Wilde marjolein (Origanum vulgare)
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Wilde marjolein (Origanum vulgare) kun je rekenen tot de beste inheemse drachtplanten (planten die nectar en stuifmeel bieden aan insecten). De lipvormige bloemen bevatten nectar met een erg hoog suikergehalte: zo’n 75%. Ze worden dan ook veel bezocht door talloze insectensoorten.
Lees verder onder de advertentie
Iedere week tuinadviezen in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.
De geurende bloemen van wilde marjolein zijn roze tot purper, heel soms wit en ze bloeien van juli tot en met september. Het een overblijvende plant die zo’n 30 tot 60 cm hoog wordt. Verwar de plant niet met de verwante soort majoraan (Origanum majorana).

Origanum vulgare voelt zich het meest thuis op een zonnige plek in de tuin. De bodem kan het best matig voedselarm tot matig voedselrijk zijn. In het wild groeit de plant vaak in overgangen van bos naar open terrein (zoomvegetaties), op kalkhoudende en goed waterdoorlatende bodems.
Wilde marjolein kan vrij goed tegen hitte en droogte en als hij de ruimte krijgt, kan hij zich makkelijk uitzaaien. Ook kan hij ondergrondse wortelstokken vormen zich zo vegetatief te verspreiden.
Het blad blijft in de winter groen en heeft een heerlijke tijmachtige geur vanwege de etherische olie in de bladeren. Deze fijne geur komt vrij wanneer je een paar blaadjes fijnwrijft. Ook in gedroogde vorm blijven mijn stengels en blaadjes geuren.
Het blad heeft ook een karakteristieke smaak: kruidig en enigszins zoet. Het smaakt fris en pittig en wordt dan ook al eeuwenlang gebruikt als smakelijk keukenkruid. In een kruidentuin mag wilde marjolein dus zeker niet ontbreken.
Van de nectarrijke bloemen profiteren ook veel soorten wilde bijen. Het gaat dan met name om hommels, waaronder de boomhommel, aardhommel, tuinhommel, akkerhommel en steenhommel.
Ook veel soorten dagvlinders zijn dol op de nectar:
Het is dan ook in allerlei opzichten een waardevolle plant voor mens en dier.
In tuinen is de plant goed te combineren met andere inheemse wilde planten, zoals grote centaurie, knoopkruid, duifkruid, veldsalie, zeepkruid en kleine pimpernel.