Zo weet je wanneer jouw plant wel wat voeding kan gebruiken!

Als je gaten, vervormingen, vlekken of vergeelde bladeren ziet bij je planten, denk je misschien al gauw aan plagen en ziektes bij je plant, of aan een tekort of juist overdaad aan water. Toch is er nog een andere mogelijke oorzaak voor deze tekenen, namelijk een gebrek aan voedingsstoffen. In dit artikel zetten we een paar symptomen op een rij die kunnen wijzen op een gebrek aan voedingsstoffen, zodat je weet wanneer je jouw planten voeding kunt geven.

Heb je een plant die vooral in de hoogte groeit en maar kleine bladeren aanmaakt? Dan heb je mogelijk te maken met een stikstoftekort. Stikstof stimuleert namelijk de groei van bladeren. Geef een stakerige plant met kleine bladeren plantenvoeding die rijk is aan stikstof om jouw plant te ondersteunen bij het aanmaken van nieuwe bladeren.

Heb jij een plant of boom die geen of weinig vruchten aanmaakt? Dan zou het goed kunnen dat deze plant te weinig kalium binnenkrijgt. Kalium helpt planten namelijk bij het aanmaken van bloemen en vruchten. Houd wel de aangegeven hoeveelheden aan, want te veel voeding kan ook zijn nadelen hebben. Je herkent een teveel aan kalium onder andere aan bladeren die bronsachtig of roodachtig kleuren.

Lijkt het alsof jouw plant niet goed wortelt en staat hij onstabiel in de grond? Dit kan duiden op een gebrek aan fosfor. Normaal gesproken stimuleert fosfor de ontwikkeling van wortels bij een plant. Bij een gebrek aan fosfor lukt het je plant niet om water en voedingsstoffen vanuit de grond naar de rest van de plant te vervoeren en gaat de gezondheid van je plant als gevolg daarvan achteruit.

Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Als je gewassen zoals tomaten of komkommers kweekt in een kas, komt dit fenomeen je misschien wel bekend voor: je plant heeft gele bladeren, of vaal geelgroen. Ook andere planten kunnen hier last van krijgen overigens. In dit geval maakt de plant te weinig chlorofyl aan, een stof die de bladeren groen maakt en zorgt dat de plant zonlicht kan omzetten in suikers. Dit gebrek komt voort uit een tekort aan stikstof. Geef je plant daarom stikstofrijke plantenvoeding, zodat hij weer groener wordt en beter gaat groeien.

Merk je dat je plant gele bladeren krijgt, maar zijn het specifiek vlekken tussen de nerven van de bladeren? Dan kan het zijn dat je plant een tekort aan calcium heeft. Geef je plant een flinke dosis calcium (uiteraard volgens de instructies van de plantenvoeding) om je plant te ondersteunen.

Als je binnen kweekt, bijvoorbeeld in een kas, serre of op een vensterbank, is het goed om je te realiseren dat je plant voor alles op jouw zorg is aangewezen. Dat geldt bijvoorbeeld voor voedingsstoffen en water. Planten die je binnen kweekt kunnen iets sneller last krijgen van tekorten aan bepaalde voedingsstoffen. Houd je planten daarom goed in de gaten en geef voeding wanneer dat nodig is, doorgaans tijdens het groei- en bloeiseizoen.

Een andere plek waar je de invloed van voedingsstoffen op je planten erg zult merken is op de moestuin. Aan je oogst zie je hoe verschillende voedingsstoffen verschillende resultaten opleveren bij je gewassen. Elk soort gewas heeft zo zijn eigen voorkeur wat voeding betreft:

Bladgewassen zoals snijbiet, selderij of sla kweek je voornamelijk om hun eetbare blad. Daarom is het goed om deze planten stikstofrijke voeding te geven, die sterke groei van de bladeren stimuleert.

Anders dan bij bladgewassen, kweek je wortelgewassen om hun eetbare wortels. Soorten als bietjes, wortels of radijsjes hebben veel fosfor nodig om goede, sterke wortels te ontwikkelen, die je vervolgens goed kunt oogsten. 

Peulvruchten en vruchtgewassen zoals courgette hebben vooral baat bij voeding met veel kalium, aangezien kalium het aanmaken van bloemen en vruchten stimuleert. Zo haal je het beste uit je oogst.

Tip! Maak ook gebruik van wisselteelt op je moestuin, zodat planten steeds verschillende voedingsstoffen uit de grond halen en achterlaten, waar de volgende ronde gewassen weer van kan profiteren.

Soms hebben planten ook bepaalde micro-voedingsstoffen nodig, maar over het algemeen halen ze daarvan genoeg uit de bodem van je tuin. Richt je daarom vooral op de hoofdvoedingsstoffen die je gewassen nodig hebben tijdens hun groei- en hun bloeiperiode.