Orchidee stekken: wat je moet weten

Het is een populaire kamerplant, orchidee, maar hij is doorgaans niet gemakkelijk te vermeerderen. Toch zijn er een paar manieren waarop je meer uit je plant kunt halen met geduld en de juiste aanpak. In dit artikel leggen we uit hoe je een vlinderorchidee kunt stekken uit een jonge plant.

De orchideeënfamilie is enorm groot en divers, wat ook betekent dat niet elke orchidee van dezelfde omstandigheden houdt of op dezelfde manier kan worden gekweekt. Dat geldt ook voor het stekken van je orchidee. Bij de ene soort werken wortelstekken beter, bij een andere bladstekken (bijvoorbeeld juweelorchidee) en bij weer een andere stek je de jonge plant die aan de moederplant groeit. Hoewel orchideeën lastig te vermeerderen zijn, is het wel een leuke uitdaging die je meer planten kan opleveren. In dit artikel leggen we uit hoe je de populaire Phalaenopsis (vlinderorchidee) kunt stekken.

De makkelijkste manier om een vlinderorchidee te stekken is door een jonge plant die aan de moederplant groeit – een keiki – los te snijden en als aparte plant op te kweken. Je herkent een keiki aan blaadjes die groeien op de stengel van een orchidee in plaats van bij de basis. Zie je dat jouw plant een knop heeft waar ook wortels en bladeren uit groeien? Gefeliciteerd, dan heb je een keiki die je kunt stekken!

Net als bij het stekken van andere jonge planten, bijvoorbeeld bananenplant stekken, heeft je jonge plant meer kans op overleven als hij goede wortels heeft aangemaakt en wat groter is. Laat je keiki aan de moederplant tot hij wortels heeft van een paar centimeter. Dat kan enkele maanden duren.

Is het tijd om je orchidee te stekken? Gebruik dan een schoon, scherp mes en was je handen voor je aan de slag gaat om infecties bij je plant te voorkomen. Snijd vervolgens de keiki voorzichtig los van de moederplant. Zorg ervoor dat je jonge plant genoeg wortels heeft.

Vul een klein potje met geschikte potgrond voor orchideeën en plant je nieuwe plantje daarin. Het beste kun je hier een doorzichtig potje met drainagegaten voor gebruiken, zodat de wortels daarin ook licht krijgen en het water goed kan weglopen. Kies voor een luchtig mengsel om deze epifyt blij te maken.

Zet je nieuwe plantje op een plek met genoeg licht, maar vermijd indirect zonlicht. In onze plantengids voor orchidee vind je meer informatie over hoe je het beste je vlinderorchidee kunt verzorgen.

Het is niet elke dag dat je een keiki aantreft bij je orchidee. Als je er wel een vindt, is dat reden voor een feestje. Er is wel een methode om je plant aan te moedigen een jonge plant aan te maken.

Op een stengel vind je namelijk ‘slapende ogen’, verdikkingen waaruit een nieuwe vertakking kan groeien. Als je het vliesje dat over zo’n slapend oog zit weghaalt, bestaat de kans dat hier een keiki uit gaat groeien. Wees voorzichtig bij het weghalen om je plant zo min mogelijk te beschadigen en gebruik een schoon mesje of pincet. Het is geen garantie, maar het zou kunnen dat je straks een jonge plant kunt stekken.

Tip! Lees ook onze tips om je orchidee opnieuw te laten bloeien.

Sommige fabels zijn hardnekkig: zo ook het idee dat je orchidee kunt stekken in aardappel. Doorgaans houden orchideeën – vooral epifytische soorten – van luchtige grond gebaseerd op boomschors, aangezien soorten als Phalaenopsis vaak op bomen groeien. Een vochtige, donkere omgeving zonder goede ventiliatie is dan ook geen geschikte plaats voor een orchidee om op te groeien (letterlijk en figuurlijk). Dus laat die aardappel maar achterwege, tenzij je zelf graag de mythe wil testen.

Tip! Je kunt aardappelschillen wel goed gebruiken om zelf compost te maken voor andere planten.

Een orchidee stekken is al een uitdaging op zich en hoewel je veel planten goed kunt stekken op water, is dit waarschijnlijk niet de beste methode voor een vlinderorchidee. Epifytische orchideeën houden namelijk niet van constant natte voeten. Daarom kun je beter aan de slag gaan met de bovenstaande methode of toch ervoor kiezen om een extra orchidee te kopen bij een kweker.