Kamerplanten zijn erg in trek, en terecht. Ze veranderen onze leefruimtes in een mooie groene jungle en hoe meer je over ze weet, hoe interessanter ze worden. Marieke van der Eerden (plantenkenner en -verzamelaar, stekt en zaait zo veel mooie planten dat ze zelfs in een lokale winkel verkocht worden) en Rogier van Vugt (Hoofd Horticultuur van de Hortus botanicus Leiden en plantenkenner pur sang) gaan in gesprek. Dit keer vertellen ze over de drakenbloedboom.
Lees verder na de advertentie
Marieke: Jaren terug wisselde ik mijn studentenkamer in voor een ‘echt’ huis. Alles paste maar net in de woonkamer. Als cadeau voor de housewarming vroeg ik een kamerplant aan mijn collega’s. Wat ik kreeg: een enorme pot met drie ‘bomen’ erin en het label Dracaena reflexa. Er was geen plek te vinden waar ‘ie níet in de weg stond. Ik heb hem echter met veel liefde verzorgd en pas twee jaar terug is hij naar een plantenasiel gegaan. Want doodgaan? Dat doet deze Dracaena niet.
Nog zo’n onverwoestbare plant is de klassieke Sansevieria (vrouwentong) met de gele randen. Die plant brengt je meteen terug in de jaren 70! Met de vernieuwde plantenliefde van afgelopen jaren is deze ‘vrouwentong’ weer helemaal terug, evenals vele andere soorten Sansevieria.
Sansevieria hetzelfde als Dracaena?
Wat deze planten met Dracaena te maken hebben? Alles! Want het geslacht Sansevieria blijkt helemaal niet zo te verschillen met Dracaena. Vijf jaar geleden is zelfs besloten om de Sansevieria samen te voegen met Dracaena.
Rogier: Dat klopt helemaal. En als er iets gevoelig ligt in de plantenwereld, dan zijn het wel veranderende plantennamen. Maar het klopt echt en het heeft ook een logische verklaring. Van oudsher zijn we geneigd planten en dieren om ons heen in de delen op basis van uiterlijke kenmerken. Maar verwantschap heeft soms niet zoveel met uiterlijke kenmerken te maken. Tegenwoordig kunnen we DNA onderzoeken en komt de waarheid aan het licht.
Dracaena en Sansevieria lijken toch echt niet op elkaar, zeg je? Maar wat als ik zeg dat er Sansevieria met stammetjes en Dracaena zonder stam bestaan, wat blijft er dan nog over? De bloemen? Die zijn nagenoeg hetzelfde. De wortels? Ook hetzelfde. En de vruchten idem dito.
Na genetisch onderzoek bleek dat er geen harde lijn zit tussen de twee plantengeslachten. En dan sta je voor de keuze. Of allemaal kleine, wel genetisch afgebakende geslachten maken of gewoon alles simpelweg één geslacht maken. Er is gekozen voor dat laatste en daarom zijn de Dracaenamarginata en de vrouwentong nu een en hetzelfde geslacht.
Waar komen Dracaena van nature voor?
De meeste soorten Dracaena vind je in Afrika. Een aantal komen in Azië voor en slechts twee in Latijns-Amerika. Veelal zijn het planten van redelijk droge plekken en dat maakt het ook zulke goede kamerplanten. De vrouwentongen leven in een bijna savanneachtige omgeving in Afrika en de Dracaena reflexa vind je in semi-droge bossen op Madagascar en op diverse eilanden in de Indische Oceaan. Het is leuk om te zien hoe elk eiland een weer net wat andere variëteit heeft van deze soort.
Andere soorten drakenbloedboom
Een andere heel bekende soort is Dracaena sanderiana. Deze soort, beter bekend als ‘lucky bamboo’, kwam een poos geleden in het nieuws omdat met de import van deze plantjes uit Azië ook tijgermuggen meekwamen. Het contrast tussen deze op water gezette ‘bamboestengels’ en de succulente vrouwentong kan niet groter zijn, maar dit is een soort die vochtiger groeit en er daarom wat anders uit ziet. Eenmaal opgepot in een pot met aarde groeien deze stengeltjes uit tot een best aardige kamerplant.
Verzorgen en vermeerderen van Dracaena reflexa
Marieke: Qua verzorging moet je enorm je best doen om Dracaena kapot te krijgen. Te veel water is doorgaans het enige dat deze robuuste planten de das om doet. De Dracaena reflexa en varianten daarop die je in tuincentra ziet, met bijvoorbeeld wit gestreepte bladeren, staan graag licht, maar houden het ook prima vol op een plek met minder licht. Ze kunnen er prima tegen als ze even droog staan.
Niet schrikken als ouder blad onderaan van de plant valt: dit is normaal. Is je plant echter een enorm hoge kale stengel met weinig blad geworden? Snij de bovenkant eraf met een schoon mes of een snoeischaar en stek het. Dit kan in water of meteen in aarde. Ook een kaal stuk stengel kun je stekken. De onthoofde plant zal nog uitschieten, al duurt dit vaak lang.
Verzorgen en vermeerderen van Sansevieria
Sansevieria’s kunnen goed tegen droogte. Zowel volle zon of een schaduwplek is voor deze plant prima. Hou er rekening mee dat wanneer een plant op een schaduwplek staat, hij minder snel zal groeien en dus ook (nog) minder water nodig heeft.
Een Sansevieria kun je ook stekken: snij een blad af en zet het in (stek-)aarde. Na verloop van tijd groeien er wortels en daarna ontstaan nieuwe scheuten vanuit het snijvlak. Om sneller een dichte bos te hebben, kun je het blad ook in stukken knippen van circa 5 centimeter en deze stukken samen in aarde zetten. Het is daarbij wel belangrijk dat je ze met de juiste kant naar beneden plaatst! Zet desnoods met stift eerst wat streepjes op het blad zodat je na het knippen nog weet hoe het zit.
Ook is het goed te weten dat de bekende gele streep van de klassieke Sansevieria bij stekken verdwijnt: nieuwe scheuten zijn helemaal groen. Bij het stekken van de ‘Mikado’ is er kans dat nieuw blad wat ontvouwt en dus minder cilindrisch is. Het is mooi om te zien hoe zo’n klein stuk blad uitgroeit tot een volwassen plant. Het duurt echter wel lang. Wil je sneller resultaat, scheur dan je Sansevieria.
Andere soorten Sansevieria
De Sansevieria-soorten hebben afgelopen jaren een vlucht genomen. Naast de klassieke vrouwentong heb je nu bijvoorbeeld ook ‘Mikado’ (met dunne, omhoog staande sprieten) de ‘Whalefin’, ofwel walvisvin (één heel groot en breed blad in een potje) en de ‘Cylindrica’.
Deze laatste is nogal eens slachtoffer van menselijke creativiteit: de bladeren worden gevlochten en bovenaan vastgezet, of de toppen van de bladeren worden met felle kleuren geverfd. Vooral van dat laatste ben ik geen fan: de huidmondjes van de bladeren verstoppen door de verf, en dat is dan nog los van het feit dat de plant geen zonlicht op kan nemen via de geverfde delen.
Waar komt de naam Dracaena vandaan?
Rogier: De naam Dracaena komt van ‘draak’ en heeft een mooi verhaal dat zich afspeelt op (vermoedelijk) de Canarische eilanden. Toen Hercules de gouden appelen uit de tuin van de Hesperiden moest stelen, kwam hij voor een grote uitdaging te staan: de honderdkoppige draak Ladon. Hij kreeg het voor elkaar om de draak te doden, maar uit het bloed van het monster groeiden vreemde bomen – bomen met honderd koppen die bovendien gingen bloeden als je er met een mes in stak. Dit rode bloed is het sap van de boom en stond bekend als drakenbloed.
Drakenbloed werd voor allerlei doeleinden gebruikt. Sommige nogal occult, maar andere heel zichtbaar. Zo hebben de beroemde Stradivarius-violen hun kleur te danken aan het vernis wat met het sap van deze boom is gemaakt. Voor de oorspronkelijke bewoners van de Canarische eilanden had de drakenbloedboom een bijzondere betekenis. Ook de schilder Jheronimus Bosch zag in dat dit niet zomaar een boom is en beeldde hem af als de boom waaronder Jezus Eva aan Adam voorstelde in het paradijs.
Vandaag de dag is de soort in het wild bijna uitgestorven en komt hij nog op een paar plekjes op de Canarische eilanden, Marokko, de Azoren en Madeira voor. Gelukkig worden ze wel heel veel gekweekt in de gebieden waar de soort van nature voorkomt, maar ook ver daarbuiten. Als toerist kun je voor weinig geld een zakje zaden kopen van deze mythische boom. Maar pas op: niet veel huizen hebben ruimte voor deze echte draak!
Meer plantenpraat?
Volg ons op Instagram: @rogiervanvugt en @nimmaplants.
Tips voor Nepenthes in je huis? Neem dan een kijkje op de website Mariekes website Nimmaplants.
Foto’s door Marieke van der Eerden, Petra Sonius en Rogier van Vugt.