Natuurlijk plaagdiertjes bestrijden: taxuskever (snuitkever)

In deze serie geven Gardeners’ World magazine en Rootsum, experts in biologische oplossingen, advies aan zes van onze lezers, die ons hun plaagdierprobleem hebben voorgelegd. Dit keer is Bianca Keet aan het woord. Elk jaar keert de taxuskever terug die haar planten aantast.

“Ik zou heel graag een afdoende plan willen voor de snuitkevers die elk jaar weer terugkomen. Weten jullie een goed plan of middel hiertegen?” – Bianca Keet

Ha Bianca, de snuitkever, ook wel taxuskever, is inderdaad een diertje dat flink kan huishouden in de tuin. De officiële naam is gegroefde lapsnuitkever (Otiorhynchus sulcatus) en is familie van zo’n kleine 300 andere soorten snuitkevers in onze omgeving. Verreweg de meeste hiervan zijn onschuldig en kun je gerust laten.

De snuitkever ontwikkelt zich ondergronds als larve, waar ze wortels van planten eten. De volwassen taxuskever verschijnt vanaf half april en zorgt voor vraatschade aan de bladeren van zijn geliefkoosde planten. In beide gevallen kun je ze biologisch bestrijden.

De larven kun je aanpakken met Kraunema-aaltjes op het moment dat de larven in de bodem aanwezig zijn. Zo voorkom je dat je planten sterven. De kever heeft één generatie per jaar, en we raden aan om vroeg in het voorjaar en laat in het najaar de aaltjes toe te passen. De kever zelf kan zich van tuin tot tuin verplaatsen, dus heb je last van deze ongewenste bezoeker, dan ben je hem niet meteen kwijt.

Extra oplossing: heb (waard)planten die ze lekker vinden, en waar je regelmatig bladschade ziet? Verwijder en vervang deze door een andere soort aanplant.

Om te voorkomen dat taxuskevers een plaag kunnen vormen in de tuin, kun je beste proberen de biodiversiteit te verhogen. Dit trekt namelijk natuurlijke vijanden van de kever aan, zoals vogels, amfibieën, egels, sluipwespen, bodemdieren en ongetwijfeld andere beestjes die graag de kevers, hun larven én eitjes versmaden.

Je kunt dit doen door naast ’tuinplanten’, ook meer inheemse planten te poten en op ‘ongebruikte’ plekken in de tuin een ruig hoekje aan te leggen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld snoeiafval, potscherven en ander materiaal. Het liefst laat je hier ook (meer) ongewenste planten staan; ‘onkruid’ is zeer belangrijk voor insecten. Als je de ruimte hebt is het ook aan te raden een waterpartij toe te voegen, zoals een (mini)-vijver.

Vergeet ook zeker niet de bodem! Bodemdieren, zoals duizendpoten, eten eitjes en larven. Een gezonde bodem bereik je door deze zo min mogelijk te beroeren en als er niet veel organisch materiaal vanzelf op de bodem komt, deze toe te voegen als mulch.

Al 30 jaar lang ontwikkelt het Belgische familiebedrijf Rootsum uit Leuven (voorheen bekend als BioGroei) natuurlijke oplossingen voor plaagdieren bij het biologisch tuinieren. ‘Op zoek naar beestige beestjes’, zoals ze het ook wel noemen. Dit doen ze door biologische alternatieven te bieden voor gif, de bodem te verbeteren en in te zetten op het creëren van biodiverse tuinen, door heel Vlaanderen en Nederland.