Behalve dat pronkbonen lekker zijn om te eten, is de plant ook nog eens heel decoratief. De moeite waard dus om eens te proberen.
Lees verder na de advertentie
Botanische naam: Phaseolus coccineus
Volksnaam: pronkbonen
Zaaien: april tot en met juli
Uitplanten: juni en juli
Oogsten: juli tot en met oktober
Wekelijks kweektips in je mail
Iedere week dit soort tips voor het kweken van planten en gewassen in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Pronkbonen zaaien
Pronkbonen zaai je binnen voor in april. Kies hiervoor diepe potten of bijvoorbeeld toiletrollen. Zaai ze 50 cm diep. Door ze binnen voor te zaaien kun je een betere ontkieming verwachten en vroegere oogst. Bovendien is het een goede manier om de planten te beschermen tegen slakken. Als de zaailingen sterk genoeg zijn, kun je ze eind mei buiten uitplanten.
Maar ook eind mei en in juni kun je nog bonen zaaien. Doe dat dan buiten in de volle grond. Dan kun je in juli of augustus bonen oogsten.
Gebruik zaaigoed dat niet beschadigd is. Let bijvoorbeeld op schimmel en zachte plekken. Zulke bonen kun je beter niet gebruiken.
De beste plek voor pronkbonen
Voor pronkbonen zoek je het beste een zonnige plek uit, met een rijke, vochtvasthoudende grond. Bereid de grond voor door onkruid te wieden en flink wat compost of oude stalmest door de grond te mengen.
Vervolgens maak je steunen voor de pronkbonen. Kies hiervoor stevige stokken, bijvoorbeeld van bamboe. Hiervan maak je een wigwam of tipi. Gebruik minstens 4 stokken van 3 meter lang. Je steekt de uiteinden stevig in de grond, in de vorm van een cirkel. Houd de afstand tussen de stokken zo gelijk mogelijk. Een goede richtlijn om aan te houden is dat je bonen 20 cm uit elkaar zet, met 60 cm tussen de rijen.
Pronkbonen verzorgen
Bonen zijn dorstige planten, dus geef ze regelmatig water – zeker als ze bloeien. Laat de grond ook vocht vasthouden door te mulchen rondom de planten.
Bereikt de plant de top van de stok? Top de plant dan, zodat hij struikachtiger groeit.
Slakken
Jonge bonenplanten zijn een ware lekkernij voor slakken. Het kan geen kwaad om meer pronkbonen te kweken dan je nodig hebt, gewoon voor de zekerheid. Ook helpt het om ze zo laat mogelijk uit te planten.
Bestrijd slakken zonder gif, bijvoorbeeld door koperen ringen rondom je planten te plaatsen.
Ook groene schildwantsen kun je tegenkomen bij je pronkbonen. Deze zijn onschuldig en zullen geen schade veroorzaken.
Pronkbonen oogsten
Zo ongeveer 12 tot 16 weken na het zaaien kun je de pronkbonen oogsten. Als ze 15 tot 20 centimeter lang zijn, zijn de bonen het zachtst. Als ze langer worden, worden ze draderig. Blijf oogsten, dan stimuleer je de plant om meer bloemen en dus bonen te produceren. Laat liever geen oude bonen aan de plant hangen, want dan ontwikkelt de plant minder bloemen. Oude bonen zou je wel kunnen doppen.
De pronkbonen kun je goed invriezen. Punt de bonen en verwijder het draad (als het er is). Vervolgens snijd je ze in kleine stukken, blancheer je ze, laat je ze afkoelen en vries je ze in.
Eet de bonen niet rauw, maar stoom ze of eet ze gekookt (en afgekoeld) in een salade.
Pronkbonen in potten en bakken
Weinig ruimte? Laat dan pronkbonen groeien in potten en bakken, en maak er een mooi eetbaar geheel van. Bijvoorbeeld met Phaseolus coccineus ‘Painted Lady’ (foto), een soort met mooie rood-witte bloemen. In potten is het heel belangrijk om de planten genoeg water te geven. Kies een zo groot mogelijke pot, zodat de grond minder snel uitdroogt. Een dikke laag mulch helpt ook met het vasthouden van vocht – en op hete dagen kun je de pot het beste uit de directe zon halen.