Japanse esdoorn vermeerderen: 3 manieren

Ben je dol op de Japanse esdoorn en wil je er graag meer van? Je kunt ze zelf vermeerderen, door zaad, of door te stekken of enten, al moet je daar wel een beetje geduld voor hebben.

Het begint bij zaden van de Japanse esdoorn (Acer palmatum). Je kunt zaad verzamelen en zaaien, maar je kunt ook wachten tot ze uit zichzelf uitgroeien onder de moederboom. Je zult met name zaailingen zien bij snelgroeiende Acers. Zodra de zaailingen hun eerste echte blaadjes hebben gekregen (na de kiemblaadjes), hebben ze een klein wortelsysteem. Dat is het moment dat je ze voorzichtig kunt uitgraven. 

Vervolgens zet je ze in een potje, en kun je ze inwateren. Bescherm ze tegen felle zon en geef regelmatig water, zonder ze echt kletsnat te houden. 

Iedere week dit soort tips in je mailbox? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Deze zaailingen kun je laten uitgroeien tot echte bomen, maar je kunt ze ook gebruiken om de wat minder snelgroeiende Japanse esdoorns te enten. Na 2 of 3 jaar zijn ze daarvoor geschikt. Let op, dit is best ingewikkeld!

 Je neemt een stek van de soort die je wil vermeerderen, en verwijdert alle bladeren. Vervolgens snijd je het takje aan één kant schuin af, en aan de achterkant haal je een klein stukje van de tak – zo vormt het als het ware een v-vorm. Maak een bijpassende snede in stengel van de plant waarop je gaat enten, maar haal de bast niet helemaal weg. Steek de ent erin en maak het geheel vast met bijvoorbeeld tape of een elastiek. Je wil zorgen dat de ent geen vocht verliest, bijvoorbeeld door hem te voorzien van een laagje was. 

Na zo’n zes weken kun je het originele deel van de plant wegknippen, zodat alleen de ent overblijft. De groeikracht van de originele Acer gaat nu naar je geënte Japanse esdoorn. Wil je liever op beeld zien hoe dit werkt? Kijk dan deze clip van Gardeners’ World, waarin kweker Edward Smith je laat zien hoe je het aanpakt.

Een derde methode om een Japanse esdoorn te vermeerderen is door te stekken. Kies in het voorjaar nieuwe scheuten uit die nog een beetje flexibel zijn. Het liefst zoek je scheuten die aardig wat bladparen hebben, want daar ontstaan de nieuwe wortels. Knip de tak schuin af, net onder een bladpaar, en verwijder de onderste blaadjes en eventuele zijtakken.

Zorg ook dat je bovenaan niet te veel blaadjes overhoudt. Eventueel kun je stekpoeder gebruiken om de stekken sneller te laten wortelen. Zet de potjes met stekken in een kas of kweekkas voor warmte en luchtvochtigheid. Tip: neem altijd meerdere stekken, omdat de kans groot is dat een deel uitvalt.