Haagwinde (ook wel pispot plant) bestrijden in je tuin is makkelijker gezegd dan gedaan. Lees snel verder om te ontdekken wat wel en niet werkt om dit lastige plantje tegen te gaan.
Lees verder na de advertentie
Wat is haagwinde?
Haagwinde (Calystegia sepium) is een vast plantje dat in veel tuinen een terugkerend probleem vormt en daardoor gezien wordt als ‘onkruid‘. Het is een onkruid met witte bloemetjes en is een snelle groeier met dunne, slingerende stengels. De grote, witte trompetvormige bloemen worden ook wel pispotjes worden genoemd.
Waarom is haagwinde een probleem?
Haagwinde, ook wel pispotjes plant, groeit snel en kan flink wat blad en stengels produceren waarmee het andere planten verstikt, hun groei belemmert of soms zelfs kleine planten doodt. Dit klimmend onkruid met witte bloemen komt elk jaar weer terug en haagwinde bestrijden is lastig.
De wortels van haagwinde kunnen makkelijk meer dan een meter per jaar groeien en de stengels kunnen vele meters lang worden. De roomwitte wortels breken makkelijk. En dat is een probleem, want zelfs het kleinste stukje wortel dat in de grond achterblijft, zal uitgroeien tot een nieuwe plant.
Wekelijks met praktische tips aan de slag?
Haagwinde voorkomen in de tuin:
De allervriendelijkste methode, is het wegnemen van licht. Bedek de grond in het najaar met karton en leg daaroverheen een dikke laag compost. De haagwinde krijgt zo geen licht meer en raakt uitgeput. En de wormen werken het karton en de compost gewoon door de bodem, die daardoor gezonder wordt. Twee vliegen in één klap!
Wortels haagwinde uitgraven
Komt er daarna toch nog haagwinde op, volg dan de stengels tot aan de grond en graaf de wortels volledig uit. Pas op dat je de wortels niet breekt: kleine stukjes groeien uit tot een nieuwe plant. Groeien de wortels door andere planten, probeer de wortelkluit van je tuinplanten dan losser te maken om de wortels van de haagwinde er voorzichtig tussenuit te verwijderen. Dit is ook effectief bij het bestrijden van zevenblad.
Haagwinde wortels weggooien
Gooi de wortels van haagwinde nooit op je composthoop, want zo kan de plant overleven en zich via de compost door de tuin verspreiden. Stop de wortels in zwarte zakken (of gebruik lege potgrondzakken), maak die goed dicht en laat ze daarin zeker een jaar staan voor je ze weggooit op de composthoop.
Je kunt de wortels ook in de groene kliko doen. Gemeentelijke composthopen worden heet genoeg om het onkruid te doden.
Wanneer moet je haagwinde bestrijden?
Het najaar tot het vroege voorjaar is een goede periode om aan de slag te gaan met het bestrijden van haagwinde. Doe het in ieder geval voordat de planten weer gaan groeien. Kruidachtige vaste planten en siergrassen die vol zitten met haagwinde kun je het beste in het najaar of vroege voorjaar uit de grond halen en delen. Tijdens het delen kun je de haagwinde makkelijker verwijderen.
Als het in de zomer niet mogelijk is om de wortels van haagwinde op te graven, knip dan de stengels steeds af om de haagwinde te verzwakken.
Waarom chemisch bestrijden geen zin heeft
Haagwinde bestrijden met chemische middelen dan maar? In twee woorden: niet doen! Wij zijn sowieso geen voorstander van het gebruik van onkruidverdelgers in de tuin, maar het heeft ook weinig nut. De meeste middelen tasten alleen het blad aan, terwijl de plant juist vanuit de wortels steeds terug groeit. En middelen die wel tot in de wortels doordringen, zoals glyfosaat, mogen niet meer verkocht worden aan particulieren, omdat ze mogelijk kankerverwekkend voor mensen zijn én dodelijk voor bijen.
Maar pas op: haagwinde bestrijden met azijn, zout of chloor mag ook niet! Wat wél mag, is het gebruik van heet water of hete lucht. Het beste pas je de tuinvriendelijke bestrijdingsmethoden hierboven toe!
Verschil haagwinde en akkerwinde
Akkerwinde (Convulvulus arvensis) is een neefje van de haagwinde, maar zijn bloemen zijn kleiner en meestal roze. Ook groeit hij wat minder snel, al kan hij op kale grond problemen geven. Laat je grond er dus niet kaal bij liggen, maar beplant hem bijvoorbeeld met bodembedekkers tegen onkruid.