uit de grond op en houden de bol op zijn plek.