Pruimenboom snoeien: wanneer en hoe doe je dat?
Bewaar bericht
Wil je dit artikel bewaren? Log in of maak een account aan om het op te slaan bij je favorieten.
Log in
Lees verder onder de advertentie
Veel fruitbomen, zoals appelbomen en perenbomen, snoei je in de winter. Maar een pruimenboom snoei je beter in juni of juli. Wij leggen je uit waarom.
Lees verder onder de advertentie

Pruimenbomen zijn erg vatbaar voor de schimmel loodglans als je ze in de herfst of winter snoeit. Daarom kun je pruimenbomen beter in het voorjaar of in de zomer snoeien (maar niet wanneer het regent!) Het beste moment is verder afhankelijk van de leeftijd van de boom:
Probeer bij het snoeien steeds een soort bekervorm te creëren, dus met een open midden. Hierdoor kunnen licht, lucht en zon bij de zich ontwikkelende vruchten komen. Snoei altijd op een droge dag met schoon en scherp gereedschap. Maak je geen zorgen als je wat fruit in ontwikkeling wegsnoeit, want je moet het fruit in juli hoe dan ook uitdunnen.

Jonge pruimenbomen (tot 3 jaar) snoei je slechts lichtjes. Oudere pruimenbomen snoei je in de zomer als volgt:
Tip!
Vol praktische tuintips, heel veel inspiratie en altijd duurzame oplossingen voor jouw tuin.

Als je een oude of verwaarloosde pruimenboom wilt verjongen, doe dat dan niet in één keer, maar geleidelijk over meerdere jaren. Na elke snoeibeurt zullen er een aantal dunne scheuten ontstaan die je de volgende zomer moet uitdunnen.

Krijgt je pruimenboom geen vruchten, of slechts elke twee jaar? Dat kan veroorzaakt worden door te weinig vocht bij de wortels, of een late vorst die de bloemen in het voorjaar aantast. Ook te zwaar snoeien kan een probleem zijn, want de vruchten ontstaan aan een- of tweejarige scheuten. Als je die te sterk inkort, krijg je geen pruimen.

Loodglansschimmel (Chondrostereum purpureum, ook paarse korstzwam genoemd) is een vervelende schimmelziekte voor pruimenbomen die vooral actief is tijdens de vochtige herfst- en wintermaanden. De schimmel komt via beschadigingen de boom binnen. Het gevolg is dat de bladeren zilverkleurig worden, tot uiteindelijk de hele tak afsterft.