Fijn leesvoer! Dit zijn de favoriete tuinboeken van de redactie

In de winter, tijdens de feestdagen, zijn we minder druk met klussen in de tuin. Waar we wel druk mee zijn: ons voorbereiden op een nieuw tuinjaar, en inspiratie opdoen! Behalve uit Gardeners’ World, halen we ook veel inspiratie uit tuinboeken. Dit vinden wij echte aanraders!

Anne Wieggers: “Mijn absoluut favoriete tuinboek is ‘Dear friend and Gardener’. Dit is geen klassiek tuinboek, maar een briefwisseling tussen mijn twee grote tuinhelden: Beth Chatto en Christopher Lloyd. Zij zijn beiden zeer uitgesproken, en het heerlijke is dat ze een compleet andere stijl hebben, en ze er niet voor schuwen dit onderling te bespreken. De brieven geven een inzicht in hun persoonlijk leven, wat zo doordrenkt is van tuinpassie dat je er heerlijke tips en wijze lessen uit kunt filteren.”

Anne Wieggers: “Het lievelingstuinboek van mijn dochter is ‘In de tuin’, van Noëlle Smit. Dit is een prentenboek waarin voor iedere maand een prachtige illustratie te vinden is, geïnspireerd door de tijd die Noelle en haar dochter doorbrengen in hun volkstuin. Het boek is zo herkenbaar dat we al kletsend over de tuin en wat we nu weer willen zaaien en oogsten het boek doorgaan, waarbij de maand waarin we op dat moment zitten altijd even extra veel aandacht krijgt. In ons januarinummer vind je een uitgebreide lijst met kinderboekentips, waarmee je de nieuwe lichting tuin -en natuurliefhebbers blij kunt maken.”

Jos Heijmans: “Voor op mijn balkon, waar slechts zo’n 20% zonneschijn komt, ben ik niet alleen bezig met nadenken over wat alleen mooi is om te planten. Ik heb nu eenmaal minder mogelijkheden dan iemand die altijd veel zon heeft in de tuin. Daarom vind ik het belangrijk dat mijn bloemen en planten nut en waarde hebben. Dit boek helpt mij bij het maken van duurzame, en verrassende, keuzes.”

Een van de tuinboeken die mij steeds opnieuw inspireren, is ‘Voedselbos – inspiratie voor ontwerp en beheer’, geschreven door Madelon Oostwoud. Een voedselbos is een heel ecosysteem van verschillende lagen, van knollen onder de grond tot bodembedekkers, tot hogere planten en bomen. Zo’n eetbaar bos is klimaatbestendig en kan een enorme hoeveelheid voedsel opleveren. Bovendien is het erg goed voor de biodiversiteit.

Echte voedselbossen zijn natuurlijk groter dan de ruimte die ik zelf beschikbaar heb. Maar het idee van vegetatielagen voor eetbare planten zette me wel aan tot nadenken over wat ik in mijn situatie zou kunnen doen. Ook besteedt het boek aandacht aan het observeren van je tuin, bijvoorbeeld door goed te kijken naar indicatorplanten, ofwel planten die iets zeggen over de conditie van je grond. Zo kijk je opeens met heel andere ogen naar ‘onkruid’…

Bij het boek zit verder los nog een uitgebreide plantengids met meer dan 250 soorten voor alle lagen van het voedselbos, met onder andere informatie over welke delen eetbaar zijn en  welke standplaats ze verlangen. Heerlijk om tijdens de donkere dagen doorheen te bladeren en te bedenken wat ik zelf zou kunnen kweken. En natuurlijk droom ik tegelijkertijd even weg bij het idee van een eigen lapje grond dat groot genoeg is om een compleet voedselbos op aan te planten.

Linda Passies: “Ik zou mezelf niet direct een luie tuinier willen noemen, maar wel een tuinier met chronisch tijdgebrek. Naast een baan, vrienden en familie heb ik ook nog talloze ándere hobby’s dan tuinieren. Gelukkig laat dit boek me opgelucht ademhalen. Al lezend leer je dat minder doen soms beter is voor de natuur. De ondertitel van dit boek is ‘In 10 stappen meer natuur in je tuin of balkon’. Daardoor is het voor de doorgewinterde tuinier her en der gesneden koek. Toch las ik in het boek nog leuk tips en nieuwe weetjes – om maar niet te spreken over creatieve recepten met ‘onkruid’. Bovendien is het genieten van de prachtige illustraties.”