Narcissen planten: zo pak je dat aan

Wie houdt er nou niet van de vrolijke voorjaarsbloem narcis? Ga je narcissen planten in je tuin? Lees dan dit artikel goed door zodat je precies weet hoe je het ’t beste kunt aanpakken.

Narcisbollen plant je in het najaar, zodat je in het voorjaar mooie bloemen hebt. Over het algemeen kun je narcissen planten van september tot en met november. Ook later kun je de bollen nog wel planten, maar dan hebben ze minder tijd om te groeien, en is de kans kleiner dat ze bloemen ontwikkelen. Al komt dat de jaren erna wel weer goed.

Iedere week dit soort handige plantadviezen in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Let erop dat je alleen grote en stevige bollen plant. Het maakt niet uit wanneer je ervoor kiest om de bollen te planten: zachte of rottende exemplaren leveren geen succes op.

Net zoals bij de meeste bloembollen, plant je narcissen op een diepte van twee tot drie keer de hoogte van de bol.

De bollen van de narcis plant je met de punt(en) naar boven. De wortels ontwikkelen zich aan de bolle kant. Soms kun je al kleine worteltjes zien zitten.

Op de verpakking van je narcis vind je meestal wel algemene plantadviezen. Zeker bij bijzondere variëteiten is het verstandig om die op te volgen. Wij zouden je adviseren op niet meer dan zes narcisbollen bij elkaar te planten in de vollegrond. Op die manier krijg je het natuurlijkste effect. Laat tussen twee narcisbollen ongeveer twee keer de breedte van de bol aan ruimte zitten. 

Kies een zonnige plek voor je narcissen. Omdat narcissen houden van vochtige, maar goed waterdoorlatende grond, is het verstandig om de grond te verrijken met organisch materiaal. Denk aan compost of goed verteerde mest. Ook is het goed om de grond om te spitten als hij erg compact is. Tuinier je in kleigrond, leg dan een laagje grit in het plantgat. Zo blijft er minder water bij de bol staan, en zal de bol minder snel rotten.

In potten kun je zoveel bollen bij elkaar planten als je wil. Gebruik turfvrije potgrond en zet de pot op een zonnige plek. De grond moet vochtig blijven, maar niet nat zijn. Geef water als de grond dreigt uit te drogen. Je kunt narcissenbollen jarenlang in een pot laten staan, maar vervang de potgrond boven de bollen elk jaar. Je kunt de bollen na een tijdje ook prima uit de potten halen en in de vollegrond uitplanten.

Tip! Wij gebruiken graag de turfvrije potgrond van Bio-Kultura.

Narcissen kun je ook goed in een bloembollenlasagne gebruiken. De grootste bollen vormen doorgaans de onderste laag, vaak zijn dat de narcissen. Vul de onderste 10 tot 15 centimeter van de pot met potgrond, en leg dan de bollen erop – uiteraard met de punt omhoog. Vervolgens vul je de pot aan met een laag compost of potgrond, de volgende laag bloembollen, en dit kun je herhalen met de rest van je bloembollen. 

Een mooie narcis voor in je gazon is de wilde narcis, Narcissus peudonarcissus. Deze plant je voor de lange termijn: elk jaar komen er meer bloemen tevoorschijn. Ga je veel bloembollen in je gazon planten? Zet de sproeier er dan even op, zodat de grond makkelijker te bewerken is. Geef de bollen na het planten water.

Om een natuurlijke uitstraling te krijgen met de bloembollen in je gazon, kun je een handje bloembollen willekeurig op het gazon gooien. Plant ze vervolgens waar ze terechtkomen. Hiervoor kun je een bollenplanter gebruiken. Daarmee steek je gemakkelijk een stuk grond uit. Je legt de bol in het gat en zet het stuk gras met zand weer bovenop de bol.