Zo pak je het snoeien van zomerframbozen aan

Zodra je zomerframbozen klaar zijn met het leveren van hun oogst, is het tijd om ze terug te knippen. Maar hoe moet je zomerframbozen snoeien?

Als je zomerframbozen niet snoeit, groeien de struiken erg dicht en produceren ze bovendien kleinere vruchten. Uiteindelijk zullen de takken jaar na jaar zwakker worden en afsterven. Jaarlijks je framboos snoeien is dus een goede gewoonte.

Zomerframbozen dragen hun vruchten aan de stokken die vorige zomer zijn aangegroeid. Je moet bij het snoeien dus alleen de stokken terugknippen die dit jaar vrucht hebben gedragen. Snoei je het nieuwe hout weg, dan heb je volgend jaar in juni geen frambozen. 

Zo pak je deze klus aan:

Oogst eerst alle zomerframbozen (die nog niet zijn opgegeten door de vogels …). Daarna moet je de oude stokken die de afgelopen zomer vrucht hebben gedragen tot de grond terugknippen. Je herkent de oude stokken eenvoudig aan hun bruine kleur. De jonge stokken zijn groen.

Loop al je struiken één voor één af en knip alle takken die vrucht hebben gedragen helemaal af tot aan de basis. Pas op dat je daarbij de nieuwe, groene stengels niet beschadigt.

Maak nog een rondje langs je zomerframbozen en dun nu alle nieuwe stengels uit die zwak zijn of de struik te vol maken. Verwijder ook takken die te ver van de rij groeien. De ideale afstand tussen de nieuwe stengels is ongeveer 20 cm. 

Bind tot slot de jonge stokken met bindtouw aan horizontale steunen. In tegenstelling tot herfstframbozen, die genoeg hebben aan een tijdelijke steun van bamboestokken en touw (zoals bonen), kun je zomerframbozen het beste tegen een permanente steunstructuur laten groeien.

Herfstframbozen produceren stokken die in hetzelfde jaar bloeien en vrucht dragen. Je kunt bij deze frambozen dus elke winter alle takken tot de grond terugsnoeien. In het voorjaar groeien de nieuwe stengels al snel uit tot takken die dat jaar vruchten zullen krijgen.