Een vlinderstruik snoeien: wanneer en hoe doe je dat?

In de zomer lok je met een vlinderstruik massa’s vlinders naar je tuin, wat natuurlijk een prachtig gezicht is! Wil je dat jaar na jaar zo houden, dan moet je echter af en toe snoeien. Maar wanneer moet je een vlinderstruik snoeien? En hoe doe je dat?

De vlinderstruik (Buddleja) krijgt zijn bloemen op jonge scheuten, dus als je hem niet snoeit, komen alle bloemen steeds hoger in de plant te zitten. En onderin de struik blijven wat zielige kale takjes over. Door je vlinderstruik te snoeien, voorkom je dat.

Het beste moment om je vlinderstruik te snoeien, is aan het eind van de winter, ongeveer begin maart. Let wel, dat geldt niet voor alle soorten vlinderstruiken (meer hierover lees je hieronder). Vlinderstruiken van het populairste type, de Buddleja davidii, kun je echter gerust eind winter snoeien.

Er zijn uitzonderingen op de regel. De vlinderstruiken Buddleja alternifolia en Buddleja globosa bloeien op takken die het vorige seizoen zijn aangemaakt. Als je die in het voorjaar snoeit, knip je de bloemknoppen weg. Ook moet je deze soorten niet hard terugsnoeien. Knip in plaats daarvan een paar van de oudste takken midden in de zomer weg.

Iedere week dit soort tuintips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Volg het eenvoudige stappenplan voor het snoeien van de vlinderstruik (Buddleja) hieronder:

Begin met het snoeien van de vlinderstruik zodra hij begin voorjaar begint te groeien. Knip bij mild weer eerst de topgroei tot ongeveer de helft terug met de snoeischaar. Zo zie je bij de volgende stappen beter wat je doet en kom je makkelijker bij de basis van de plant.

Snoei door de dikke houtige takken, ongeveer 30 cm boven de grond, met een takkenschaar of snoeizaag. Snoei het liefst net boven een oog of een nieuwe scheut. Wil je dat de plant hoger wordt dan 3 m (bijvoorbeeld achterin een border), snoei dan terug tot circa 60 cm.

Verwijder alle dode stompjes en takken met de snoeizaag of takkenschaar. Knip ze gelijk met de hoofdtak, om de kans te verkleinen dat ze afsterven. Dun ook takken uit die over elkaar schuren en verwijder twijgjes die vanuit de basis groeien. Wees niet bang dat je te rigoureus bent. Buddleja is zo groeikrachtig dat hij al snel weer aangroeit.

Probeer een kort, sterk gestel van vijf tot zes hoofdtakken te krijgen. Het maakt niet uit als je nog maar weinig groene scheuten ziet, want de vlinderstruik maakt zijn nieuwe aanwas aan onder de bast. Hark lichtjes rond de plant om de grond wat losser te maken waar je gelopen hebt. Bedek dan de grond met een laag mulch.

Je kunt ervoor kiezen je Buddleja later in het seizoen te laten bloeien door hem in mei tot de grond terug te snoeien. Door zijn latere bloei kunnen ook vlinders zoals de kleine vos (Aglais urticae) van de bloemen profiteren.