Ranonkels planten en verzorgen: van knol tot (pluk)bloem
Hoewel deze bloemen wel wat lijken op rozen, kun je ze toch snel herkennen: ranonkels. Ranunculus asiaticus met zijn kenmerkende ronde bloemen en dichte rijen bloemblaadjes komt voor in allerlei prachtige kleuren. Gelukkig vraagt ranonkels planten en verzorgen niet veel werk, zolang je ze op de juiste tijd, plek en manier plant.
Waar ranonkels planten
Ranonkels planten doe je het beste in de volle zon op een enigszins beschutte plek. Goed doorlatende (pot)grond is essentieel voor deze bloemen, aangezien de knollen de neiging hebben om te verrotten in drassige omstandigheden. Gebruik voor potten (turfvrije) potgrond en meng daar grof grit of perliet doorheen. Houd hiervoor een verdeling aan van 3/4 potgrond en 1/4 grit of perliet. Zet de potten vervolgens op grind of simpelweg op een verhoging, zodat overtollig water gemakkelijk wegloopt.
Ga je ranonkels planten in de vollegrond? Zorg er dan voor dat de grond goed water doorlaat. Verhoogde bedden zijn ideaal voor het kweken van ranonkel, aangezien de grond doorgaans goed draineert.
Wekelijks handige tuintips in je mail
Iedere week dit soort praktische tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Wanneer ranonkels planten
Lees verder na de advertentie
De beste tijd om ranonkels te planten hangt af van hoe je ze kweekt: binnen of buiten. Als je ranonkels plant in een overdekte, vorstvrije maar ook koele plaats zoals een serre, kas of polytunnel, plant ranonkels dan van de vroege herfst tot de vroege winter.
Ook kun je ranonkels binnen voortrekken en daarna buiten uitplanten, zodat je eerder bloemen hebt. Hiermee begin je in het vroege voorjaar. Verder kun je ranonkels direct buiten planten, in potten of de vollegrond.
Hoe ranonkels planten
Laat je ranonkelknollen eerst 24 uur weken in water. Plant ze vervolgens met het klauwachtige stuk naar beneden, zo’n 5 cm diep en 10 cm uit elkaar.
Je kunt ranonkel na de bloei overhouden. Hiervoor laat je het loof rustig afsterven, waarna je de knolletjes uit de grond haalt en ze droog bewaart. Wil je het jaar erna heel zeker zijn van ranonkels, koop dan opnieuw knolletjes.
Ranonkels verzorgen: van knol tot bloem
Geef na het planten je ranonkels regelmatig water vanaf het moment dat je groei ziet. Zorg ervoor dat de grond vochtig blijft, maar geef ook niet te veel water – om rot te voorkomen. Vanaf het moment dat de bloemknoppen zich beginnen te vormen, is het goed om je planten voeding te geven. Het beste gebruik je hiervoor een vloeibare meststof met een hoog kaliumgehalte. Geef deze voeding om de 10 tot 14 dagen.
Als je ranonkels overdekt kweekt, verwarm de omgeving dan zo min mogelijk. Het is belangrijk dat de temperatuur boven het vriespunt blijft, maar verder groeit deze neef van de boterbloem het beste in koele omstandigheden. Verplaats je groeiende planten naar buiten wanneer de kans op vorst voorbij is voor een prachtige bloei in de vroege zomer.
Tip! Wil je ranonkels oogsten als plukbloem? Pluk ze dan voordat ze helemaal open zijn. Zo staan ze langer op vaas.